ECLI:NL:OGHACMB:2014:122
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- R.W.L. Loeb
- P. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Onpartijdigheid rechter en afwijzing verzoek om vergoeding van orthodontiekosten voor minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante, die in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige, een verzoek heeft ingediend om vergoeding van orthodontiekosten. Het verzoek werd in eerste instantie afgewezen door het Uitvoeringsorgaan, dat oordeelde dat de gevraagde behandeling niet doelmatig was. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat leidde tot een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba op 16 oktober 2013, die het bezwaar gegrond verklaarde en het Uitvoeringsorgaan opdroeg een nieuwe beschikking te geven.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft de zaak op 7 april 2014 behandeld. De orthodontist J.H. Walker D.M.D. had namens appellante verzocht om vergoeding van de kosten, met als argument dat er sprake was van 'crowding'. Het Hof heeft de eerdere beschikking van het Uitvoeringsorgaan vernietigd, omdat deze niet voldeed aan de vereisten van de Landsverordening administratieve rechtspraak. Het Hof oordeelde dat het Uitvoeringsorgaan onvoldoende had gemotiveerd waarom de behandeling niet vergoed zou worden, en dat de deskundigenadviezen niet adequaat waren behandeld.
Uiteindelijk heeft het Hof geconcludeerd dat de mate van crowding niet ernstig genoeg was om in aanmerking te komen voor vergoeding onder de geldende regelgeving. Appellante's argument dat de behandeling noodzakelijk was, werd verworpen omdat de deskundigen niet hadden aangetoond dat de crowding zou leiden tot een gestoorde eruptie van elementen. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling.