Uitspraak
1. [appellant sub 1]
en
2. [appellant sub 2],
1.Het verloop van de procedure
2.Waarvan het hof uitgaat
Huurovereenkomst, verder te noemen: de overeenkomst, die is opgesteld door [makelaar], de makelaar van [appellanten], verder te noemen: de makelaar.
De tekst van de overeenkomst luidt, voor zover voor de beslissing van belang:
de eigenaar is van het onder “Object” omschreven onroerende goed en dat partij B([geintimeerde sub 1]in de overeenkomst aangeduid als: huurder; toevoeging hof)
dit onroerend goed wenst te huren ten behoeve voor gebruik voor eigen bewoning.Verklaren partijen het navolgende te zijn overeengekomen:OBJECT:
De makelaar heeft, zoals toegezegd, de daarop volgende maandag met de notaris contact op genomen, zo blijkt uit een e-mail van notariskantoor Van der Pluijm van 2 december 2009.
Bij e-mail van 21 maart 2011 schreef de makelaar in dit verband aan partijen:
Goede morgen mijnheer [geintimeerde sub 1], (…)Goede morgen mijnheer [appellant sub 1](…)Naar aanleiding van het telefonisch onderhoud wat ik op vrijdagmiddag 18 maart jl., in het bijzijn van de heer[appellant sub 1], met de heer [geintimeerde sub 1]mocht voeren bevestig ik jullie hierbij de overeengekomen afspraak tav het herstellen van het dak aan de [ ] te Curacao.De heer [geintimeerde sub 1]zal bij afname van de woning een bedrag ad NAF 10.000,- korting krijgen op de afgesproken prijs zodat de heer [appellant sub 1]compleet gevrijwaard is van enige schade en of herstelwerkzaamheden als gevolg van lekkage aan het dak en aanverwante zaken aan de [ ].
Ik had van de familie [appellant sub 1]begrepen dat jullie ervan uitgingen dat de overdracht nu zou plaatsvinden. Ja, dat klopt helemaal. Uiteindelijk hebben we deze afspraak ook gezamenlijk gemaakt. Helaas is het beslag nog niet van de woning af. (…) Het beste is dan ook dat de huur gewoon doorbetaald wordt en deze van de eind som wordt afgetrokken zodra de overdracht gaat plaatsvinden.
aangegeven dat hij geen kant op kan en het enige wat jullie kunnen doen is wachten totdat het beslag eraf is, de woning verder huren of de woning verlaten.Het bedrag van nafl 2125, - wat hij als coulance naar jullie heeft genoemd om te betalen aan huur vanaf juli 2011 mag worden gestort op de MCB Bank op rekening nummer (…).
In reconventie vorderden [geintimeerden] (terug)betaling van een bedrag van NAF 104.125 op grond van ongerechtvaardigde verrijking dan wel bedrog en/of onrechtmatige daad. Voorts vorderden [geintimeerden] betaling van een bedrag van NAF 7.500, als schadevergoeding voor verhuis- en provisiekosten en een bedrag van NAF 2.000, aan vergoeding van buitengerechtelijke kosten, alles met rente.
In maart 2011 is bovendien afgesproken dat [appellant sub 1]het dak (in verband met lekkage door slijtage en/of natuurgeweld) niet zou herstellen maar dat NAF 10.000, op de koopprijs in mindering zou worden gebracht. Een dergelijke afspraak duidt ook niet op een huurrelatie maar op een koopovereenkomst.
De makelaar, ten slotte, gaat er in haar e-mail van 3 augustus 2011, waarvan de inhoud door [appellant sub 1]niet gemotiveerd is weersproken, eveneens vanuit dat de koop rond is en op dat moment slechts het beslag uitvoering van de daaruit voortvloeiende leveringsplicht verhinderde en in afwachting van de opheffing van het beslag op oude voet verder gegaan kon worden, te weten: betaling van ‘huur’ in mindering op een “eindsom”.
Niet voldoende gemotiveerd betoogd - en overigens in het licht van de overgelegde e-mails onvoldoende gespecificeerd te bewijzen aangeboden - is dat partijen ter zake geen overeenkomst hebben gesloten of bij het sluiten van de koopovereenkomst een voorbehoud is overeengekomen in die zin dat [appellant sub 1]de overeenkomst (onder meer) mocht ontbinden als te zijnen laste beslag zou worden gelegd.
Nu de toelichting op de grieven niet duidelijk maakt waarom geen sprake is van toerekenbaarheid gaat het hof ervan uit dat dit deel van de grief geen zelfstandige betekenis heeft zodat bespreking daarvan achterwege kan blijven.
Zoals de heer [appellant sub 1]het verteld heeft(de notaris)
aangegeven dat hij geen kant op kan en het enige wat jullie kunnen doen is wachten totdat het beslag eraf is, de woning verder huren of de woning verlaten.Nu onduidelijk was dat het beslag binnen een, in de verhouding van partijen en gezien de oorspronkelijke leveringsdatum van 15 juli 2011, redelijke tijd zou worden opgeheven aangezien tussen [appellant sub 1]en de beslaglegger kennelijk in Nederland werd geprocedeerd, nu [geintimeerde sub 1]alleen schetsmatig en slechts na aandringen op de hoogte werd gesteld van de voortgang van die procedure en nu zijdens [appellant sub 1], niet weersproken, te kennen werd gegeven dat hij in zijn recht zou staan en daarom niet wilde meewerken aan het stellen van alternatieve zekerheid voor de beslaglegger, terwijl [geintimeerde sub 1]op 3 december 2011 aan de makelaar als vertegenwoordiger van [appellant sub 1]te kennen gaf onverkort op levering aan te dringen, verkeerde [appellant sub 1]op 28 maart 2012 in ieder geval in verzuim.
Overigens merkt het hof op dat, nu uit de proceshouding van [appellant sub 1]blijkt dat hij zich (ten onrechte) op het standpunt stelt, dat geen sprake is van een koopovereenkomst maar slechts van een huurovereenkomst met een onderhandelingsplicht, niet duidelijk is dat [appellant sub 1]na een formele in gebrekestelling in de zin van artikel 6:82 lid 1 BW alsnog aan zijn leveringsplicht zou hebben voldaan. Verder is ook in beroep niet gesteld of gebleken dat het beslag inmiddels is opgeheven en tot levering zou zijn overgegaan ware het niet dat [geintimeerde sub 1]de overeenkomst ontbond, zodat [appellant sub 1]ook geen kenbaar belang heeft bij het ontbreken van een ingebrekestelling en hij zich daarop in de door de redelijkheid en billijkheid beheerste verhouding tussen partijen binnen de mate van het aanvaardbare niet kan beroepen.
Dat [geintimeerde sub 1]niet aan zijn schadebeperkingsplicht heeft voldaan wordt door [appellant sub 1], op wie in dit verband de plicht rust zijn stellingen voldoende te motiveren, niet genoegzaam toegelicht terwijl overigens voor zover deze stelling wel feitelijk is onderbouwd, dat pas voor het eerst is gebeurd bij pleidooi en niet is gebleken dat [geintimeerde sub 1]de rechtsstrijd op dit punt in zo’n laat stadium van het geding heeft aanvaard.
Waar [appellant sub 1]de hoogte van de gevorderde schade bij memorie van grieven betwist, is die enkele betwisting in het licht van de stellingen van [geintimeerde sub 1]en de onderbouwing daarvan onvoldoende gemotiveerd zodat het hof daaraan voorbijgaat. De zesde grief van [appellant sub 1]faalt.
[geintimeerde sub 1]vordert daarnaast nu ook schade wegens het feit dat hij, in afwachting van een alternatieve koopwoning, een andere woning heeft moeten huren voor in totaal NAF 63.000,. Die huursom zou anders zijn aangewend voor de aflossing van de hypotheek. Een deel daarvan, te weten NAF 27.000, rekent [geintimeerde sub 1]aan de tekortkoming van [appellant sub 1]toe. Dit deel van de vordering zal als onvoldoende toegelicht wordt afgewezen. Niet voldoende gemotiveerd gesteld is dat [geintimeerde sub 1]nog steeds op zoek is naar een koopwoning, waarom die niet vindbaar is en waarom kennelijk een verschil in de kosten van woongenot van de door [geintimeerde sub 1]voor een bedrag van NAF 4.500, aan (meer)kosten voor gehuurde huurwoning ten opzichte de (netto) woonlasten van de woning dan wel een andere koopwoning een schadepost van NAF 27.000, meebrengt. Ook is niet duidelijk waarom [geintimeerde sub 1], die zelf heeft besloten de woning te ontruimen, genoodzaakt was een huurwoning te betrekken waarvoor hij NAF 4.500, moest betalen.
Grief 4 in het incidenteel appel slaagt dus deels, tot een bedrag van NAF 6.000,..
NAF 6.000, aan rentekosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2013;
NAF 4.250, aan terug te betalen waarborgsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2012;