Ingevolge artikel 1 van de Landsverordening Ongevallenverzekering (hierna: de LvOV) wordt onder arbeidsongeschiktheid verstaan: de toestand waarin de werknemer verkeert, die als gevolg van een ongeval gedurende een etmaal of langer niet in staat is om zijn normale arbeid te verrichten of deze arbeid zo lang niet mag verrichten hetzij om een medisch noodzakelijk onderzoek mogelijk te maken hetzij om te voorkomen dat zijn genezing wordt belemmerd.
Ingevolge artikel 5, eerste lid, voor zover thans van belang, heeft de werknemer, die als gevolg van het ongeval geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, recht op een uitkering in geld, genaamd ongevallengeld, met ingang van de dag na die van de melding van het ongeval bij de bank.
Ingevolge het tweede lid bedraagt het ongevallengeld bij gehele arbeidsongeschiktheid per dag:
a. gedurende de eerste 52 weken: 100% van het dagloon van de werknemer;
b. voor de verdere duur: 80% van het dagloon van de werknemer.
Ingevolge het vierde lid bedraagt het ongevallengeld per dag bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid gedurende de in het tweede lid genoemde tijdvakken een in een evenredige verhouding tot het percentage van de arbeidsongeschiktheid staand deel van de in het tweede lid vermelde percentages van het dagloon.
Aan de beschikking van 13 oktober 2011 heeft de SVB een rapport van 11 oktober 2011 van voornoemde dr. N.J.M. Huizing ten grondslag gelegd. Volgens dit rapport is aanvullend onderzoek gedaan naar de belasting van het werk van appellant als bewaker. Daartoe is appellant en zijn voormalig werkgever om nadere informatie verzocht over de inhoud van de functie van bewaker. Aan de hand van deze informatie is onderzocht, met de belasting van welke functie, vermeld in de zogenoemde Disability Evaluation volgens Mc Bride (hierna: de McBride-tabellen), de belasting van de functie van bewaker overeenkomt. Daarbij is in aanmerking genomen dat de belasting in de functie van ”truck driver” het besturen van een truck betreft, waarbij recht vooruit moet worden gekeken en het hoofd moet worden getordeerd, vergelijkbaar met het bekijken van een monitor en het parkeren van bedrijfsauto’s, het in en uit een truck stappen, waarbij omhoog en omlaag gekeken moet worden, vergelijkbaar met het werk van een beveiliger, het naar boven en beneden kijken, trappen klimmen, surveilleren, het tillen van voorwerpen die in en uit de truck geladen moeten worden en het rijden over oneven wegen, drempels, hobbels, vergelijkbaar met het duwen, trekken, beetpakken van individuen die weerstand bieden. Vervolgens is de belasting van de functie ”truck driver”, zoals opgenomen in de McBride-tabellen, opnieuw beoordeeld. Voor de volledigheid is een functiebeschrijving van een vrachtwagenchauffeur opgevraagd bij het Nederlandse Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, waarna geconcludeerd is dat de functiebelasting ook volgens die beschrijving gelijk is aan die van een beveiligingsbeambte. Voorts is de mate van arbeidsongeschiktheid ook bepaald aan de hand van de McBride-tabellen, uitgaande van de functie “janitor”, omdat de belasting van de functie van bewaker ook met die van die functie overeenkomt. Dit leidt tot een mate van arbeidsongeschiktheid in de zin van de LvOV van 30%, aldus het rapport.
In het rapport wordt geconcludeerd dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant, bepaald aan de hand van de McBride-tabellen, uitgaande van de functie “truck driver”, 36% bedraagt.
Voorts heeft de arts nader lichamelijk onderzoek gedaan, waarbij de meest recente medische informatie over appellant is betrokken. De bevindingen zijn neergelegd in een rapport van 29 januari 2013. Deze bevindingen hebben de SVB geen aanleiding gegeven tot een ander oordeel.
Appellant betoogt dat het Gerecht, door te oordelen dat de SVB voor de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van de zogenoemde AMA Guides to the Evaluation of Permanent Impairment (hierna: de AMA-guides) en de zogenoemde Disability Evaluation volgens Mc Bride (hierna: de McBride-tabellen) gebruik mocht maken en dat met het op verzoek van het Hof door dr. Zahavi, revalidatiearts, uitgebrachte deskundigenbericht de door appellant met betrekking tot het rapport van dr. Jhingoeri, verzekeringsarts, van 1 juli 2009 gewekte twijfel ten aanzien van de toepassing van de McBride-tabellen en of daarmee tot een juiste vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant kan worden gekomen, afdoende is weerlegd, heeft miskend dat de AMA-guides dienen om de functionele invaliditeit vast te stellen en de McBride-tabellen ongeschikt zijn om de arbeidsongeschiktheid vast te stellen. De uitspraak van het Hof van 28 mei 2012 is in zoverre evident onjuist, aldus appellant.
4.2.Het Gerecht heeft voorts in het in beroep aangevoerde terecht geen grond gezien voor het oordeel dat de SVB de beschikking van 13 oktober 2011 met de bevindingen van het door de verzekeringsarts verrichte onderzoek, zoals neergelegd in de rapporten van 11 oktober 2011 en 29 januari 2013, onvoldoende draagkrachtig heeft gemotiveerd en bij het vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid van 36% geen aansluiting heeft mogen zoeken bij de functie van “truck driver.” Daartoe heeft het Gerecht terecht voormelde rapporten van de verzekeringsarts in aanmerking genomen, waarin, zoals hiervoor onder 2 is overwogen, is uiteen gezet dat en waarom de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant aan de hand van de functie “truck driver” is bepaald. Het Gerecht heeft in het in beroep aangevoerde terecht evenmin grond gezien voor het oordeel dat de SVB deze rapporten niet aan de beschikking van 13 oktober 2011 ten grondslag mocht leggen. De verwijzing door appellant naar de brief van dr. Zahavi is daarvoor onvoldoende, nu daarin niet staat dat en waarom de SVB ten onrechte van de functie “truck driver” is uitgegaan, maar slechts dat het mogelijk is dat appellant zijn werkzaamheden niet kan hervatten.
Het betoog faalt.
5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.