Uitspraak
appellant,
Procesverloop
Ingevolge artikel 7, eerste lid, voor zover thans van belang, kunnen natuurlijke of rechtspersonen, die door een beschikking rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, daartegen beroep instellen bij het Gerecht.
a. zonder inachtneming van de voorschriften, gesteld bij of krachtens deze verordening;
b. zonder bouwvergunning, tenzij artikel 10 of §5 van deze verordening van toepassing is;
c. in afwijking van het bepaalde in de bouwvergunning, behoudens nadere goedkeuring.
Ingevolge artikel 22 is een beslissing tot het verlenen van voorwaardelijke bouwvergunning of tot gehele of gedeeltelijke weigering steeds met redenen omkleed en kan slechts gegrond zijn op een of meer van de volgende omstandigheden:
1º t/m 6º (…);
7º dat het bouwplan in strijd is met de bestemmingsvoorschriften van een ontwikkelingsplan, dan wel de voorschriften behorende bij een goedgekeurd verkavelingsplan waarin de bij de aanvraag betrokken grond is begrepen;
8º (…).
Ingevolge artikel 22, eerste lid mag het verkavelen van grond uitsluitend geschieden overeenkomstig een door het Bestuurscollege goedgekeurd verkavelingsplan.
Ingevolge het tweede lid is verkavelen verplicht, alvorens tot het bebouwen van gronden met twee of meer gebouwen kan worden overgegaan.
Ingevolge artikel 23, eerste lid, moet het verkavelingsplan in een of meer kaarten op de meest geschikte schaal, alsmede in een toelichtende beschrijving, in ieder geval een uitgewerkt beeld geven van:
a. de begrenzing;
b. de geografische gesteldheid;
c. de kavelindeling;
d. de bebouwing;
e. de gevelrooilijnen;
f. de wegen;
g. de leidingen c.q. de leidingstroken;
h. de voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
i. de nutsvoorzieningen.
Ingevolge artikel 24, eerste lid, voor zover thans van belang, beslist het Bestuurscollege binnen zestig dagen, nadat het ontwerp-verkavelingsplan is ingediend.
Ingevolge artikel 25, onthoudt het Bestuurscollege in ieder geval zijn goedkeuring aan het ontwerp-verkavelingsplan, indien:
a. het te verkavelen terrein wegens zijn natuurlijke gesteldheid of wegens zijn vorm of afmetingen ongeschikt is voor de daarop voorgenomen bebouwing, mede rekening houdend met het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het betreffende en het omringende gebied;
b. de voorgenomen bebouwing uit een oogpunt van het algemeen belang ernstig bezwaar zou opleveren wegens onvoldoende aansluiting aan bestaande bebouwing of wegens het ontbreken van de noodzakelijke openbare voorzieningen, terwijl daarin redelijkerwijs niet op korte termijn of slechts tegen onevenredige kosten is voorzien.
Ingevolge artikel 26, eerste lid, is het Bestuurscollege bevoegd de nodige aanvullingen op en wijzigingen van het ontwerp-verkavelingsplan te verlangen en aan de goedkeuring voorwaarden te verbinden in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling. Bij niet aanbrengen van deze aanvullingen en wijzigingen kan het Bestuurscollege aan het ontwerp-verkavelingsplan zijn goedkeuring onthouden.
Ingevolge artikel 27, eerste lid, geschiedt de goedkeuring van het verkavelingsplan bij Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen. Indien tegen het plan conform artikel 23, zesde lid, bezwaar is ingediend, wordt de goedkeuring met redenen omkleed.
Ingevolge het tweede lid wordt bij goedkeuring van een verkavelingsplan een door de secretaris van het Eilandgebied gewaarmerkt exemplaar aan de aanvrager toegezonden.
Ingevolge het derde lid ligt het goedgekeurde verkavelingsplan gedurende dertig dagen op het bestuurskantoor voor een ieder ter inzage. Ingevolge het vierde lid wordt de terinzagelegging bekend gemaakt op de in artikel 4, tweede lid, aangegeven wijze.
Ingevolge het vijfde lid kunnen tegen het besluit van het Bestuurscollege de aanvrager, alsmede belanghebbenden die conform artikel 23, zesde lid, bezwaren hebben ingediend, binnen de in het derde lid genoemde termijn van dertig dagen bij de Eilandsraad beroep instellen. Artikel 12, negende en tiende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Ingevolge artikel 28 zijn ten aanzien van de herziening van een verkavelingsplan de bepalingen uit dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing.
Verder kan ingevolge artikel 22, aanhef en onder 7º, van de BWV voor bouwplannen, voorzien in het gebied dat het verkavelingsplan omvat, slechts bouwvergunningen worden verleend, indien deze niet in strijd met dat plan zijn. Voor zover in dat gebied gebouwen zijn opgericht, zonder dat daarvoor een bouwvergunning is verleend, kan daartegen ingevolge artikel 7 van de BWV handhavend worden opgetreden.
Beslissing
verklaarthet hoger beroep gegrond;
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, van 15 september 2014 in de zaken nrs. Lar 007/2013 en Lar 69/2013;
verklaarthet Gerecht
onbevoegdvan de in die zaken tegen de beslissing van de minister van Verkeer, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur van 14 december 2012, gewijzigd bij beslissing van 9 april 2013, bij hem ingestelde beroep kennis te nemen;
verstaatdat de griffier aan de minister het door hem voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van NAf 300,00 (zegge: driehonderd gulden) terugbetaalt.
de griffier,
voor deze,