ECLI:NL:OGHACMB:2015:46
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst en loonvordering
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 23 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of er een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen tussen [appellant] en Jenisse Maria Eustoquia Gonet. [Appellant] had in hoger beroep beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin zijn vorderingen waren afgewezen. Hij stelde dat er een arbeidsovereenkomst was gesloten op 2 december 2013, maar het Hof oordeelde dat niet was komen vast te staan dat een dergelijke overeenkomst daadwerkelijk tot stand was gekomen.
Het Hof overwoog dat voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst niet alleen werkzaamheden en een gezagsverhouding vereist zijn, maar ook een loonbetaling. [Appellant] had gesteld dat er een netto salaris van NAf 1.800,- per maand was overeengekomen, maar het Hof oordeelde dat hij niet voldoende bewijs had geleverd om deze stelling te onderbouwen. De bewijslast lag bij [appellant], maar hij had in hoger beroep slechts een algemeen bewijsaanbod gedaan, wat niet voldoende was om hem tot bewijslevering toe te laten. Het Hof concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat loonbetaling was overeengekomen en dat het dus niet kon worden aangenomen dat er een arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen.
Daarom bevestigde het Hof de beschikking van het GEA en veroordeelde [appellant] in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van Gonet waren gevallen en tot op heden op nihil waren begroot.