ECLI:NL:OGHACMB:2015:76
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- G.C.C. Lewin
- D. Radder
- V.P. Maria
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ontbindingsverzoeken van arbeidsovereenkomsten en de beoordeling van doorbrekingsgronden
In deze zaak gaat het om hoger beroep tegen de beschikkingen van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (GEA) die op 4 november 2014 zijn gegeven in twee afzonderlijke ontbindingsprocedures. De appellanten, [appellante] en [appellant], hebben hoger beroep ingesteld tegen de beslissingen van de GEA waarbij de ontbinding van hun arbeidsovereenkomsten is uitgesproken op verzoek van respectievelijk de naamloze vennootschap Refineria di Korsou N.V. (RdK) en de besloten vennootschap Curaçao Refinery Utilities B.V. (CRU). De appellanten hebben gesteld dat er sprake is van doorbrekingsgronden die hen in staat zouden moeten stellen om in hoger beroep te worden gehoord, ondanks het wettelijke verbod op rechtsmiddelen tegen de beschikkingen van het GEA.
De mondelinge behandeling van de hoger beroepen vond plaats op 12 augustus 2015, waarbij de gemachtigden van de partijen, mr. E.E. Rosenstand en mr. D.E. Liqui-Lung, hun standpunten hebben toegelicht. Het Hof heeft de procedure en de argumenten van de partijen zorgvuldig overwogen. Het Hof oordeelt dat de doorbrekingsgronden die door de appellanten zijn aangevoerd niet aanwezig zijn. Het Hof concludeert dat de GEA de ontbindingsverzoeken op juiste wijze heeft behandeld en dat er geen sprake is van een onterecht gegeven beslissing of een fundamenteel rechtsbeginsel dat is veronachtzaamd.
Het Hof verwerpt het hoger beroep en bevestigt de bestreden beschikkingen, waarbij de appellanten worden veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak van het Hof is gedaan door de rechters G.C.C. Lewin, D. Radder en V.P. Maria en is op 8 september 2015 openbaar gemaakt.