ECLI:NL:OGHACMB:2018:209
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Beschikking
- E.A. Saleh
- M.W. Scholte
- J. de Boer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep partneralimentatie en welstandsniveau tijdens huwelijk
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de partneralimentatie tussen twee voormalige echtgenoten, die op 18 september 2001 in gemeenschap van goederen zijn gehuwd en inmiddels zijn gescheiden. De man, die oorspronkelijk verweerder was, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin hij werd veroordeeld tot betaling van NAf 1.000,- per maand aan de vrouw. De vrouw, die oorspronkelijk verzoekster was, heeft het hoger beroep bestreden en incidenteel appel ingesteld, waarbij zij een hogere alimentatie van NAf 2.591,96 eist, met terugwerkende kracht tot de echtscheiding.
De procedure omvatte verschillende schriftelijke stukken en een mondelinge behandeling, waarbij beide partijen in persoon verschenen, vergezeld van hun gemachtigden. De man heeft zijn beroep toegelicht en verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen, terwijl de vrouw haar verzoek om een hogere alimentatie heeft onderbouwd met haar financiële situatie. De man heeft een netto inkomen van ongeveer NAf 6.000,-, terwijl de vrouw een netto inkomen van ongeveer NAf 3.000,- heeft. De vrouw huurt een appartement voor NAf 1.100,- per maand en heeft verschillende financiële verplichtingen.
Het Hof heeft de gronden van de hoger beroepen beoordeeld en vastgesteld dat de vrouw financieel minder gunstig af is dan tijdens het huwelijk. Het Hof heeft geoordeeld dat de man, rekening houdend met zijn draagkracht en de behoefte van de vrouw, een uitkering voor levensonderhoud van NAf 600,- per maand moet betalen, met ingang van 1 december 2018. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De bestreden beschikking is vernietigd en de man is veroordeeld tot de nieuwe alimentatieverplichting.