Uitspraak
DESIGN & CONSTRUCTION CENTER N.V.,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen D-Con, een aannemingsbedrijf, over een geschil dat voortvloeit uit een bouwcontract. [appellante] stelt dat D-Con onrechtmatig heeft gehandeld door haar een overeenkomst te laten aangaan met een aanneemsom die aanzienlijk hoger was dan de werkelijke kosten. De procedure begon met een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 25 juli 2016, waarin de vordering van [appellante] werd afgewezen. In hoger beroep heeft [appellante] zes grieven ingediend, waarin zij onder andere vorderde dat het Hof zou verklaren dat D-Con onrechtmatig heeft gehandeld en haar zou veroordelen tot schadevergoeding.
De feiten van de zaak zijn als volgt: D-Con heeft op 25 februari 2012 een offerte uitgebracht voor de bouw van een woning voor [appellante], waarbij een aanneemsom van NAf 567.696,24 werd genoemd. [appellante] heeft een bedrag van NAf 26.500,- aan voorbereidingskosten betaald. Later heeft zij geconstateerd dat een andere aannemer, R.E. Construction, de woning voor een veel lager bedrag had kunnen bouwen. [appellante] heeft D-Con in 2014 aangesproken op de nietigheid van de overeenkomst en terugbetaling van het teveel betaalde bedrag geëist.
Het Hof heeft de grieven van [appellante] gezamenlijk behandeld en geconcludeerd dat de overeenkomst rechtsgeldig was en dat D-Con niet onrechtmatig had gehandeld. Het Hof oordeelde dat [appellante] zich had verbonden tot de aanneemsom van NAf 567.696,- en dat D-Con niet verplicht was om haar te informeren over lagere offertes van andere aannemers. De vordering van [appellante] werd afgewezen, en het Hof bevestigde het vonnis van het GEA. [appellante] werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.