ECLI:NL:OGHACMB:2018:298
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- M.C.B. Hubben
- D. Radder
- M.B. van den Enden
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis doodslag met bewijswaardering en opzet
Op 23 oktober 2018 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep in de strafzaak tegen de verdachte, die eerder door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire was vrijgesproken van moord maar veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf voor doodslag. De verdachte, geboren in 1978 en gedetineerd op Bonaire, heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting heeft de procureur-generaal, mr. M.L.A. Angela, de bevestiging van het vonnis gevorderd, terwijl de raadsvrouw, mr. M. Verkade, pleitte voor vrijspraak.
Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht bevestigd, maar de bewijsoverweging vervangen. De verdachte heeft verklaard dat hij het slachtoffer per ongeluk met een mes heeft gestoken, maar het Hof achtte deze verklaring ongeloofwaardig. De verklaring van de verdachte strookte niet met het forensisch bewijs, waaronder de aard van de verwondingen van het slachtoffer en de conclusies van patholoog L. Althaus. De patholoog concludeerde dat de steekwond niet op de door de verdachte beschreven wijze kon zijn ontstaan en dat de steek met forse kracht was toegediend.
Het Hof oordeelde dat de verdachte met opzet heeft gehandeld, aangezien de verwondingen en de omstandigheden van de aanval erop wijzen dat hij de bedoeling had het slachtoffer te doden. Het verweer van de verdachte werd verworpen, en het Hof bevestigde het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg, met inachtneming van de nieuwe bewijsoverweging.