Uitspraak
Zaaknummer: H 143/2018
Vonnis
[VERDACHTE],
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
60 (zestig) maanden;
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Op 8 november 2018 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De verdachte, geboren in 1994 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 55 maanden voor het invoeren van cocaïne en hennep. De procureur-generaal vorderde in hoger beroep een zwaardere straf van 60 maanden. Tijdens de zitting heeft de raadsman van de verdachte gepleit voor vrijspraak, maar het Hof heeft de eerdere veroordeling bevestigd, met aanvulling van de bewijsvoering. Het Hof heeft de bewijsmiddelen van het Gerecht overgenomen en aangevuld met nieuwe verklaringen van de verdachte en medeverdachten, die allen betrokken waren bij de invoer van de verdovende middelen. Het Hof oordeelde dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs en dat hij samen met anderen de boot bestuurde die de drugs vervoerde. De strafmaat werd verhoogd naar 60 maanden, omdat de ernst van de feiten en de betrokkenheid van de verdachte dit vereisten. Het Hof heeft ook beslist dat de in beslag genomen drugs van rechtswege zijn vervallen aan het Land, en dat er geen noodzaak was om deze aan het verkeer te onttrekken. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier tijdens een openbare zitting.