Uitspraak
[APPELLANT 2],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin de vorderingen van La Palestina Real Estate N.V. zijn toegewezen en die van de appellanten zijn afgewezen. De appellanten, een stichting gevestigd in Curaçao, hebben in hoger beroep grieven aangevoerd tegen het vonnis van 12 december 2016. De procedure omvatte onder andere een pleidooi en de indiening van memorie van grieven en memorie van antwoord. De kern van het geschil betreft de huur van een bedrijfsruimte door de stichting van La Palestina, waarbij de vraag aan de orde is of de huurovereenkomst is verlengd en of de appellanten gehouden zijn aan de huurbetalingen. Het Hof heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst niet is verlengd, omdat La Palestina niet onrechtmatig heeft gehandeld door ontruiming te verlangen. De appellanten hebben geen voldoende bewijs geleverd voor hun stellingen over misbruik van bevoegdheid en redelijkheid en billijkheid. Het Hof bevestigt het vonnis van het GEA en veroordeelt de appellanten in de kosten van het hoger beroep.