ECLI:NL:OGHACMB:2019:135

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
11 april 2019
Publicatiedatum
29 juli 2019
Zaaknummer
500.00150/17 H-80/2018
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

Zaaknummer: H 80/2018

Parketnummer: 500.00150/17
Uitspraak: 11 april 2019 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 21 februari 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.
Hoger beroep
Het Gerecht in eerste aanleg heeft de verdachte bij zijn vonnis ter zake van het onder 1 tot en met 7 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren met aftrek van voorarrest. Voorts heeft het Gerecht in eerste aanleg beslissingen genomen ten aanzien van de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. M.L.A. Angela, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman, mr. V. Awadhpersad, naar voren is gebracht. Voorts heeft het Hof kennisgenomen van hetgeen door mevrouw [medewerkster Stichting Slachtofferhulp] van Stichting Slachtofferhulp Curaçao namens de benadeelde partijen [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 3], [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] in het kader van hun vorderingen tot schadevergoeding naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal vrijspreken van het onder 3 ten laste gelegde en het onder 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren met aftrek van voorarrest. Zijn vordering behelst voorts de volledige toewijzing van de met de bewezen te verklaren feiten corresponderende vorderingen van de benadeelde partijen en de oplegging van een daarbij behorende schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte.
Door de verdediging is ten aanzien van het onder 2 en 3 ten laste gelegde primair de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, subsidiair vrijspraak bepleit. Voorts is vrijspraak van het onder 1 en 6 ten laste gelegde bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het Hof deels tot andere beslissingen komt.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 2 en 3 ten laste gelegde bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de strafvervolging van de verdachte. Daartoe heeft hij aangevoerd dat de verbalisant [hoofdagent 1] met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde processen-verbaal in het dossier heeft gebracht die aantoonbaar in strijd met de waarheid zijn opgemaakt. Omdat diezelfde verbalisant [hoofdagent 1] ook betrokkenheid heeft gehad bij de totstandkoming van processen-verbaal met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde, en omdat in die zaak sprake is van enkele opvallende verschillen tussen een aantal processen-verbaal in dat dossier, rijst bij de verdediging het vermoeden dat ook daar processen-verbaal in strijd met de waarheid zijn opgemaakt.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde:
Vooropgesteld wordt dat niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de strafvervolging slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking komt. Daarvoor is alleen plaats indien een normschending (vormverzuim) daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.
Aan de hand van het dossier kan worden vastgesteld dat verbalisant [hoofdagent 1] in de zaak “park[naam park]” (feit 3) onder meer de volgende processen-verbaal heeft opgemaakt:
  • Een proces-verbaal van bevindingen van 11 januari 2016, waarin de verbalisant [hoofdagent 1] onder meer verbaliseert dat hij op 9 januari 2016 telefonisch contact heeft gehad met aangeefster [benadeelde partij 2] en dat laatstgenoemde daarbij zou hebben gezegd dat zij had gezien dat de daders tatoeages of iets aan hun gezicht hadden.
  • Een proces-verbaal fotoconfrontatie van 12 januari 2016, waarin is geverbaliseerd dat aangeefster [benadeelde partij 2] de foto waarop de verdachte staat afgebeeld aanwijst en daarbij verklaart dat ze hem herkent aan de tatoeage onder zijn linkeroog.
  • Een proces-verbaal fotoconfrontatie van 12 januari 2016, waarin is geverbaliseerd dat getuige [getuige 1] de foto waarop de verdachte staat afgebeeld aanwijst en daarbij verklaart dat hij hem herkent aan zijn rode ogen en de tatoeage onder zijn rechteroog.
Uit verhoren bij de rechter-commissaris van 4 september 2018 van [benadeelde partij 2] en [getuige 1] en een proces-verbaal correctie fotoconfrontatie van verbalisant [hoofdagent 1] van 21 oktober 2018 kan het volgende worden afgeleid:
  • Aangeefster [benadeelde partij 2] zegt geen telefonisch contact te hebben gehad met de politie en zij zegt – zo begrijpt het Hof – zich niet te herinneren te hebben deelgenomen aan een fotoconfrontatie.
  • Getuige [getuige 1] heeft verklaard niet aan enige fotoconfrontatie te hebben deelgenomen.
  • Verbalisant [hoofdagent 1] heeft geverbaliseerd dat hij wel degelijk telefonisch met aangeefster [benadeelde partij 2] heeft gesproken, maar dat er inderdaad geen fotoconfrontaties hebben plaatsgevonden. De verbalisant [hoofdagent 1] heeft geverbaliseerd dat hij naar aanleiding van de telefonische verklaring van de aangeefster alvast processen-verbaal van fotoconfrontatie had opgesteld en dat hij deze had meegenomen om aan de aangeefster en de getuige voor te leggen, maar dat hij daarvan heeft afgezien omdat zij zeiden niemand te kunnen herkennen. Per ongeluk zijn de processen-verbaal echter wel ondertekend en in het dossier terechtgekomen.
Tijdens de terechtzitting in hoger beroep op 21 maart 2019 is verbalisant [hoofdagent 1] als getuige gehoord. Hij heeft toen de juistheid bevestigd van hetgeen hij in het proces-verbaal van 21 oktober 2018 heeft geverbaliseerd. Hij heeft daarbij benadrukt dat het telefoongesprek met de aangeefster wel degelijk heeft plaatsgevonden, al sluit hij niet uit dat er door de taalbarrière mogelijk sprake kan zijn geweest van miscommunicatie. Ook heeft hij uitdrukkelijk herhaald dat de ondertekening van de processen-verbaal van fotoconfrontatie en de toevoeging daarvan aan het dossier is veroorzaakt door een ongelukkige samenloop van omstandigheden en dat van enige kwade opzet geen sprake is geweest.
Aan de hand van het vorenstaande stelt het Hof vast dat er zich in het dossier processen-verbaal van fotoconfrontatie hebben bevonden die er nooit in hadden mogen terechtkomen. Deze afkeurenswaardige situatie heeft kunnen ontstaan door de keuze van verbalisant [hoofdagent 1], om de betreffende processen-verbaal vooraf in concept op te maken, inclusief de door hem bedachte (concept)verklaringen van de getuigen. Vooral dit laatste aspect is slecht te begrijpen en getuigt in de visie van het Hof van onvoldoende professionaliteit. Dat de bewuste conceptprocessen-verbaal vervolgens ten onrechte door de getuigen zijn ondertekend en ook in het dossier zijn beland, geeft bovendien blijk van een grote mate van onzorgvuldigheid bij de uitoefening van de opsporingstaak. Deze combinatie van factoren heeft in zoverre consequenties gehad voor het strafproces in eerste aanleg, dat het bewijs dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit 3, door de eerste rechter mede is aangenomen op grond van – naar nu blijkt – onjuiste processen-verbaal. Dit is buitengewoon ernstig. Van de politie en het openbaar ministerie mag worden verwacht dat zij al het mogelijke zullen doen om herhaling van deze situatie in de toekomst te voorkomen.
Dat opgemerkt hebbend, overweegt het Hof dat uit de lezing van verbalisant [hoofdagent 1] niet blijkt dat sprake is geweest van bewust in strijd met de waarheid handelen. Ook anderszins is niet aannemelijk geworden dat hij willens en wetens heeft getracht om het voorhanden bewijs wat betreft feit 3 te manipuleren. Zijn handelen lijkt eerder ingegeven te zijn door onachtzaamheid. Dit leidt tot de conclusie dat geen sprake is geweest van een grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak.
Voor niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie is naar het oordeel van het Hof om die reden geen plaats.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde:
Met betrekking tot het door de verdediging opgeworpen vermoeden dat ook in de zaak “Playa[naam playa 1]” (feit 2) sprake is van processen-verbaal die in strijd met de waarheid zijn opgemaakt, is het Hof van oordeel dat dit laatste niet aannemelijk is geworden. De omstandigheid dat er verschillen zijn tussen het door aangever [benadeelde partij 1] gegeven signalement in zijn aangifte en dat in zijn tweede verklaring, is daartoe onvoldoende. Het argument dat verbalisant [hoofdagent 1] in de zaak “park[naam park]” (feit 3) onzorgvuldig heeft gehandeld en ook in deze zaak processen-verbaal heeft opgemaakt, kan niet zonder meer leiden tot de conclusie dat er door hem ook in deze zaak onzorgvuldig is gehandeld.
Voor niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie is naar het oordeel van het Hof om die reden ook hier geen plaats.
Het verweer wordt verworpen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:

FEIT 1:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [NAAM APARTMENTS 1] APPARTMENTS

dat hij op of omstreeks 16 april 2016, althans in of omstreeks de maand april 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
  • een portemonnee inhoudende USD 270,-, en/of,
  • een of meerdere persoonlijke bescheiden, en/of,
  • een autosleutel, en/of,
  • een kamersleutel, en/of,
  • een kluissleutel,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], binnendringen, en/of,
  • het (vervolgens) (met kracht) binnen het appartement te duwen van die [SLACHTOFFER 1], en/of,
  • het (vervolgens) die [SLACHTOFFER 1] met een vuurwapen aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en/of,
  • het met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan het lichaam mishandelen van die [SLACHTOFFER 2], en/of
  • het (op een dreigende toon) naar de sleutel van de kluis te vragen/manen,
en/of
dat hij op of omstreeks 16 april 2016, althans in of omstreeks de maand april 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,
  • een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
  • een portemonnee inhoudende USD 270,-, en/of,
  • een of meerdere persoonlijke bescheiden, en/of,
  • een autosleutel, en/of,
  • een kamersleutel, en/of,
  • een kluissleutel,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
  • met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], is/zijn binnen gedrongen, en/of,
  • die [SLACHTOFFER 1] (vervolgens) (met kracht) binnen het appartement heeft/hebben geduwd, en/of,
  • (vervolgens) die [SLACHTOFFER 1] met een vuurwapen aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
  • die [SLACHTOFFER 2] met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of
  • (op een dreigende toon) naar de sleutel van de kluis heeft/hebben gevraagd/ gemaand.

FEIT 2:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE PLAYA[NAAM PLAYA 1]

dat hij op of omstreeks 8 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een of meerdere mobiele telefoon(s), en/of,
  • een of meerdere goederen van verdachte ’s gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE PARTIJ 1] en/of [SLACHTOFFER 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE PARTIJ 1] en/of [SLACHTOFFER 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van [BENADEELDE PARTIJ 1] en/of [SLACHTOFFER 3], binnendringen, en/of,
  • het (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 1] met een luchtdrukgeweer aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en/of,
  • het (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 1] met een honkbalknuppel aan het hoofd, althans het lichaam te mishandelen, en/of,
  • het (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 1] met de (geschoeide) voeten aan/rond het lichaam te mishandelen, en/of,
  • het (op een dreigende toon) naar geld te vragen/manen,
en/of
dat hij op of omstreeks 8 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [BENADEELDE PARTIJ 1] heeft gedwongen tot de afgifte van,
  • een of meerdere mobiele telefoon(s), en/of,
  • een of meerdere goederen van verdachte’s gading
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE PARTIJ 1] en/of [SLACHTOFFER 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
  • met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van [BENADEELDE PARTIJ 1] en/of [SLACHTOFFER 3], is/ zijn binnen gedrongen, en/of,
  • (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 1] met een luchtdrukgeweer aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
  • (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 1] met een honkbalknuppel aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
  • (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 1] met de (geschoeide) voeten aan/rond het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
  • (op een dreigende toon) naar geld heeft/hebben gevraagd/ gemaand.

FEIT 3:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE PARK[NAAM PARK]
dat hij op of omstreeks 9 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
- een (heup)tas (inhoudende NAF 300,-, en/of bankpasjes en/of sleutel(s)),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE PARTIJ 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE PARTIJ 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • (het met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) achter die [BENADEELDE PARTIJ 2], aan komen lopen, en/of,
  • het (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 2] van achteren aanvallen, en/of,
  • het (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 2] hard/ruw tegen de grond te gooien,
en/of
dat hij op of omstreeks 9 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [BENADEELDE PARTIJ 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,
- een (heup)tas (inhoudende NAF 300,-, en/of bankpasjes en/of sleutel(s),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE PARTIJ 2], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
  • (met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) achter die [BENADEELDE PARTIJ 2], aan heeft/zijn gelopen, en/of,
  • (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 2] van achteren heeft/hebben aangevallen, en/of,
  • (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 2] hard/ruw tegen de grond te heeft/hebben gegooid.

FEIT 4:

POGING DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. POGING AFPERSING TE BUSHALTE [NAAM WIJK 1]

dat hij op of omstreeks 6 maart 2017, althans in of omstreeks de maand maart 2017 te Curaçao, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen,
  • een tas, en/of,
  • een of meerdere goederen van verdachte’s gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4 ], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [SLACHTOFFER 4 ], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
  • (met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) op die [SLACHTOFFER 4 ] is afgekomen, en/of,
  • (vervolgens) die [SLACHTOFFER 4 ] een (grote) kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
  • zevenmaal, althans een of meerdere malen die [SLACHTOFFER 4 ] met voornoemd kapmes aan de armen en/of handen, althans het lichaam heeft mishandeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en/of tengevolge van welk bovenomschreven feit [SLACHTOFFER 4 ] (zwaar) lichamelijk letsel, te weten een (diep) kap wond aan de armen, althans het lichaam heeft opgelopen,
en/of
dat hij op of omstreeks 6 maart 2017, althans in of omstreeks de maand maart 2017 te Curaçao, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 4 ] te dwingen tot de afgifte van,
  • een tas, en/of,
  • een of meerdere goederen van verdachte’s gading,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4 ] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met voormeld oogmerk,
  • (met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) op die [SLACHTOFFER 4 ] is afgekomen, en/of,
  • (vervolgens) die [SLACHTOFFER 4 ] een (grote) kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
  • zevenmaal, althans een of meerdere malen die [SLACHTOFFER 4 ] met voornoemd kapmes aan de armen en/of handen, althans het lichaam heeft mishandeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en/of tengevolge van welk bovenomschreven feit [SLACHTOFFER 4 ] (zwaar) lichamelijk letsel, te weten een (diep) kap wond aan de armen, althans het lichaam heeft opgelopen.

FEIT 5:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [ADRES 1]

dat hij op of omstreeks 19 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een portemonnee en/of,
  • een mobiele telefoon van het merk Sony, model Experia Z1
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • (het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van die [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4], binnendringen, en/of,
  • het (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4] een vuurwapen en/of een kapmes voorhouden, en/of,
  • het (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen die [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4] onder bedwang houden,
en/of
dat hij op of omstreeks 19 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4] heeft gedwongen tot de afgifte van,
  • een portemonnee,
  • een mobiele telefoon van het merk Sony, model Experia Z1
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
  • (met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) de woning van die [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4], heeft/hebben binnen gedrongen, en/of,
  • (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4] een vuurwapen en/of een kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
  • (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen die [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4] onder bedwang heeft/hebben gehouden.

FEIT 6:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [NAAM BUNGALOW] BUNGALOW

dat hij op of omstreeks 2 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
- een tas,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 4], binnendringen, en/of,
  • het (vervolgens) die [SLACHTOFFER 4] met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, aan het hoofd, althans het lichaam te slaan, en/of,
en/of
dat hij op of omstreeks 2 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 4] heeft gedwongen tot de afgifte van,
- een tas,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
  • met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 4], is/zijn binnen gedrongen, en/of,
  • (vervolgens) die [SLACHTOFFER 4] met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben geslagen.

FEIT 7:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [NAAM PLAATS 1]

dat hij op of omstreeks 17 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een of meerdere tas(sen) inhoudende € 25,= en/of,
  • een fotocamera (van het merk Nikon), en/of,
  • een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
  • een of meerdere geldbedragen ter waarde van USD 35,-, en/of,
  • een portemonnee, en/of,
  • een Camera (van het merk Gopro Hero 4),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • (het met gemaskerde/bedekte gezicht(en) bij die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5], verschijnen, en/of,
  • het (vervolgens) die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5] een vuurwapen en/of een kapmes voorhouden, en/of,
  • het (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen en/of een kapmes die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5] aan te manen om alle waardevolle goederen over te dragen,
en/of
dat hij op of omstreeks 17 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5] heeft gedwongen tot de afgifte van,
  • een of meerdere tas(sen) inhoudende € 25,= en/of,
  • een fotocamera (van het merk Nikon), en/of,
  • een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
  • een of meerdere geldbedragen ter waarde van USD. 35,=, en/of,
  • een portemonnee, en/of,
  • een Camera (van het merk Gopro Hero 4),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
  • met gemaskerde/bedekte gezicht(en) bij die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5], is/zijn verschenen, en/of,
  • (vervolgens) die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5] een vuurwapen en/of een kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
  • (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen en/of een kapmes die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5] heeft/hebben aangemaand om alle waardevolle goederen over te dragen.
Vrijspraak van feit 3
Met de procureur-generaal en de raadsman is het Hof van oordeel dat – gelet op hetgeen hierboven onder “Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie” reeds door het Hof is overwogen – de processen-verbaal van fotoconfrontatie met betrekking tot feit 3 van het bewijs dienen te worden uitgesloten. Het vorenstaande moet leiden tot de conclusie dat voor het onder 3 ten laste gelegde onvoldoende wettig bewijs voorhanden is.
De verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het Hof acht – op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd – wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

FEIT 1:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [naam apartments 1] APPARTMENTS

dat hij op
of omstreeks16 april 2016
, althans in of omstreeks de maand april 2016te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en
  • een portemonnee inhoudende USD 270,-, en
  • een of meerderepersoonlijke bescheiden, en
    /of,
  • een autosleutel, en
  • een kamersleutel, en
  • een kluissleutel,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en
/of[SLACHTOFFER 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld
en/of welke bedreiging met geweld bestond
(en)uit,
  • het met
  • het (vervolgens)
  • het
  • het met een kapmes,
  • het (op een dreigende toon) naar de sleutel van de kluis te vragen
en/of
dat hij op of omstreeks 16 april 2016, althans in of omstreeks de maand april 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,
  • een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
  • een portemonnee inhoudende USD 270,-, en/of,
  • een of meerdere persoonlijke bescheiden, en/of,
  • een autosleutel, en/of,
  • een kamersleutel, en/of,
  • een kluissleutel,

in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),

  • met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 1] en/of [SLACHTOFFER 2], is/zijn binnen gedrongen, en/of,
  • die [SLACHTOFFER 1] (vervolgens) (met kracht) binnen het appartement heeft/hebben geduwd, en/of,
  • (vervolgens) die [SLACHTOFFER 1] met een vuurwapen aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
  • die [SLACHTOFFER 2] met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of
  • (op een dreigende toon) naar de sleutel van de kluis heeft/hebben gevraagd/gemaand.

FEIT 2:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE PLAYA [NAAM PLAYA 1]

dat hij op
of omstreeks8 februari 2017,
althans in of omstreeks de maand februari 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een of meerderemobiele telefoon
    (s
    ), en
    /of,
  • een of meerderegoederen van verdachtes gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [BENADEELDE PARTIJ 1]
en/of [SLACHTOFFER 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE PARTIJ 1]
en/of [SLACHTOFFER 3],gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld
en/of welke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit,
  • het met
  • het
  • het
  • het
  • het (op een dreigende toon) naar geld te vragen
en/of
dat hij op of omstreeks 8 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [BENADEELDE PARTIJ 1] heeft gedwongen tot de afgifte van,
  • een of meerdere mobiele telefoon(s), en/of,
  • een of meerdere goederen van verdachte’s gading

in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE PARTIJ 1] en/of [SLACHTOFFER 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),

  • met gemaskerde/bedekte gezicht(en) de woning van [BENADEELDE PARTIJ 1] en/of [SLACHTOFFER 3], is/ zijn binnen gedrongen, en/of,
  • (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 1] met een luchtdrukgeweer aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
  • (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 1] met een honkbalknuppel aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
  • (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 1] met de (geschoeide) voeten aan/rond het lichaam heeft/hebben mishandeld, en/of,
  • (op een dreigende toon) naar geld heeft/hebben gevraagd/ gemaand.

FEIT 4:

POGING DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. POGING AFPERSING TE BUSHALTE [NAAM WIJK 1]

dat hij op
of omstreeks6 maart 2017,
althans in of omstreeks de maand maart 2017te Curaçao, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen,
  • een tas,
  • een of meerdere goederen van verdachte’s gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [SLACHTOFFER 4 ],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),en daarbij die voorgenomen diefstal
te doen voorafgaan en/ofte doen vergezellen
en/of te doen volgenvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [SLACHTOFFER 4 ], te plegen met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
  • (met
  • (vervolgens
    )die [SLACHTOFFER 4 ] een
    (gro
    ot
    )kapmes heeft
    /hebbenvoorgehouden, en
    /of,
  • zevenmaal
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en
/oftengevolge van welk bovenomschreven feit [SLACHTOFFER 4 ]
(zwaar)lichamelijk letsel, te weten een
(diep)kapwond aan de armen,
althans het lichaamheeft opgelopen
,
en/of
dat hij op of omstreeks 6 maart 2017, althans in of omstreeks de maand maart 2017 te Curaçao, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 4 ] te dwingen tot de afgifte van,
  • een tas, en/of,
  • een of meerdere goederen van verdachte’s gading,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4 ] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met voormeld oogmerk,
  • (met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) op die [SLACHTOFFER 4 ] is afgekomen, en/of,
  • (vervolgens) die [SLACHTOFFER 4 ] een (grote) kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
  • zevenmaal, althans een of meerdere malen die [SLACHTOFFER 4 ] met voornoemd kapmes aan de armen en/of handen, althans het lichaam heeft mishandeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en/of tengevolge van welk bovenomschreven feit [SLACHTOFFER 4 ] (zwaar) lichamelijk letsel, te weten een (diep) kap wond aan de armen, althans het lichaam heeft opgelopen.

FEIT 5:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [ADRES 1]

dat hij op
of omstreeks19 januari 2017,
althans in of omstreeks de maand januari 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een portemonnee en
  • een mobiele telefoon van het merk Sony, model Experia Z1
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [BENADEELDE PARTIJ 3] en
/of[BENADEELDE PARTIJ 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit,
  • (het met
  • het
  • het
en/of
dat hij op of omstreeks 19 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4] heeft gedwongen tot de afgifte van,
  • een portemonnee,
  • een mobiele telefoon van het merk Sony, model Experia Z1

in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),

  • (met gemaskerde/bedekte gezicht(en)) de woning van die [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4], heeft/hebben binnen gedrongen, en/of,
  • (vervolgens) die [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4] een vuurwapen en/of een kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
  • (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen die [BENADEELDE PARTIJ 3] en/of [BENADEELDE PARTIJ 4] onder bedwang heeft/hebben gehouden.

FEIT 6:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [NAAM BUNGALOW] BUNGALOW

dat hij op
of omstreeks2 januari 2017,
althans in of omstreeks de maand januari 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
- een tas,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [SLACHTOFFER 4],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld
en/of welke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit,
  • het met
  • het
en/of
dat hij op of omstreeks 2 januari 2017, althans in of omstreeks de maand januari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [SLACHTOFFER 4] heeft gedwongen tot de afgifte van,
-
een tas,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),
  • met gemaskerde/bedekte gezicht(en) het appartement van die [SLACHTOFFER 4], is/zijn binnen gedrongen, en/of,
  • (vervolgens) die [SLACHTOFFER 4] met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp, aan het hoofd, althans het lichaam heeft/hebben geslagen.

FEIT 7:

DIEFSTAL MET GEWELD C.Q. AFPERSING TE [NAAM PLAATS 1]

dat hij op
of omstreeks17 februari 2017
, althans in of omstreeks de maand februari 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een
  • een fotocamera (van het merk Nikon), en
  • een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en
  • een
  • een portemonnee, en
  • een Camera (van het merk Gopro Hero 4),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [SLACHTOFFER 6]
en/of [SLACHTOFFER 7]
en/of [BENADEELDE PARTIJ 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [SLACHTOFFER 6] en
/of[SLACHTOFFER 7] en
/of[BENADEELDE PARTIJ 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit,
  • (het met
    gemaskerde/bedekte gezicht
    (en
    )bij die [SLACHTOFFER 6] en
    /of[SLACHTOFFER 7] en
    /of[BENADEELDE PARTIJ 5], verschijnen, en
    /of,
  • het
  • het (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen en/of een kapmes die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5] aan te manen om alle waardevolle goederen over te dragen,
en/of
dat hij op of omstreeks 17 februari 2017, althans in of omstreeks de maand februari 2017 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5] heeft gedwongen tot de afgifte van,
  • een of meerdere tas(sen) inhoudende € 25,= en/of,
  • een fotocamera (van het merk Nikon), en/of,
  • een mobiele telefoon (van het merk Samsung), en/of,
  • een of meerdere geldbedragen ter waarde van USD. 35,=, en/of,
  • een portemonnee, en/of,
  • een Camera (van het merk Gopro Hero 4),

in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, verdachte(n),

  • met gemaskerde/bedekte gezicht(en) bij die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5], is/zijn verschenen, en/of,
  • (vervolgens) die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5] een vuurwapen en/of een kapmes heeft/hebben voorgehouden, en/of,
  • (vervolgens) onder bedreiging van een vuurwapen en/of een kapmes die [SLACHTOFFER 6] en/of [SLACHTOFFER 7] en/of [BENADEELDE PARTIJ 5] heeft/hebben aangemaand om alle waardevolle goederen over te dragen.
Het Hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1]
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Curaçao.
Ten aanzien van de feiten 1, 2, 5, 6 en 7
1.De verklaring van [hoofdagent 1], afgelegd als getuige tijdens de terechtzitting in hoger beroep d.d. 21 maart 2019, voor zover inhoudende als volgt:
“De verdachte [verdachte] heeft als bijnaam ‘[bijnaam verdachte]’.”
2.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte], p. 264-267, gesloten en getekend door [hoofdagent 2] en [hoofdagent 1], beiden hoofdagenten van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 16 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte]:
“Ik weet de volle gegevens van [bijnaam verdachte] en [naam broer verdachte] niet, maar hun achternaam is [achternaam verdachte en broer]. Beiden zijn zoons van de mevrouw met de achternaam [achternaam moeder verdachte]."
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte], p. 270, gesloten en getekend door [hoofdagent 1] en [brigadier 1], resp. hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 21 maart 2017, voor zover inhoudende de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
“Ik ben met de mannen bijgenaamd [naam broer verdachte] en [bijnaam verdachte] geweest. Ik ben bevriend met beide mannen. Ik ken deze mannen al voor een lange tijd. Ik ga vaak naar hun woning. Mijn broer heeft twee kinderen met hun zus.”
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] p. 387, gesloten en getekend door [hoofdagent 2] en [buitengewoon agent 1] resp. hoofdagent en buitengewoon agent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 21 maart 2017, voor zover inhoudende de verklaring van de verdachte [verdachte]:
“[medeverdachte 1], bijgenaamd “[bijnaam medeverdachte 1]” is mijn zwager. De broer van [achternaam medeverdachte 1] heeft een kind met mijn zus.”
Ten aanzien van feit 1
1.Het proces-verbaal van aangifte, p. 25-29, gesloten en getekend door [hoofdagent 3], hoofdagent van politie werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 17 april 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [slachtoffer 1]:
“Op 16 april 2016 waren mijn echtgenote, [echtgenote slachtoffer 1], en ik omstreeks 21.20 uur bij de [naam apartments 1] Apartments, gelegen te [naam wijk 1]. Wij verbleven in appartement nummer [appartementsnummer]. Toen ik de deur van het appartement opendeed, werd ik door vier mannen met bedekte gezichten aangevallen. Dader 1 had mij met geweld en kracht naar binnen geduwd met zijn hand. Hierdoor kwam ik op de vloer van het appartement terecht. Dader 1 en 2 waren naar binnen gekomen. Dader 1 sloeg mij met het vuurwapen met geweld en kracht op het behaarde gedeelte van mijn hoofd. Ik voelde hierdoor heel veel pijn aan mijn hoofd. De harde klap zorgde voor het ontstaan van een zwelling. De mannen vroegen het volgende in de Engelse taal aan mij: “Where is the key from the save” (“waar is de sleutel van de kluis”, vertaling verbalisant). De daders 3 en 4 waren buiten het appartement gebleven. Zij waren bezig met mijn echtgenote buiten. Toen de andere klanten van het appartementencomplex hun ramen en deuren hadden opengemaakt, renden de daders weg. Toen ik naar buiten was gegaan, zag ik dat mijn echtgenote op de grond lag. Ik zag dat zij bloed had aan haar voet, neus en hand. Ik vernam van mijn echtgenote dat de daders 3 en 4 haar met een kapmes hadden geslagen. Ten gevolge daarvan had zij verschillende kapwonden opgelopen. Ik vernam ook van mijn echtgenote dat de daders, nadat zij haar met het kapmes hadden mishandeld, haar lichtbruine handbagage, inhoudende een autosleutel, een kamersleutel, een kluissleutel, een mobiele telefoon van het merk Samsung, een portemonnee inhoudende $270,00 en andere persoonlijke bescheiden, hadden weggerukt.”
2.Het proces-verbaal van bevinding en verrichting, p. 31-32, gesloten en getekend door [hoofdagent 1], hoofdagent agent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 17 april 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant [hoofdagent 1]:
“Op 16 april 2016 bevond ik mij omstreeks 21:30 uur buiten dienst, toen ik door mijn collega werd opgebeld met de mededeling dat een beroving had plaatsgevonden te [naam apartments 1] Apartments. Ik ging direct daarheen. De personen die ik daar had aangetroffen, vertelden mij dat zij door vier gemaskerde mannen met kapmessen en vuurwapens waren beroofd. De mannen waren na hun daad in het bosschage gevlucht. Ik had een vermoeden wie de daders waren en begaf mij hierdoor naar de volkswoningen te [naam wijk 1]. Toen ik bij het buurtcentrum [naam wijk 1] stond, zag ik de mannen [medeverdachte 1] ([bijnaam medeverdachte 1]) en [medeverdachte 2]. Zij wonen beiden in de volkswoningen te [naam wijk 1]. Vervolgens ging ik omstreeks 22:10 uur terug naar de [naam apartments 1] Apartments. Mijn collega en ik gingen de door de daders genomen vluchtweg op. Op de vluchtweg zagen wij enkele voetstapafdrukken die liepen in de richting van [naam apartments 1] en terug van [naam apartments 1]. Omstreeks 00:45 uur zag ik hoe twee mannen met dezelfde kleding als die van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vluchtig de weg vanuit het bosschage overstaken. Zij liepen hard in het bosschage gelegen nabij het kerkhof [naam wijk 1]. Op 17 april 2016 begaf ik mij weer naar [naam wijk 1] om de vluchtweg op te gaan. Op het erf van de woning van de soeur had ik twee tassen met inhoud aangetroffen. Ik liep verder op de vluchtweg en nabij een verlaten/bouwvallig gebouw werden twee paspoort kopieën en andere goederen aangetroffen. Ik liep verder tussen de struikgewassen en kwam uit op de plek waar ik de twee mannen omstreeks 00:45 uur zag komen.”
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2], p. 214-217, gesloten en getekend door [hoofdagent 2] en [hoofdagent 4], beiden hoofdagenten, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 2]:
“Ik heb de beroving te [naam apartments 1] Apartments samen met [bijnaam verdachte] (het Hof begrijpt: [verdachte]), [naam broer verdachte] (het Hof begrijpt: [broer van verdachte]), [medeverdachte 3] en [bijnaam medeverdachte 1] (het Hof begrijpt: [medeverdachte 1]) gepleegd. [bijnaam verdachte] was met het plan gekomen. Op 16 april 2016 waren wij omstreeks 21:00 uur in de richting van de [naam apartments 1] Apartments te [naam wijk 1] vertrokken. Toen wij daar waren aangekomen, besloten wij in het bosschage tegenover het appartementencomplex te gaan staan wachten op iemand die wij konden beroven. [bijnaam verdachte] was in het bezit van een kapmes, [naam broer verdachte] had een klein kapmes, [medeverdachte 3] had een bruine [wapenmodel] geweer en [bijnaam medeverdachte 1] was in het bezit van een slagersmes. “
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2], p. 219-223, gesloten en getekend door [hoofdagent 2] en [hoofdagent 5], beiden hoofdagenten van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 28 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 2]:
“Ik ben de beroving samen met [bijnaam verdachte] (het Hof begrijpt: [verdachte]), [naam broer verdachte] (het Hof begrijpt: [broer van verdachte]), [medeverdachte 3] en [bijnaam medeverdachte 1] (het Hof begrijpt: [medeverdachte 1]) gaan plegen. Toen de man de deur opendeed, sprong [bijnaam verdachte] op de man en duwde hem met kracht naar binnen. [medeverdachte 3] en [naam broer verdachte] volgden hem naar binnen. [bijnaam medeverdachte 1] bleef voor het appartement staan. [bijnaam verdachte] en [naam broer verdachte] waren in het bezit van een kapmes. [bijnaam medeverdachte 1] had een slagersmes bij zich en [medeverdachte 3] was in het bezit van een jachtgeweer.”
5.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], p. 33-35, gesloten en getekend door [hoofdagent 1], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 19 april 2016, voor zover inhoudende als verklaring van de getuige [getuige 2]:
“Op 12 april 2016 ben ik samen met de stageloper [bijnaam medeverdachte 1] (het Hof begrijpt: [medeverdachte 1]), het appartement nummer [appartementsnummer] klaar gaan maken. Naast de hoofdingang om de hoek van het appartement nummer [appartementsnummer] is er een walk-in closet. Daarbinnen, onder de laatste la, is de kluis te vinden. De kluis is niet zichtbaar vanaf de voordeur.”
Ten aanzien van feit 2
1.Het proces-verbaal van aangifte, p. 83-86, gesloten en getekend door [brigadier 2], brigadier van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 13 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [benadeelde partij 1]:
“Op 8 februari 2017 zat ik op de porch van mijn appartement te [adres 2] toen ik de honden tekeer hoorde gaan. Toen ik in de achtertuin keek, zag ik enkele mannen met bedekte gezichten over het achterhek springen en op mij af komen rennen. Dader 1 had een luchtdrukgeweer bij zich en de daders 2 en 3 hadden een honkbalknuppel bij zich. Bij het zien van de daders was ik geschrokken en rende meteen naar binnen. Het lukte mij niet om de huisdeur dicht te doen. Ik kreeg gelijk klappen op mijn hoofd met het luchtdrukgeweer van dader 1. Ik heb verschillende snijwonden opgelopen op mijn schedel. Ik had heel veel pijn en was zelfs duizelig geworden van die harde klappen. Door de andere daders werd ik met de honkbalknuppel geslagen. Ik werd ook geschopt door die daders. Dader 1 schreeuwde in de Engelse taal: “money, money, money”. Nadat ik duizelig was geworden werd ik naar een van de kamers in het huis gesleurd. Op de grond werd ik geslagen met de honkbalknuppel. Ik werd ook geschopt. Ik heb hieraan veel kapwonden en blauwe plekken overgehouden. In de kamer lag ik in een grote plas bloed.”
2.Het proces-verbaal van nader verhoor aangever, p. 89-92, gesloten en getekend door [hoofdagent 1], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 14 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [benadeelde partij 1]:
“Twee mannen waren gewapend met een honkbalknuppel en één met vermoedelijk een luchtdrukgeweer. Ik werd door één van de daders met een honkbalknuppel op mijn hoofd geslagen. Ik werd door de mannen tegelijk mishandeld, met een honkbalknuppel, met de kolf van een geweer, met tot vuist gebalde handen en met geschoeide voeten. Ik viel op een gegeven moment op de vloer en zij gingen dan echt tekeer. Hierna werd ik naar de slaapkamer gesleurd. De mannen bleven mij mishandelen. Ik kreeg een gapende snijwond die hevig aan het bloeden was. In de slaapkamer bleef ik op de vloer liggen. De daders gingen over tot het doorzoeken van onze woning. De daders hebben een gebroken houten honkbalknuppel, een gouden ring, enkele Pandora armbanden en twee polshorloges meegenomen.”
3.Het proces-verbaal van bevindingen nader verhoor, p. 97, gesloten en getekend door [hoofdagent 1], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 15 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant [hoofdagent 1]:
“Op 15 maart 2017 werd ik gebeld door de aangever [benadeelde partij 1]. Ik had toen aan hem gevraagd om een betere beschrijving te geven van het luchtdrukgeweer dat tegen hem werd gebruikt. Hij zei dat de kolf bruin was, met aan het achterste gedeelte een zwarte rubber.”
4.Het proces-verbaal van aangifte diefstal o.v.o., p. 93-95, gesloten en getekend door [hoofdagent 1], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 9 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [slachtoffer 3]:
“Op 8 februari 2017 verlieten wij ons appartement te [naam wijk 1], [adres 2]. Wij deden alles op slot en grendel. Toen wij terugkeerden naar ons appartement zagen wij dat de politie en de ambulance ter plekke waren. Toen wij naar binnen waren gelopen zagen wij dat de huisbaas verwond was. Wij zagen een grote plas bloed. De vrouw van de huisbaas vertelde aan ons dat bij hen was ingebroken.”
5.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 264-267, gesloten en getekend door [hoofdagent 2] en [hoofdagent 1], beiden hoofdagenten van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 16 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
“Ik ben samen met [bijnaam verdachte] (het Hof begrijpt: [verdachte]) en [naam broer verdachte] (het Hof begrijpt: [broer van verdachte]) bij de beroving op 8 februari 2017 te Playa [naam playa 1] nummer [nummer adres 2] betrokken geweest. Op 8 februari 2017 begonnen [bijnaam verdachte] en [naam broer verdachte] te praten over het plegen van een diefstal. Op een gegeven moment besloten wij de diefstal te gaan plegen. Toen wij bij de woning waren aangekomen, sprongen wij over de afrastering. De bewoner die op dat moment op de porch zat, stond op bij het zien van ons en hij liep vlug naar binnen. [bijnaam verdachte] en [naam broer verdachte] renden achter hem aan. [naam broer verdachte] had een honkbalknuppel en [bijnaam verdachte] had een [wapenmodel]. De kolf van het geweer was bruin van kleur en onderaan had deze een zwarte rubber. Wij hadden tijdens de beroving onze gezichten bedekt.”
6.Het proces-verbaal van plaatsaanwijzing, p. 100-101, gesloten en getekend door [hoofdagent 1] en [brigadier 1], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, beiden werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisanten [hoofdagent 1] en [brigadier 1]:
“Op 22 maart 2017 gingen wij, vergezeld van de verdachte [medeverdachte 1], richting [naam wijk 1]. Eenmaal wij in de wijk [naam wijk 1] waren aangekomen reden wij op aanwijzingen van de verdachte. Toen wij bij het perceel [nummer adres 2] waren aangekomen, zei de verdachte dat zij ook daar een diefstal met geweld hadden gepleegd (Opmerking verbalisant: deze diefstal met geweld werd op 8 februari 2017 gepleegd).”
Ten aanzien van feit 4
1.Het proces-verbaal van aangifte, p. 128-134, gesloten en getekend door [hoofdagent 6], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 8 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [slachtoffer 4]:
“Toen wij ons op 6 maart 2017 bij de bushalte ter hoogte van de Misa di [naam wijk 1] bevonden, zagen wij een man uit een oud huis komen. Zijn gezicht was bedekt. Met zijn rechterhand hield hij iets dat leek op een machete omhoog. De man nam mijn tas vast en trok aan deze. Ik hield mijn tas stevig vast. De man begon zijn wapen stevig te zwaaien. Hij kapte mij daarmee ongeveer zeven keren achter elkaar. Ik voelde veel pijn en de verwondingen op mijn handen begonnen hevig te bloeden. Toen een aantal toeristen in onze richting aan kwam rijden, liet de man mijn tas los. De man vluchtte te voet weg.”
2.Het proces-verbaal van verhoor [getuige 3], p. 136-138, gesloten en getekend door [hoofdagent 1], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 6 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de getuige [getuige 3]:
“Op 6 maart 2017 reden wij met mijn vrachtauto van de woonwijk [naam wijk 1], richting Playa [naam playa 1]. Toen wij op de naamloze verharde weg nabij het kerkhof van [naam wijk 1] waren, kwamen wij de ons welbekende/beruchte jongeman met als achternaam [achternaam verdachte]tegen. Wij reden door en hij liep verder in de richting van Playa [naam playa 2]. Ik ging terug naar [naam apartments 2] Apartments. Daar aangekomen zag ik een aantal auto’s geparkeerd op de parkeerplaats van het appartementen complex. Ik zag ook een echtpaar naast de afrastering van de pastoor woning staan. Ik stapte uit mijn vrachtwagen en liep naar binnen. Kort daarna liep ik terug naar mijn vrachtwagen. Ik hoorde een geschreeuw en een heftige woordenwisseling.. Ik keek in de richting van de bushalte en zag hoe een man met het echtpaar aan het worstelen was. Degene die met het echtpaar aan het worstelen was had dezelfde signalementen als die van de jongeman [achternaam verdachte]. Ik zag ook dat de bestuurder van een witgelakte auto heftig aan het toeteren was om de aandacht van de dief te trekken om de beroving te voorkomen. Hierdoor zag ik dat de dader hard wegliep tussen de bosschage. De slachtoffers liepen in de richting van de geparkeerde auto’s. Ik zag dat de man hevig aan zijn linkerpols aan het bloeden was. De dader had zijn hoofd gewikkeld in een wit hemd of iets dergelijks. Door de klederdracht en postuur van de dader had ik mijn conclusie getrokken dat de dader de jongeman [achternaam verdachte] was. De dader droeg dezelfde kleding als die van [achternaam verdachte]enkele minuten eerder.”
3.Het proces-verbaal van fotoconfrontatie, op ambtseed opgemaakt en gesloten en getekend door de verbalisant [hoofdagent 1], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 12 januari 2016, p. 139-141, voor zover inhoudende:
“Op 7 maart 2017 toonde ik aan de getuige [getuige 3] een fotosheet met (10) foto’s genummerd met de cijfers één tot en met tien. Als nummer 4 is opgenomen de afbeelding van de verdachte [verdachte].
Nadat de getuige bedoelde fotosheet goed had bekeken, verklaarde hij:
Ik herken de man afgebeeld op foto nummer 4 als de man die ik in mijn afgelegde verklaring noem [achternaam verdachte].”
4.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4], p. 142-144, gesloten en getekend door [hoofdagent 1], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 6 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de getuige [getuige 4]:
“Op 6 maart 2017 was ik samen met de pastoor bij de pastoorswoning. Wij waren op de veranda koffie aan het drinken toen de pastoor een echtpaar nabij de afrastering zag staan. Op een gegeven moment zag ik dat het echtpaar naar de bushalte liep. Na enkele minuten hoorde ik een geschreeuw gevolgd door een lawaai. Ik stond op en keek in de richting van de bushalte. Daar zag ik hoe een man het echtpaar aan het beroven was. Tevens hoorde ik hoe een auto heftig aan het toeteren was. Toen ik naar buiten liep, zag ik de dader hard weglopen in het bosschage. De dader had zijn hoofd gewikkeld in een wit doek of short. Eenmaal buiten zag ik dat het echtpaar richting de [naam apartments 2] Apartments aan het lopen was. De man had een verwonding aan zijn linkerpols opgelopen. De verwonding was hevig aan het bloeden. Gezien het postuur van de dader kon ik mijn conclusie trekken dat het de welbekende/beruchte jongeman met als achternaam [achternaam verdachte] was.”
Ten aanzien van feit 5
1.Het proces-verbaal van aangifte, p. 148-151, gesloten en getekend door [brigadier 2], werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 januari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangeefster [benadeeldepartij 3]:
“Op 19 januari 2017 waren [benadeeldepartij 4] en ik omstreeks 21:15 uur thuis te [adres 1] aangekomen. Wij zaten buiten toen vier mannen plotseling op ons af waren gekomen. Twee daders hadden hun gezichten bedekt. Buiten werd ik op de grond gezet. De dader met het pistool kwam eerst naar mij toe. Daarna ging hij naar binnen en de man met het kapmes kwam toen naar mij toe. Ik hoorde twee harde klappen, luid gegil en gebonk. Ik hoorde ook dat veel dingen overhoop werden gegooid. Na enkele minuten gingen de daders weer weg via dezelfde route. Mijn portemonnee met inhoud werd weggenomen.”
2.Het proces-verbaal bevestiging gedane aangifte beroving, bedreiging met vuurwapen, (los stuk), gesloten en getekend door [brigadier 3], brigadier van politie, d.d. 20 januari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [benadeeldepartij 4]:
“Op 19 januari 2017 gingen mijn vriendin [benadeelde partij 3] en ik samen met de huiseigenaar aan tafel zitten op de achterstoep van de woning [adres 1]. Toen zag ik vier onbekende mannen achter de palapa/overdekte ruimte tevoorschijn komen. Eén van de mannen hield een kapmes/machete in zijn hand. De man had zijn hoofd bedekt (dader 1). Toen ik door angst probeerde weg te rennen, kwam een van de andere mannen (dader 2) mij achterna. Ook zijn hoofd was bedekt. In zijn hand hield hij een vuurwapen vast. Daarmee richtte hij op mij. Het betreft een klein vuurwapen. Ik voelde mij bedreigd en bleef stilstaan met mijn handen omhoog. Dader 2 liep recht op mij af. Toen hij eenmaal dichterbij was gekomen, begon hij mijn broekzakken te doorzoeken. Hij haalde mijn mobiel van het merk Sony Experia Z1 Compact uit mijn broekzak. Vervolgens duwde hij mij terug in de richting van de tafel. Op hetzelfde moment uitte hij de woorden “Go Go”. Toen ik aan tafel ben gaan zitten, gingen de mannen het huis binnen (behalve dader 1). De deur van de slaapkamer van een Duitse mevrouw werd opengeschopt. Ik hoorde haar schreeuwen om hulp. Kort hierna kwam dader 1 weer naar buiten, gevolgd door dader 2. Hierna namen de daders de benen. De daders hebben mijn mobiel weggenomen.”
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1]., p. 87- 91 (Het proces-verbaal aanvullend [onderzoeksnaam] d.d. 30 maart 2017), gesloten en getekend door [hoofdagent 1] en [brigadier 1], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps politie Curaçao, d.d. 23 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
“Op 19 januari 2017 liep ik naar de woning van de gebroeders [achternaam verdachte]. [bijnaam verdachte] (het Hof begrijpt: [verdachte]) zei tegen mij dat hij van plan was om een beroving te gaan plegen. Ik had tegen hem gezegd om mij erbij te tellen. Ik ging op een gegeven moment naar huis en keerde daarna terug naar de woning van de gebroeders [achternaam verdachte]. Daar aangekomen trof ik [bijnaam verdachte], [naam broer verdachte] (Het Hof begrijpt: [broer van verdachte]) en een onbekende man aan. Vervolgens liepen wij via de gebruikelijke looppad naar de geel geverfde woning. Ik had een kleine knijptang bij mij en daarmee had ik de afrastering doorgeknipt. Door het gat zijn wij het erf opgelopen. Op de porch zaten vier personen. De voor mij onbekende man was gewapend met een klein pistool en hij liep als eerste op de personen af. Hij hield ze onder dwang. De gebroeders [achternaam verdachte]liepen naar binnen. Ik bleef buiten om op de honden te passen. Na enkele minuten liep de onbekende man ook naar binnen, waardoor ik de personen op de porch in bedwang en in de gaten moest houden. Ik hoorde vervolgens geschreeuw binnenshuis. Niet lang daarna kwamen de drie mannen hardlopend naar buiten. Ik liep op dat moment ook hard weg. Ik had een kapmes, de onbekende man had een klein pistool en [bijnaam verdachte] en [naam broer verdachte] hadden beiden kapmessen.”
4.Het proces-verbaal van plaatsaanwijzing, p. 100-101, gesloten en getekend door [hoofdagent 1] en [brigadier 1], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, beiden werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisanten [hoofdagent 1] en [brigadier 1]:
“Op 22 maart 2017 gingen wij, vergezeld van de verdachte [medeverdachte 1], richting [naam wijk 1]. Eenmaal wij in de wijk [naam wijk 1] waren aangekomen reden wij op aanwijzingen van de verdachte. Toen wij ter hoogte van perceel nummer [nummer adres 1]waren aangekomen, zei de verdachte dat hij samen met anderen een diefstal met geweld had gepleegd (Opmerking verbalisant: deze diefstal met geweld werd op 19 januari 2017 gepleegd).”
Ten aanzien van feit 6
1.Een proces-verbaal van aangifte, p.p. 153-156, vastgesteld door [brigadier 2], brigadier van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 4 januari 2017, inhoudende de verklaring van de aangever [slachtoffer 4]:
“Mijn vrouw en ik verbleven te [naam bungalow] Apartments te [naam wijk 1]. Op 2 januari 2017 was ik in de slaapkamer toen ik mijn schoonouders plotseling hoorde schreeuwen. Toen ik de slaapkamerdeur opendeed, kwam een onbekende man op mij af. Deze man sloeg mij zonder te aarzelen met een honkbalknuppel op mijn hoofd. Ik viel op de grond en mijn zicht werd wazig. Ik zag veel bloed. Toen ik opstond en naar buiten ging, zag ik hoe een van de twee daders een van de tassen wegpakte.”
2.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], G., p. 60-63 (Het proces-verbaal aanvullend [onderzoeksnaam] d.d. 30 maart 2017), gesloten en getekend door [hoofdagent 1] en [brigadier 1], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps politie Curaçao, d.d. 28 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
“De beroving te [naam bungalow] Bungalow op 2 januari 2017 heb ik samen met [bijnaam verdachte] (Het Hof begrijpt: [verdachte]) en [naam broer verdachte] (Het Hof begrijpt: [broer van verdachte]) gepleegd. Op die dag waren [naam broer verdachte] en ik gewapend met een kapmes en [bijnaam verdachte] was gewapend met een honkbalknuppel. [naam broer verdachte] en [bijnaam verdachte] zijn naar binnen gelopen bij de slachtoffers. Ik moest bij de deuropening staan om een oogje in het zeil te houden en om de mensen in de woonkamer onder bedwang te houden. [bijnaam verdachte] liep één van de slaapkamer binnen. [naam broer verdachte] liep vervolgens ook naar hem toe. [naam broer verdachte] bleef in de deur staan om mij te helpen met het houden van de andere personen onder bedwang. Na enkele minuten kwam [bijnaam verdachte] uit de slaapkamer met een zwarte tas in handen.”
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1]., p. 65-69 (Het proces-verbaal aanvullend [onderzoeksnaam] d.d. 30 maart 2017), gesloten en getekend door
[hoofdagent 1] en [brigadier 1], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps politie Curaçao, d.d. 21 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
“Ik was bij de woning van [naam broer verdachte] en [bijnaam verdachte] (Het Hof begrijpt: [broer van verdachte] en [verdachte]). Wij hadden een zwarte T-shirt om ons gezicht. Wij hadden van tevoren afgesproken dat wij een [naam bungalow] appartement zouden gaan beroven. Wij hadden geen afspraken gemaakt over welke bungalow wij zouden gaan beroven. Wij liepen gewoon het erf op en zagen dat de voordeur van de bungalow openstond. Voor de voordeur zat een mannelijke toerist en in de woonkamer zat een vrouw. [naam broer verdachte] en [bijnaam verdachte] gingen naar binnen.
4.Het proces-verbaal van plaatsaanwijzing, p. 100-101, gesloten en getekend door [hoofdagent 1] en [brigadier 1], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, beiden werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisanten [hoofdagent 1] en [brigadier 1]:
“Op 22 maart 2017 gingen wij, vergezeld van de verdachte [medeverdachte 1], richting [naam wijk 1]. Eenmaal wij in de wijk [naam wijk 1] waren aangekomen reden wij op aanwijzingen van de verdachte. Wij reden in een bocht in zuidelijke richting tot bij een T-kruising, waar een bord stond dat de richting van [naam bungalow] Bungalows aangaf. Wij reden toen op zijn aanwijzingen in oostelijke richting en aan de linkerkant van de weg wees hij ons de bungalows aan. Hij verklaarde dat zij via de grote poort op het erf hebben gelopen om hierna bij de tweede bungalow hun diefstal met geweld te plegen (Opmerking verbalisant: deze diefstal werd op 2 januari 2017 gepleegd).”
Ten aanzien van feit 7
1.Het proces-verbaal van aangifte, p. 158-161, gesloten en getekend door [hoofdagent 7], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 17 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [slachtoffer 6]:
“Op 17 februari 2017 ben ik samen met mijn neef en nog vier andere vrienden naar de “[locatie 1]” te Banda Abou gegaan. Toen wij van de trap afkwamen zag ik drie mannen met hun gezichten bedekt op ons afkomen. Dader 1 had een grote “machete” in zijn hand en dader 2 was bewapend met een vuurwapen. Op een gegeven moment zei een van de daders “go down” (“ga liggen”). Wij zijn gelijk op de grond gaan zitten, omdat wij vreesden voor ons leven en onze veiligheid. Dader 1 rukte mijn tas uit mijn handen. Dader 1 heeft ook de tas van mijn neef inhoudende 25 euro’s, een fototoestel van het merk Nikon, en een mobiele telefoon van het merk Samsung weggenomen. In de tussentijd merkte ik dat de andere daders mijn vier andere vrienden zijn gaan beroven.”
2.Het proces-verbaal van aangifte, p. 162-164, gesloten en getekend door [hoofdagent 6], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 18 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangeefster [slachtoffer 7]:
“Op 17 februari 2017 waren mijn zoon en ik bij de [locatie 1] te [naam plaats 2]. Toen wij de trap naar beneden liepen, werden wij verrast door drie mannen met bedekte gezichten. Tevens waren zij gewapend met een jachtgeweer en grote messen. De man met het jachtgeweer richtte deze in onze richting. De mannen zeiden in een niet goed gesproken Engelse taal tegen ons om op de grond te gaan liggen. Ik zag ook dat de andere mannen gedwongen werden om op de grond te gaan liggen. Ik zag dat de man het geweer tegen de benen van mijn zoon plaatste. De mannen hebben mijn rugtas inhoudende een mobiele telefoon en een portemonnee inhoudende $35 weggenomen.”
3.Het proces-verbaal van aangifte, p. 165-167, gesloten en getekend door [hoofdagent 6], hoofdagent van politie, werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 17 februari 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de aangever [benadeelde partij 5]:
“Op 17 februari 2017 ben ik samen met mijn echtgenote [echtgenote benadeelde partij 5] naar [naam plaats 2]gegaan. Bij de [locatie 1] werden wij benaderd door drie mannen met bedekte gezichten. Een van de mannen hield een jachtgeweer gericht in onze richting. De twee andere mannen waren gewapend met grote messen. De mannen zeiden in de Engelse taal tegen ons om op de grond te gaan liggen. De man met het jachtgeweer plaatste deze tegen mijn hoofd. De mannen hadden een camera van het merk Gopro Hero 4, een portemonnee met inhoud en een mobiele telefoon weggenomen. Ik zag dat zij ook spullen van de andere personen die daar stonden hadden weggenomen.”
4.Het proces-verbaal van: Verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 110-113 (Het proces-verbaal aanvullend [onderzoeksnaam] d.d. 23 maart 2017), gesloten en getekend door
[hoofdagent 1] en [brigadier 1], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps politie Curaçao, d.d. 23 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
“Op 17 februari 2017 ben ik naar de woning van de gebroeders [achternaam verdachte] (Het Hof begrijpt: [verdachte] en [broer van verdachte]) gelopen. Daar aangekomen zei ik tegen de gebroeders [achternaam verdachte] om wat te gaan eten bij [naam plaats 1]. Daarmee bedoelde ik om een beroving te gaan plegen. Zij gingen daarmee akkoord. Toen wij bij [naam plaats 1] waren aangekomen waren enkele toeristen al daar. Toen wij enkele toeristen bij de trap zagen, renden wij met z’n drieën op de toeristen af. Wij schreeuwden “hands up, go down” tegen de toeristen en wij begonnen goederen van de toeristen weg te nemen. Als ik me niet vergis had [naam broer verdachte] (Het Hof begrijpt: [broer van verdachte]) een portemonnee en een tas weggenomen. Ik heb een camera weggenomen. Daarna heb ik ook van [bijnaam verdachte] (Het Hof begrijpt: [verdachte]) een camera in ontvangst genomen. Later in de avond ben ik weer naar de van de gebroeders [achternaam verdachte] gelopen. Ik heb in die avond Nafl. 200,00 van [bijnaam verdachte] gekregen. Op de dag van de beroving hadden [bijnaam verdachte] en ik een kapmes bij ons. [naam broer verdachte] had de [wapenmodel]. Mijn rol tijdens de beroving was om de goederen van de gebroeders [achternaam verdachte] in ontvangst te nemen. De gebroeders [achternaam verdachte] moesten de goederen van de toeristen wegnemen.”
5.Het proces-verbaal van: Verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 115-117 (Het proces-verbaal aanvullend [onderzoeksnaam] d.d. 23 maart 2017), gesloten en getekend door
[hoofdagent 1] en [brigadier 1], respectievelijk hoofdagent en brigadier van politie, werkzaam bij het Korps politie Curaçao, d.d. 28 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 1]:
“Ik blijf bij de verklaring dat ik de beroving te [naam plaats 1] samen [naam broer verdachte] (Het Hof begrijpt: [broer van verdachte]) en [bijnaam verdachte] (Het Hof begrijpt: [verdachte]) heb gepleegd. [naam broer verdachte] en ik hadden een kapmes en [bijnaam verdachte] had het vuurwapen. Ik hield iedereen in de gaten en ik moest de weggenomen goederen van [bijnaam verdachte] en [naam broer verdachte] aannemen en bewaren. Wij hebben de slachtoffers in de Engelste taal aangesproken. Wij hebben “go down” tegen de slachtoffers gezegd.”
Nadere overweging Hof: [naam plaats 2], gelegen te Banda Abou, is een nationaal park in Curaçao, waarvan onder andere deel uitmaken de zogenaamde ‘[locatie 1]’ en ‘[naam plaats 1]’.
Bewijsoverwegingen
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde
Zoals reeds hierboven onder “Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie” door het Hof is overwogen en anders dan de raadsman heeft aangevoerd, is het Hof van oordeel dat geen feiten en omstandigheden aannemelijk zijn geworden waaruit blijkt dat aangever [benadeelde partij 1] is beïnvloed door verbalisant [hoofdagent 1] bij het afleggen van zijn tweede verklaring. Het Hof zal die verklaring dan ook tot het bewijs bezigen.
Met betrekking tot het onder 6 ten laste gelegde
De raadsman heeft met betrekking tot het onder 6 ten laste gelegde aangevoerd dat er in het proces-verbaal van aangifte niet is aangegeven in welke taal de aangifte is opgenomen en of er een professionele tolk bij aanwezig was; evenmin is het proces-verbaal door de aangever [slachtoffer 5] ondertekend.
Het Hof overweegt hieromtrent als volgt:
In het proces-verbaal van aangifte is de zinsnede “
Ik, verbalisant, ben het machtig in woord en/of geschrift” opgenomen. Hoewel deze zinsnede weliswaar niet de schoonheidsprijs verdient, valt uit die zin, in combinatie met de daaropvolgende mededeling dat de betreffende verbalisant [brigadier 2] de verklaring van de aangever in het Nederlands heeft vertaald, af te leiden dat de inhoud van het proces-verbaal van aangifte overeenstemt met de door aangever afgelegde verklaring. Dat het proces-verbaal niet door de aangever is ondertekend, doet daar niet aan af. Het proces-verbaal is immers op ambtseed opgemaakt en ondertekend door verbalisant [brigadier 2]. Het verweer wordt verworpen.
Met betrekking tot het onder 1, 2 en 6 ten laste gelegde
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte van het onder 1, 2 en 6 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe telkens aangevoerd dat de signalementen die de diverse aangevers, te weten [slachtoffer 1], [benadeelde partij 1] en [slachtoffer 5], in hun aangiftes hebben gegeven niet in de richting van de verdachte lijken te wijzen.
Het Hof overweegt hieromtrent dat aan de door de diverse aangevers gegeven signalementen in de onderhavige zaken geen doorslaggevende betekenis dient te worden toegekend. Een roofoverval als de onderhavige is immers een zeer stressvolle gebeurtenis en het Hof acht het zeer begrijpelijk dat een slachtoffer daarvan niet altijd accurate beschrijvingen van de daders kan geven. Ook acht het Hof voorstelbaar dat een aangever, zoals in het geval van de aangifte van [benadeelde partij 1], op een later moment, nadat het een en ander heeft kunnen bezinken, met meer details, nadere gegevens of zelfs afwijkende beschrijvingen komt.
Het Hof hecht daarentegen meer waarde aan de omstandigheid dat telkens de verklaringen van de diverse aangevers in de kern, in ieder geval voor wat betreft de loop van de gebeurtenissen, steun vinden in de overige bewijsmiddelen, waaronder de verklaringen van – in het geval van feit 1 – de medeverdachte [medeverdachte 2] en – in het geval van feit 2 en 6 – de medeverdachte [medeverdachte 1]. Dat deze medeverdachten hun eigen rol in de gebeurtenissen tot op zekere hoogte trachtten te bagatelliseren, doet daar niet aan af.
Hetgeen overigens door de raadsman is aangevoerd, leidt niet tot andere oordelen dan hier gegeven.
Het verweer wordt in al zijn onderdelen verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 2 en 6 bewezen verklaarde is telkens voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:291 juncto 2:289 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt telkens als volgt gekwalificeerd:
Diefstal, vergezeld van geweld en/of bedreiging van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 4 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:291 juncto 1:119 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken.
Het onder 1, 5 en 7 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:291 juncto 2:289 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Diefstal, vergezeld van geweld en/of bedreiging van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich in een relatief korte periode samen met de medeverdachten schuldig gemaakt aan een vijftal gewelddadige overvallen, waarbij voornamelijk toeristen het slachtoffer waren. De slachtoffers werden tijdens het merendeel van deze overvallen op een wrede wijze mishandeld met een honkbalknuppel, vuurwapens en/of kapmessen. De verdachte heeft zich hiernaast ook schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal met geweld. Hij heeft daarbij het slachtoffer meerdere malen met een kapmes gekapt en daarmee letsel veroorzaakt.
Deze reeks buitengewoon ernstige feiten heeft op Curaçao voor grote maatschappelijke beroering gezorgd. Met name acht het Hof het zeer kwalijk dat het geweld was gericht tegen toeristen, waardoor Curaçao als vakantie-eiland in een negatief daglicht is komen te staan. Door zijn handelen heeft de verdachte voorts de al in de samenleving aanwezige gevoelens van angst en onveiligheid versterkt.
Bovendien heeft de verdachte door zijn handelen een grote inbreuk gemaakt op het gevoel van vrijheid en veiligheid van de slachtoffers. Wat voor de slachtoffers een fijne vakantie had moeten zijn, is mede door toedoen van de verdachte uitgelopen op een nachtmerrie. Van slachtoffers van dit soort geweld is bekend dat de (psychische) gevolgen ernstig en langdurig kunnen zijn.
De verdachte is aan al deze gevolgen van zijn handelen volledig voorbijgegaan en heeft zich enkel laten leiden door zijn streven om op een gemakkelijke manier aan geld te komen. Dit wordt hem zwaar aangerekend en maakt dat gelet op de aard en de ernst van de feiten oplegging van een langdurige vrijheidsbenemende straf geïndiceerd is.
Bij de bepaling van de duur daarvan heeft het Hof rekening gehouden met straffen die ten aanzien van dit soort strafbare feiten in vergelijkbare gevallen door de rechter plegen te worden opgelegd. Daarbij geldt dat voor een enkele roofoverval waarbij sprake is van dreigen met een steekwapen in de regel al een gevangenisstraf van drie jaren wordt opgelegd en bij een roofoverval waarbij met het steekwapen wordt gestoken met eenvoudig letsel als gevolg geldt als uitgangspunt zelfs een gevangenisstraf van zes jaren.
In strafverzwarende zin heeft het Hof er ook acht op geslagen dat de verdachte reeds eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld en er dus blijk van heeft gegeven geen lering te hebben getrokken uit zijn eerder gemaakte fouten.
Bij de strafoplegging heeft het Hof voorts in straf verminderende zin acht geslagen op het psychologisch rapport van 3 juli 2017, waarin onderbouwd wordt aangegeven dat verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden aangemerkt.
Het Gerecht in eerste aanleg heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaren, met aftrek van voorarrest. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het gerecht het onder 3 ten laste gelegde feit, anders dan het Hof, bewezen heeft geacht. De procureur-generaal heeft, gelet op de omstandigheid dat hij tot vrijspraak van feit 3 heeft gerekwireerd, een gevangenisstraf van 10 jaren, met aftrek van voorarrest gevorderd. Het Hof is evenwel van oordeel dat de door de procureur-generaal gevorderde straf onvoldoende recht doet aan de hierboven genoemde ernst van de strafbare feiten. Met eenparigheid van stemmen is het Hof van oordeel dat hetzelfde ook geldt voor de door het Gerecht opgelegde straf, zelfs wanneer ermee rekening wordt gehouden dat het onder 3 ten laste gelegde niet door het Hof bewezen is verklaard.
Het Hof is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf van 14 jaren, met aftrek van voorarrest passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Schadevergoeding
De benadeelde partij
[benadeelde partij 1]heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 20.878,- wegens de materiële schade van NAf 1.500,- en immateriële schade van
NAf 19.378,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2017. De vordering van de benadeelde partij is bij vonnis waarvan beroep toegewezen, waarbij echter is verzuimd de gevorderde wettelijke rente toe te wijzen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering. De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Hof genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij 1] als gevolg van verdachtes onder 2 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Hof ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
De benadeelde partij
[benadeelde partij 2]heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt
NAf 5.304,47 wegens de materiële schade van NAf 3.331,37 en immateriële schade van NAf 1.973,10, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2016. De vordering van de benadeelde partij is bij vonnis waarvan beroep toegewezen, waarbij echter is verzuimd de gevorderde wettelijke rente toe te wijzen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering. De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Nu aan de verdachte ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin een schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel wordt uitgesproken, kan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet in de vordering worden ontvangen.
De benadeelde partij
[benadeelde partij 3]heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 2.604,21 wegens de materiële schade van NAf 669,21 en immateriële schade van NAf 1.935,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2017. De vordering van de benadeelde partij is bij vonnis waarvan beroep toegewezen, waarbij echter is verzuimd de gevorderde wettelijke rente toe te wijzen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering. De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Hof genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij 3] als gevolg van verdachtes onder 5 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Hof ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
De benadeelde partij
[benadeelde partij 4]heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 1.359,62 wegens de materiële schade van NAf 779,12 en immateriële schade van NAf 580,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2017. De vordering van de benadeelde partij is bij vonnis waarvan beroep toegewezen, waarbij echter is verzuimd de gevorderde wettelijke rente toe te wijzen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering. De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Hof genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij 4] als gevolg van verdachtes onder 5 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Hof ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
De benadeelde partij
[benadeelde partij 5]heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 2.808,75 wegens de materiële schade van NAf 2.228,25 en immateriële schade van
NAf 580,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 februari 2017. De vordering van de benadeelde partij is bij vonnis waarvan beroep toegewezen, waarbij echter is verzuimd de gevorderde wettelijke rente toe te wijzen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering. De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Hof genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij 5] als gevolg van verdachtes onder 7 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Hof ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
Met betrekking tot alle benadeelde partijen zal worden beslist omtrent de proceskosten als hieronder in het dictum vermeld.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:78, 1:123 en 1:136, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Hof:

vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg en doet opnieuw recht;

verklaartniet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 3 ten laste is gelegd en
spreekthem daarvan
vrij;
verklaartwettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaartniet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;

kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;

verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;

veroordeeltde verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
14 (veertien) jaren;
beveeltdat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
wijstde vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]geleden schade
toetot een bedrag van
NAf 20.878,00 (zegge: twintigduizend achthonderdachtenzeventig gulden)(NAf 1.500,00 aan materiële schade en
NAf 19.378,00 aan immateriële schade), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
veroordeeltde verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 1] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legtaan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]de verplichting
optot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 20.878,00 (zegge: twintigduizend achthonderdachtenzeventig gulden), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 139 (honderdnegenendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaaltdat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
bepaaltdat indien en voor zover (een van) de mededader(s) van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land;
verklaartde benadeelde partij
[benadeelde partij 2] niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat deze de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeeltde benadeelde partij [benadeelde partij 2] in de door de verdachte gemaakte kosten voor zover die betrekking hebben op de vordering van de benadeelde partij, begroot op nihil;
wijstde vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde partij 3]geleden schade
toetot een bedrag van
NAf 2.604,21 (zegge: tweeduizend zeshonderdvier gulden en eenentwintig cent)(NAf 669,21 aan materiele schade en NAf 1.935,00 aan immateriële schade), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 januari 2017 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
veroordeeltde verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 3] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legtaan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 3]de verplichting
optot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 2.604,21 (zegge: tweeduizend zeshonderdvier gulden en eenentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 januari 2017 tot aan de dag van de voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 36 (zesendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaaltdat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
bepaaltdat indien en voor zover (een van) de mededader(s) van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land;
wijstde vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde partij 4]geleden schade
toetot een bedrag van
NAf 1.359,62 (zegge: duizend driehonderdnegenenvijftig gulden en tweeënzestig cent)(NAf 779,12 aan materiele schade en NAf 580,50 aan immateriële schade), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 januari 2017 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
veroordeeltde verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 4] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legtaan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 4]de verplichting
optot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 1.359,62 (zegge: duizend driehonderdnegenenvijftig gulden en tweeënzestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 januari 2017 tot aan de dag van de voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 23 (drieëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaaltdat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
bepaaltdat indien en voor zover (een van) de mededader(s) van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land;
wijstde vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde partij 5]geleden schade
toetot een bedrag van
NAf 2.808,75 (zegge: tweeduizend achthonderdacht gulden en vijfenzeventig cent)(NAf 2.228,25 aan materiele schade en NAf 580,50 aan immateriële schade), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
veroordeeltde verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 5] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legtaan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij 5]de verplichting
optot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 2.808,75 (zegge: tweeduizend achthonderdacht gulden en vijfenzeventig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 februari 2017 tot aan de dag van de voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 38 (achtendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaaltdat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
bepaaltdat indien en voor zover (een van) de mededader(s) van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. de Doelder, mr. D. Radder en mr. M.B. van den Enden, leden van het Hof, bijgestaan door mr. R.J. Gras, (zittings)griffier, en op 11 april 2019 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige – en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte – processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Curaçao (Divisie Centrale Recherche, Team LEC III) d.d. 28 juli 2017, geregistreerd onder de onderzoeksnaam “[onderzoeksnaam][onderzoeksnaam]”, doorgenummerde dossierpagina’s 1 - 408.