ECLI:NL:OGHACMB:2019:233
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- E.M. van der Bunt
- M.B. van den Enden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsovereenkomst tussen [appellante] en Aruba Caribbean Hotel Limited Partnership N.V.
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door [appellante] is ingesteld tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) van 5 februari 2019. [Appellante] was werkzaam als (facial)therapist bij Aruba Caribbean Hotel Limited Partnership N.V., h.o.d.n. Hilton Aruba Caribbean Resort & Casino. In haar beroepschrift heeft [appellante] verzocht om de beschikking van het GEA te vernietigen en haar verzoeken alsnog toe te wijzen, met veroordeling van Hilton in de proceskosten. Hilton heeft in haar verweerschrift geconcludeerd tot bevestiging van de beschikking van het GEA en veroordeling van [appellante] in de proceskosten.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 oktober 2019 heeft [appellante] haar standpunt toegelicht, terwijl Hilton vertegenwoordigd was door haar gemachtigde en enkele medewerkers. Het Hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep tijdig en op de juiste wijze is ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn door [appellante] in het beroepschrift uiteengezet, maar het Hof heeft geoordeeld dat de bestreden beschikking van het GEA, waarin de verzoeken van [appellante] werden afgewezen, terecht was.
Het Hof heeft de feiten vastgesteld zoals die door het GEA zijn vastgesteld en heeft geoordeeld dat de relatie tussen [appellante] en Hilton niet kan worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst. Het Hof heeft de argumenten van [appellante] verworpen, waaronder haar beroep op artikel 7A:1631aa BW, en heeft geconcludeerd dat er geen gezagsverhouding bestond tussen partijen. De bestreden beschikking is bevestigd, en [appellante] is veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.