ECLI:NL:OGHACMB:2020:132
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep kort geding
- E.M. van der Bunt
- S.A. Carmelia
- M.B. van den Enden
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid in familierechtelijke geschillen na verhuizing van minderjarigen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [Appellant] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Het Gerecht had aan [Geïntimeerde] vervangende toestemming verleend om met de drie minderjarige kinderen van partijen naar Nederland te verhuizen. [Appellant] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij zes grieven heeft aangevoerd. De procedure is gestart met een akte van appel op 14 augustus 2019, gevolgd door een memorie van grieven op 4 september 2019. [Geïntimeerde] heeft op 9 oktober 2019 een memorie van antwoord ingediend, waarin zij de grieven van [Appellant] bestreed en verzocht om bevestiging van het bestreden vonnis.
Tijdens de behandeling van de zaak is gebleken dat [Geïntimeerde] de verhuizing naar Nederland al had doorgevoerd, wat de vraag oproept of het Hof nog bevoegd is om over de zaak te oordelen. Het Hof overweegt dat, hoewel het uitgangspunt is dat de bevoegdheid van de rechter wordt bepaald op het moment dat zijn tussenkomst wordt ingeroepen, er uitzonderingen bestaan op het zogenaamde perpetuatio fori-beginsel. Het Hof verwijst naar het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996, dat van toepassing is op deze zaak. Aangezien [Geïntimeerde] met toestemming van het Gerecht is verhuisd, concludeert het Hof dat de minderjarigen nu hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben en dat de Curaçaose rechter niet langer bevoegd is om van deze zaak kennis te nemen.
Het Hof verklaart zich daarom onbevoegd en laat de voorlopige maatregelen van het Gerecht in stand totdat de Nederlandse rechter mogelijk andere maatregelen treft. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 7 april 2020.