ECLI:NL:OGHACMB:2020:325
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Raadkamer
- S.A. Carmelia
- G. Edelenbos
- R. Veldhuisen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing beklag om niet te vervolgen wegens overtreding van de Landsverordening integriteit en het Wetboek van Strafrecht
Op 30 oktober 2020 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een zaak waarin de Stichting [naam stichting] een beklag had ingediend ex artikel 15 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het klaagschrift, ontvangen op 18 mei 2020, richtte zich tegen de voorwaardelijke sepotbeslissing van de procureur-generaal in Curaçao van 20 mei 2019, waarbij was besloten om [beklaagde] niet te vervolgen voor overtredingen van de artikelen 21 en 24 van de Landsverordening integriteit (kandidaat) ministers, alsook voor valsheid in geschrift en oplichting volgens het Wetboek van Strafrecht. De procureur-generaal had geconcludeerd dat de stichting niet ontvankelijk was in haar klacht en dat de klacht om opportuniteitsredenen moest worden afgewezen.
Tijdens de behandeling op 13 oktober 2020 in raadkamer heeft de voorzitter van de stichting het woord gevoerd en gepersisteerd bij de klacht. De procureur-generaal heeft zijn conclusie verdedigd. Het Hof heeft vastgesteld dat de stichting niet voldeed aan de wettelijke vereisten om als klaagster te worden ontvangen, omdat niet was aangetoond dat de stichting een belang behartigde dat door de beslissing tot niet-vervolging rechtstreeks werd getroffen. De feiten waarop het beklag betrekking had, dateerden van juni 2017, terwijl de stichting pas in november 2019 was opgericht. Het Hof concludeerde dat de stichting niet-ontvankelijk was in haar beklag en heeft het beklag afgewezen.
De beslissing van het Hof is definitief en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De zaak benadrukt de noodzaak voor rechtspersonen om aan te tonen dat zij rechtstreeks belanghebbenden zijn in zaken van niet-vervolging, zoals vastgelegd in artikel 15 Sv.