ECLI:NL:OGHACMB:2020:74
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep kort geding
- E.M. van der Bunt
- S.A. Carmelia
- M.B. van den Enden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over bevoegdheid in familierecht na verhuizing
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [Appellant] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Het Gerecht had aan [Geïntimeerde] vervangende toestemming verleend om met de drie minderjarige kinderen van partijen naar Nederland te verhuizen. [Appellant] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij zes grieven heeft aangevoerd. De procedure begon met de indiening van de akte van appel op 14 augustus 2019, gevolgd door een memorie van grieven op 4 september 2019. [Geïntimeerde] heeft op 9 oktober 2019 een memorie van antwoord ingediend, waarin zij de grieven bestreed en het Hof verzocht het vonnis te bevestigen.
Tijdens de behandeling van de zaak heeft het Hof vastgesteld dat [Geïntimeerde] inmiddels uitvoering heeft gegeven aan het bestreden vonnis door zich met de kinderen in Nederland te vestigen. Dit roept de vraag op of het Hof nog bevoegd is om over de zaak te oordelen, gezien de verhuizing van de minderjarigen naar Nederland. Het Hof heeft vastgesteld dat, hoewel het uitgangspunt is dat de bevoegdheid van de rechter wordt bepaald op het moment van de indiening van het verzoekschrift, er uitzonderingen zijn op het zogenaamde perpetuatio fori-beginsel. Volgens het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 zijn de autoriteiten van de Staat van de nieuwe gewone verblijfplaats bevoegd in geval van verplaatsing van de gewone verblijfplaats van het kind.
Het Hof concludeert dat de minderjarigen door de verhuizing hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben en dat de Curaçaose rechter daarom niet langer bevoegd is om van deze zaak kennis te nemen. Het Hof verklaart zich onbevoegd en laat de voorlopige maatregelen van het Gerecht in stand totdat de Nederlandse rechter eventueel andere maatregelen treft. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.