ECLI:NL:OGHACMB:2021:211

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
24 juni 2021
Publicatiedatum
16 augustus 2021
Zaaknummer
555.00301/18 H 114/2019
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege na hoger beroep in complexe psychische en verslavingszaak

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 24 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De verdachte, geboren in 1981 en thans gedetineerd in Curaçao, was eerder veroordeeld tot terbeschikkingstelling (TBS) met verpleging van overheidswege. De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis bevestigt, terwijl de raadsman van de verdachte zich verzette tegen deze maatregel en alternatieven bepleitte.

Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een complexe psychische en verslavingsproblematiek, die van invloed is op het gepleegde misdrijf en het recidiverisico. Ondanks pogingen om minder ingrijpende alternatieven te vinden, zoals ambulante TBS, bleek dit niet haalbaar vanwege de afwezigheid van een geschikt steunsysteem en de problematiek van de verdachte. De reclassering heeft aangegeven dat ambulante TBS niet mogelijk is zonder deugdelijke huisvesting, en eerdere pogingen tot behandeling in instellingen zijn mislukt.

Uiteindelijk concludeert het Hof dat er in Curaçao geen geschikte modaliteit voor TBS met voorwaarden beschikbaar is, en bevestigt daarom het vonnis van het Gerecht. Het Hof wijst op de gebreken in de voorzieningen voor TBS in Curaçao, waardoor de tenuitvoerlegging van de maatregel in de praktijk tekortschiet. De beslissing van het Hof is genomen met inachtneming van de belangen van de samenleving en de noodzaak tot beveiliging.

Uitspraak

Zaaknummer:H 114/2019

Parketnummer: 555.00301/18
Uitspraak: 24 juni 2021 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) van 17 juni 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Curaçao,
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis ter zake van het subsidiair ten laste gelegde veroordeeld tot terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. M.L.A. Angela, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman, mr. U.F. Dickens, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De raadsman heeft zich verzet tegen terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Hij heeft schorsing van het onderzoek ter terechtzitting bepleit teneinde alternatieven te beproeven.
Vonnis waarvan beroep
Het Hof zal het vonnis waarvan beroep onder aanvulling van gronden bevestigen. Het Hof kan zich namelijk verenigen met het vonnis waarvan beroep en met de redengeving waarop dit berust, maar is van oordeel dat die redengeving als volgt dient te worden aangevuld.
Aanvullende overwegingen met betrekking tot de op te leggen maatregel
Het Hof heeft met het Gerecht en aan de hand van rapporten van diverse deskundigen, met name de psychiaters G.E. Matroos en F.G.M. Heijtel, moeten vaststellen dat de verdachte kampt met een complexe psychische en verslavingsproblematiek, die van wezenlijke invloed is geweest op het begane misdrijf. Bovendien beïnvloedt dit in sterk negatieve zin het recidiverisico. Een en ander maakt naar het oordeel van het Hof, dat met het oog op het belang van beveiliging van de samenleving de oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met verpleging van overheidswege aangewezen is, terwijl de verdachte baat heeft bij een intensieve behandeling, waardoor hij bovendien bij uitstek een geschikte kandidaat is voor TBS met verpleging van overheidswege.
De procesfase van het hoger beroep heeft in het teken gestaan van uitgebreid onderzoek naar de haalbaarheid van voor de verdachte minder ingrijpende alternatieven, zonder dat tekort wordt gedaan aan het aspect van beveiliging, met name in de vorm van een ambulante TBS (TBS met voorwaarden), die bij een reeds bestaande instelling zou kunnen worden ondergaan. Deze zoektocht heeft er mede toe bijgedragen dat die procesfase bijna twee jaren in beslag heeft genomen.
De reclassering heeft op 5 mei 2020 aan het Hof bericht dat ambulante TBS niet mogelijk zal zijn indien de verdachte geen deugdelijke huisvesting heeft. Op 17 augustus 2020 heeft de reclassering daaraan toegevoegd dat in Curaçao de mogelijkheden ontbreken voor een ambulante TBS omdat daarvoor een multidisciplinaire aanpak nodig is, welke hier te lande ontbreekt. Desondanks heeft het Hof in samenspraak met de procureur-generaal en de verdediging de pogingen om tot een oplossing te komen voortgezet. Er is getracht het probleem van de huisvesting op te lossen door de verdachte te plaatsen in Un Miho Mañan, een afdeling van de Caprileskliniek. Op de zitting van 3 november 2020 is echter gebleken dat de problematiek van de verdachte, in dit geval met name zijn verslavingsproblematiek, heeft geleid tot het mislukken van dit traject, waardoor de verdachte niet langer welkom is bij Un Miho Mañan.
Naar aanleiding van de suggestie van psychiater Heijtel in zijn brief van 1 februari 2021 heeft het Hof vervolgens besloten te beproeven of een opname van de verdachte in verslavingskliniek Brasami uitsluitsel kan bieden. Hoewel de reclassering sceptisch was, heeft zij contact opgenomen met Brasami en tijdens de zitting van 2 maart 2021 bleek het Hof dat de verdachte in Brasami kon worden ogenomen. Tijdens de zitting van 9 juni 2021 werd de balans opgemaakt. Daaruit bleek dat de problematiek bij de verdachte zodanig is, dat een opname in Brasami naar verwachting niet zal leiden tot het gewenste resultaat. Uit het rapport van Brasami van 31 mei 2021 blijkt dat een terugval in middelengebruik te verwachten is, aangezien de verdachte naar eigen zeggen zonder druk van buitenaf weer zal gaan gebruiken. Veelzeggend is dat de verdachte bij de opname in Brasami positief werd getest op THC, hetgeen betekent dat hij kort tevoren, derhalve zelfs binnen de gevangenismuren, marihuana had gebruikt. Volgens even genoemd rapport van Brasami is een dwangopname aldaar, gelet op de dieperliggende, complexe psychiatrische problematiek, niet de juiste behandelvorm. Dit wordt onderschreven door de reclassering in het briefrapport van 8 juni 2021. Als complicerende factor wordt daarbij het ontbreken in Curaçao van een steunsysteem voor de verdachte genoemd. Het Hof heeft in dat kader kunnen lezen dat tijdens de opname in Brasami tussen de verdachte en zijn moeder een conflict is ontstaan, waardoor het contact tussen beiden is verbroken. Uit het psychologisch rapport van drs. S. Ebecilio van 29 mei 2021 volgt tenslotte, dat ook bij behandeling in Brasami het recidiverisico als hoog moet worden ingeschat.
Het Hof komt op grond van het vorenstaande dan ook tot de wrange slotsom dat er, hoewel er veel in het werk is gesteld om een passende oplossing voor de verdachte te vinden, in Curaçao thans geen geschikte modaliteit voor TBS met voorwaarden voor de verdachte beschikbaar is. Bij die stand van zaken rest, gelet op het zwaarwegende belang van beveiliging van de samenleving, het Hof geen andere keuze dan de maatregel van TBS met verpleging van overheidswege, zoals reeds opgelegd door het Gerecht, te handhaven.
Het Hof stelt met het oog op de tenuitvoerlegging van de maatregel van TBS echter vast, dat, hoewel deze maatregel inmiddels bijna tien jaar geleden in de wet is opgenomen, het ervoor moet worden gehouden dat het land Curaçao ernstig in gebreke is met het treffen van de daarvoor noodzakelijke voorzieningen. Als gevolg daarvan komt de tenuitvoerlegging van de maatregel van TBS met verpleging van overheidswege in de praktijk erop neer dat daartoe veroordeelden in het SDKK op de FOBA-afdeling worden gehuisvest, alwaar zij weliswaar medicatie ontvangen, maar overigens een op maat gesneden behandeling achterwege blijft.
Gelet op het vorenstaande bevestigt het Hof het vonnis van het Gerecht.

BESLISSING

Het Hof:
bevestigthet vonnis van het Gerecht met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Veldhuisen, mr. M.C.B. Hubben en mr. S.A. Carmelia, leden van het Hof, bijgestaan door mr. R.J. Gras, (zittings)griffier, en op 24 juni 2021 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao.