Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
S T R A F V O N N I S
[verdachte],
strafrechtelijkeaard; tuchtrechtelijke of fiscale maatregelen vallen daar derhalve in beginsel niet onder.
TWEE (2) JAREN.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint-Maarten, van 22 mei 2002. De verdachte, een notaris, is beschuldigd van verduistering van bedragen aan overdrachtsbelasting die hij van zijn cliënten had ontvangen, maar niet had afgedragen aan de Landsontvanger. Het Hof heeft de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie beoordeeld, waarbij de raadsman van de verdachte aanvoerde dat de vervolging in strijd was met het 'ne bis in idem'-beginsel, omdat de verdachte al tuchtrechtelijk was gestraft en fiscale boetes had gekregen. Het Hof verwierp dit verweer, aangezien tuchtrechtelijke en fiscale maatregelen niet onder het 'ne bis in idem'-beginsel vallen. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen, omdat de situatie van andere notarissen niet vergelijkbaar was met die van de verdachte.
Het Hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de verduistering van overheidsgelden, gepleegd in de periode van 1 januari 1997 tot en met december 1998. De verdachte had zich wederrechtelijk toegeëigend wat hem toebehorde als notaris. Het Hof overwoog dat de verdachte het vertrouwen dat in hem was gesteld ernstig had beschaamd. Bij de strafoplegging hield het Hof rekening met de lange duur van de procedure, de ontzetting uit het notarisambt en de betalingsregeling die de verdachte had getroffen met de Ontvanger. Uiteindelijk werd een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar opgelegd, met een proeftijd van twee jaar, waarbij de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij de verdachte zich opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit.