Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
Op 4 januari 2018 heeft [appellant] de minister verzocht om aan hem een vergunning tot tijdelijk verblijf te verlenen met als verblijfsdoel gezinsvorming. Dit verzoek heeft de minister afgewezen omdat het verzoek niet binnen 1 jaar na het sluiten van de huwelijksvoltrekking is ingediend. Het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar heeft de minister op 19 september 2019 ongegrond verklaard om de hiervoor genoemde reden. Daarbij heeft de minister er ook op gewezen dat [appellant] al langere tijd illegaal op het eiland woonde en werkte, en dat zijn echtgenote niet aan het inkomensvereiste voldoet. Het Gerecht heeft het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tussen partijen is niet langer in geschil dat de echtgenote van [appellant] aan het inkomensvereiste voldoet.
Voor de toepassing van deze bepaling hanteert de minister het beleid zoals opgenomen in de richtlijnen van de minister van Justitie van
Sint Maarten met betrekking tot de toepassing van de Ltu en het Toelatingsbesluit van mei 2012. In paragraaf 4.1 staat onder het kopje "Beleid gezinsvorming" dat toelating voor gezinsvorming alleen mogelijk is indien maximaal 1 jaar na het sluiten van het huwelijk of registratie samenleving bij de Immigratie- en naturalisatiedienst (hierna: IND) een aanvraag tot toelating is ingediend. Verder staat er in paragraaf 4.3 dat geldigheid van het huwelijk en samenwonen overige vereisten zijn. In paragraaf 4.3.1 is uiteengezet dat het huwelijk geldig is indien het huwelijk is gesloten voor een ambtenaar van de burgerlijke stand in Sint Maarten of het huwelijk gesloten is volgens de wet van het land waar de huwelijksvoltrekking heeft plaatsgevonden en door het Koninkrijk erkend is. Het bestaan van een geldig huwelijk moet met gelegaliseerde documenten aangetoond worden, aldus de richtlijnen.
f1.400,- (NA
f700,- voor het indienen van het beroepschrift en NA
f700,- voor het verschijnen ter zitting) en voor het hoger beroep op een bedrag van NAf 1.400,- (NAf 700,- voor het indienen van het beroepschrift en NAf 700,- voor het verschijnen ter zitting).
Beslissing
verklaarthet hoger beroep van [appellant] gegrond;
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 1 april 2020 in zaak nr. SXM201901186, voor zover daarbij het beroep tegen de beschikking van de minister van Justitie van Sint Maarten van 19 september 2019 ongegrond is verklaard;
vernietigtde beschikking van de minister van Justitie van Sint Maarten van 19 september 2019;
draagtde minister van Justitie van Sint Maarten
opom met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen een nieuw besluit te nemen;
veroordeeltde minister van Justitie van Sint Maarten tot vergoeding van bij [appellant] in verband met het beroep en hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van NA
f2.800,-, geheel toe te kennen voor door een derde verleende rechtsbijstand;
gelastdat de minister van Justitie van het land Sint Maarten aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van NA
f450,00 vergoedt.