Uitspraak
Zaaknummer: H-168/2019
Vonnis
[verdachte],
1 september, 2 september en 21 september 2021.
mr. F.A.M.P. van Deutekom, en van hetgeen door de verdachte en haar raadsman, mr. R.T.J.M. Oomen, naar voren is gebracht.
28 maart 2017 te Aruba tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, de minister van Sociale Zaken, Jeugd en Arbeid, althans de minister, belast met arbeid en/of een of meer andere (rechts)personen een of meer giften en/of beloften deed en/of aanbood,
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van
26 oktober 2016tot en met
17maart 2017 te Aruba
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,de minister van Sociale Zaken, Jeugd en Arbeid,
althans de minister, belast met arbeid en/of een of meer andere (rechts)personen een of meergiften en/of beloften deed
en/of aanbood,
(telkens) een of meergeldbedragen en
/ofde belofte om een of meer geldbedragen aan voormelde minister
en/of een of meer andere (rechts)personente doen toekomen,
al dan nietin strijd met zijn plicht, iets te doen
en/of na te laten en/of ten gevolge van of naar aanleiding van hetgeen door voormelde Minister in zijn huidige en/of vorige bediening, al dan niet in strijd met zijn plicht, is gedaan of nagelaten,
/ofhet accorderen van aanvragen tot zulke ontheffingen
en/of het herzien, wijzigen en/of passeren van beslissingen en/of adviezen van het Departamento di Progreso Laboral en/of het (bevorderen van) het afgeven van verklaringen van geen bezwaar en/of positieve verklaringen tot toetreding tot de arbeidsmarkt (door het Departemento di Progreso Laboral)en
/ofhet
(aldus bevorderen van het
)afgeven van (tijdelijke) verblijfsvergunningen (met arbeid)
(door het Departemento di Integracion, Maneho y Admision di Stranhero
)
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Proces-verbaal Algemeen dossier en relaas (map 1, p. 12), inhoudende als relaas van de verbalisanten:
(het Hof begrijpt: minister van Sociale Zaken, Jeugd en Arbeid)aangesteld en fungeert als zodanig in het kabinet [naam van het kabinet]. [Medeverdachte 1] heeft arbeidsaangelegenheden in zijn portefeuille. Onderdeel daarvan is het toetsen van aanvragen voor een vergunning tot tijdelijk verblijf met arbeid aan de Arubaanse arbeidsmarkt, welke toetsen door DPL worden uitgevoerd. Hieromtrent is door het ministerie van [medeverdachte 1] beleid gemaakt, waaruit blijkt dat [medeverdachte 1] het prerogatief heeft om op bepaalde gronden ontheffingen van de arbeidsmarkttoets te verlenen.”
Proces-verbaal van 1e verhoor verdachte [verdachte] (map 25, p. 430 e.v.), inhoudende als verklaring van de verdachte:
Proces-verbaal ter zake begunstiging / omkoping (map 50, zaaksdossier ZD-01, p. 87 e.v.), inhoudende het relaas van verbalisanten:
Casus [bedrijf B]
Casus [bedrijf D]
Casus [bedrijf E]
Proces-verbaal Persoonsdossier [verdachte] (map 25, p. 46), inhoudende een telefoongesprek van 26 oktober 2016 naar [telefoonnummer verdachte] [verdachte] van [telefoonnummer medeverdachte 1] [medeverdachte 1]:
Proces-verbaal Persoonsdossier [Verdachte] (map 25, p. 47), inhoudende een telefoongesprek van 2 november 2016 om 8.52 uur van [telefoonnummer verdachte] [verdachte] naar [telefoonnummer medeverdachte 1] [medeverdachte 1]:
[Verdachte]: Ik ben klaar voor jou!.
Proces-verbaal Persoonsdossier [verdachte] (map 25, p. 507), inhoudende een telefoongesprek 17 maart 2017 van [telefoonnummer verdachte] [verdachte] naar [telefoonnummer verdachte] [verdachte]:
7. Proces-verbaal van verdenking [verdachte] (map 25, p. 25 en 26), inhoudende als relaas van verbalisanten:
8. Proces-verbaal van 6e verhoor van [medeverdachte 3] (map 36, p. 443 e.v.), inhoudende als verklaring van [medeverdachte 3]:
het Hof begrijpt: [medeverdachte 1]) op reis moet. Dan heeft hij extra geld nodig. [Voornaam medeverdachte 4] zegt dan tegen mij: “Hij, [voornaam medeverdachte 1], moet naar Miami reizen, of een keer moest hij, [voornaam medeverdachte 1], naar Venezuela”.
9. Proces-verbaal van 4e verhoor verdachte [verdachte] van 11 september 2017 (map 25, p. 473 e.v.), inhoudende als verklaring van [verdachte]:
[bedrijf D]/ [betrokkene 1] aan [medeverdachte 1]– in ruil voor het ondertekenen van ontheffingen – geldbedragen heeft betaald althans beloofd heeft geldbedragen te betalen. In zowel de casus [bedrijf B] als de casus [bedrijf E] heeft de verdachte aan [medeverdachte 1] gezegd om te kunnen helpen, hetgeen door het Hof in het licht van het hiervoor overwogene niet anders kan worden uitgelegd dan dat de verdachte [medeverdachte 1] helpt door hem te betalen voor door hem als minister te verlenen ontheffingen. Naar het oordeel van het Hof kan aldus worden bewezen dat de verdachte aan [medeverdachte 1] giften en/of beloften heeft gedaan teneinde [medeverdachte 1]– als noodzakelijk en door de verdachte gewild gevolg - te bewegen om iets te doen in strijd met zijn plicht. Het Hof zal de ten laste gelegde actieve ambtelijke omkoping dan ook bewezen verklaren.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de
4 (vier) maanden;
proeftijdvan
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstraf, bestaande uit een werkstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) urenindien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis;
R.L.M. van Opstal, leden van het Hof, bijgestaan door mr. H. van der Schaft, (zittings)griffier, en op 12 oktober 2021 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao met een directe beeld- en geluidsverbinding met het gerechtsgebouw in Aruba.