ECLI:NL:OGHACMB:2023:199

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
27 oktober 2023
Zaaknummer
AR 2016/84 – SXM2017H00111
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in civiele zaak tussen Sunrise B.V. en Vereniging van Eigenaren van het Amsterdam Shopping Center

In deze zaak heeft Sunrise B.V., gevestigd in Sint Maarten, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, uitgesproken op 27 juni 2017. Het hoger beroep werd ingediend op 9 augustus 2017, maar het Hof oordeelt dat dit beroep te laat is ingediend. De beroepstermijn van zes weken, zoals bepaald in artikel 264 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, liep af op 8 augustus 2017. Sunrise heeft niet aangetoond dat zij of haar gemachtigde niet bij de uitspraak van het Gerecht aanwezig waren, waardoor de termijn voor het indienen van het hoger beroep niet is verlengd.

De Vereniging van Eigenaren van het Amsterdam Shopping Center (VvE) heeft het hoger beroep bestreden en verzocht om niet-ontvankelijkheid van Sunrise. Het Hof heeft de argumenten van de VvE gevolgd en geconcludeerd dat Sunrise niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar hoger beroep. Daarnaast is Sunrise veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op NAf 282,50 aan verschotten en NAf 2.000,- aan gemachtigdensalaris. Het Hof heeft bepaald dat Sunrise wettelijke rente verschuldigd is over de proceskosten indien deze niet binnen 14 dagen na de uitspraak zijn voldaan. Dit vonnis is uitgesproken op 13 september 2023 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2023
Registratienummer: AR 2016/84 – SXM2017H00111
Uitspraak: 13 september 2023
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
VONNIS
in de zaak van:
de besloten vennootschap
SUNRISE B.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
oorspronkelijk gedaagde,
thans appellante,
gemachtigde: mr. J.G. Bloem,
tegen
VERENIGING VAN EIGENAREN VAN HET AMSTERDAM SHOPPING CENTER,
gevestigd in Sint Maarten,
oorspronkelijk eiseres,
thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. P.P. Soons.
De partijen worden hierna Sunrise en de VvE genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij akte van hoger beroep, ingediend ter griffie op 9 augustus 2017 is Sunrise in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen vonnis van 27 juni 2017 door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (verder: het Gerecht) op die datum uitgesproken.
1.2
Bij op 16 oktober 2017 ingekomen memorie van grieven heeft Sunrise acht grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en geconcludeerd dat het Hof bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad het bestreden vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende de vorderingen van de VvE zal afwijzen met veroordeling van de VvE in de proceskosten.
1.3
De VvE heeft bij op 9 februari 2018 ingediende memorie van antwoord het hoger beroep bestreden en geconcludeerd dat het Hof Sunrise niet-ontvankelijk zal verklaren en al dan niet met verbetering van gronden het bestreden vonnis zal bevestigen, met veroordeling van Sunrise in de proceskosten, met bepaling dat over de proceskosten de wettelijke rente is verschuldigd indien deze niet binnen veertien dagen na de datum van het vonnis zijn voldaan, uitvoerbaar bij voorraad.
1.4
Bij e-mail van 26 augustus 2020 heeft de griffie van het Hof de gemachtigde van Sunrise (met de gemachtigde van de VvE in de cc) bericht dat het er de schijn van heeft dat de akte van appel te laat is ingediend en – gelet op de verstrekkende gevolgen daarvan - verzocht om hierop te reageren.
1.5
Bij e-mail van 9 juni 2021 heeft de gemachtigde van Sunrise de griffie van het Hof bericht dat het appel tijdig is ingediend en dat hij stukken zou opsturen. Het Hof heeft geen stukken ontvangen.
1.6
Bij e-mail van gelijke datum heeft de gemachtigde van de VvE de griffie van het Hof bericht dat de VvE het eens is met het voorlopige oordeel van het Hof en uitspraak verzocht.
1.7
Bij e-mail van 10 september 2021 heeft de griffie van het Hof de gemachtigden van partijen bericht dat de zaak voor vonnis zal worden verwezen.
1.8
Uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1
Het bestreden vonnis is uitgesproken op 27 juni 2017. Gesteld noch gebleken is dat Sunrise of de gemachtigde niet bij de uitspraak tegenwoordig zijn geweest. Op grond van artikel 264 Rv is de beroepstermijn zes weken gerekend van de dag van de uitspraak. De beroepstermijn liep dus af op 8 augustus 2017. Het op 9 augustus 2017 ingestelde beroep is te laat en Sunrise is daarin niet-ontvankelijk.
2.2
Sunrise zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
verklaart Sunrise niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt Sunrise in de proceskosten aan de zijde van de VvE gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op NAf 282,50 aan verschotten en NAf 2.000,- aan gemachtigdensalaris;
bepaalt dat Sunrise over de proceskosten wettelijke rente is verschuldigd indien zij deze niet binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis heeft voldaan;
verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.A. Saleh, E.M. van der Bunt en E.W.A. Vonk, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 13 september 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.