ECLI:NL:OGHACMB:2023:321

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
H-61/22
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige dagvaarding in hoger beroep tegen vrijspraak verdachte

Op 6 april 2023 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep in de strafzaak tegen de verdachte, die eerder door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 16 mei 2022 was vrijgesproken. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. Tijdens de behandeling van de zaak is gebleken dat de dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep niet op de wettelijk voorgeschreven wijze is betekend. De verdachte is niet verschenen op de zitting, wat heeft geleid tot de conclusie dat de dagvaarding nietig verklaard dient te worden. Het Hof heeft dan ook besloten de dagvaarding in hoger beroep nietig te verklaren. Deze beslissing is genomen door de voorzitter en twee leden van het Hof, en is op dezelfde dag ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Uitspraak

Zaaknummer: H-61/22

Parketnummer: 500.00258/21
Uitspraak: 6 april 2023 verstek

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) van 16 mei 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1969 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats] op het adres [adres],
bijgestaan door mr. R.S.M. Moenir-Alam, advocaat te Curaçao.
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis van het onder 1 en 2 tenlastegelegde vrijgesproken.
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Gebleken is dat de dagvaarding om ter terechtzitting in hoger beroep van 6 april 2023 te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze is betekend, terwijl de verdachte niet op die terechtzitting is verschenen.
De dagvaarding in hoger beroep dient daarom nietig te worden verklaard.

BESLISSING

Het Hof:
verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Verheijen, voorzitter, mrs. G.C.C. Lewin en F.V.L.M. Wannyn, leden van het Hof, bijgestaan door mr. J. Mulder, zittingsgriffier, en op 6 april 2023 uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao.