ECLI:NL:OGHACMB:2023:331

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
2 oktober 2023
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
H-152/21
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep in strafzaak met noodzaak tot heropening van het onderzoek en getuigenverhoor

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, gewezen op 8 oktober 2021. De verdachte, geboren in 1957, was eerder vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten, maar werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, en bijkomende straffen. Zowel de verdachte als de officier van justitie hebben hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting heeft het Hof kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. B.S. van Unnik, die een zwaardere straf heeft geëist van 54 maanden. De raadsvrouw van de verdachte heeft gepleit voor vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten. Het Hof heeft geconstateerd dat er potentiële getuigen zijn die nog niet gehoord zijn en heeft besloten het onderzoek te heropenen. Het Hof heeft de zaak verwezen naar de rechter-commissaris om deze getuigen te horen. De zitting zal worden hervat op 21 november 2023, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig moeten zijn. Dit vonnis is uitgesproken op 2 oktober 2023 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Zaaknummer: H-152/21

Parketnummer: 300.00506/21
Uitspraak: 2 oktober 2023 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) van 8 oktober 2021 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1957 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], adres [adres].
Hoger beroep
Het Gerecht in eerste aanleg heeft de verdachte bij zijn vonnis van het onder 3, 4, 5 en 6 (ten aanzien van aangeefster [aangeefster 1]) ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 primair, 2 primair en 6 primair (ten aanzien van aangeefsters [aangeefster 2] en [benadeelde 2]) tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met als bijkomende straf de ontzetting uit het recht tot het uitoefenen van het beroep van masseur voor de duur van 4 jaren. Voorts heeft het Gerecht in eerste aanleg beslissingen gegeven over op vorderingen tot schadevergoeding van benadeelde partijen.
Zowel de verdachte als de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
De verdachte noch de officier van justitie heeft het hoger beroep bij akte beperkt. Dat wil zeggen, dat strikt genomen alle feiten aan beoordeling in hoger beroep zijn onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. B.S. van Unnik, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw,
mr. C.H. Lejuez, naar voren is gebracht. Voorts heeft het Hof kennisgenomen van wat de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] in het kader van hun vorderingen tot schadevergoeding naar voren hebben gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen voor het onder 1 primair, 2 primair, 4 primair en 6 primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden, met aftrek van voorarrest en met als bijkomende straf de ontzetting uit het recht tot het uitoefenen van het beroep van masseur voor de duur van 4 jaren. Haar vordering behelst voorts:
  • de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] tot een bedrag van Afl. 7.440,-, de niet-ontvankelijkverklaring van die benadeelde partij in hetgeen zij overigens heeft gevorderd en oplegging van de bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel;
  • de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] tot een bedrag van Afl. 5.000,-, en oplegging van de bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel;
  • de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] tot een Afl. 5.000,-, de niet-ontvankelijkverklaring van die benadeelde partij in hetgeen zij overigens heeft gevorderd en de oplegging van een bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel;
  • de afwijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4];
  • de opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis (bij einduitspraak).
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte zal worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Daarnaast heeft zij een strafmaatverweer gevoerd.
Heropening en schorsing van het onderzoek
Bij de beraadslaging is aan het Hof gebleken dat is nagelaten potentiële getuigen te horen. Het Hof acht het voor de volledigheid van het onderzoek zinvol om bepaalde getuigen alsnog te laten horen.
Het Hof zal daarom bevelen dat het onderzoek op de terechtzitting wordt hervat. Het Hof zal de zaak eerst verwijzen naar de rechter-commissaris, opdat deze de hierna op te geven getuigen zal horen.

BESLISSING

Het Hof:
heropent en schorst het onderzoek;
stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris in het Gerecht in eerste aanleg van Aruba belast met de behandeling van strafzaken, teneinde de volgende personen als getuige te horen:
- [ [getuige 1] (vriend/partner van aangeefster [aangeefster);
- de moeder van aangeefster [aangeefster 3];
- [ [getuige 2] (echtgenoot/partner aangeefster [benadeelde 1]);
- [ [getuige 3] (broer aangeefster [benadeelde 1]);
- [ [getuige 4] (chef aangeefster [aangeefster 2]);
- [ [getuige 5] (echtgenoot/partner aangeefster [aangeefster 2]);
bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat ter terechtzitting van 21 november 2023 om 14:00 uur in Curaçao, met behulp van een directe beeld- en geluidsverbinding met het gerechtsgebouw in Aruba;
beveelt de oproeping van de verdachte tegen deze nadere terechtzitting en de kennisgeving daarvan aan zijn raadsrouw.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.A. Angela, mr. F.V.L.M. Wannyn en
Mr. H. de Doelder, leden van het Hof, bijgestaan door mr. J. Mulder, griffier, en op 2 oktober 2023 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba.
De jongste rechter en de uitspraakgriffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.