ECLI:NL:OGHACMB:2024:234

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
27 november 2024
Zaaknummer
SXM2021H00189
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot ontbinding van vennootschap in enquêteprocedure

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, hebben verzoekers op 26 juni 2024 een verzoek ingediend tot ontbinding van de vennootschap Cactus Tree N.V. en het treffen van noodzakelijke maatregelen. Dit verzoek volgde op een eerdere beschikking van het Hof van 9 juni 2023, waarin al werd aangegeven dat er geen verbetering in de onderlinge verhoudingen werd verwacht. De verzoekers stelden dat Cactus Tree niet voldeed aan haar statutaire en wettelijke verplichtingen en dat een uitkoop of verkoop niet meer in de lijn der verwachting lag.

De verweerders, Cactus Tree en Ocean Sailor Limited, hebben het verzoek afgewezen en geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek van de verzoekers. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 oktober 2024 werd het verzoek nader toegelicht door de gemachtigde van de verzoekers, mr. E.F. Keuning. Hij stelde dat de voorgestelde onderhandse verkoop door de tijdelijk bestuurder, mr. M.R.B. Gorsira, niet in het belang van de aandeelhouders was en dat ontbinding en vereffening de beste oplossing zou zijn.

Het Hof heeft echter geoordeeld dat de verzoekers niet voldoende onderbouwd hebben waarom een uitkoop of verkoop niet meer mogelijk zou zijn en dat er geen reden is om aan te nemen dat de tijdelijk bestuurder niet in het belang van de vennootschap handelt. Het Hof concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een ontbinding rechtvaardigen en dat minder verstrekkende voorzieningen nog steeds het gewenste effect kunnen sorteren. Daarom heeft het Hof het verzoek tot ontbinding afgewezen en de proceskosten voor de partijen zelf gelaten.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2024
Registratienummer: SXM2021H00189 (enquêteprocedure tweede fase)
Uitspraak: 26 november 2024
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
in de zaak van:
1.
[VERZOEKER 1],
2.
[VERZOEKSTER 2],
beiden wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
met gekozen woonplaats in Sint Maarten,
verzoekers,
gemachtigde: mr. E.F. Keuning,
tegen
1. de naamloze vennootschap
CACTUS TREE N.V.,
handelende onder de naam Captain Oliver’s,
gevestigd in Sint Maarten,
2. de rechtspersoon naar het recht van Anguilla
OCEAN SAILOR LIMITED,
gevestigd in Anguilla,
verweerders,
gemachtigde: mr. A. Huizing,
met als belanghebbende:
[BELANGHEBBENDE],
wonende in Sint Maarten,
gemachtigde: mr. R.M. Stomp.
Verzoekers worden hierna [verzoekers] genoemd. Verweerders worden Cactus Tree en Ocean Sailor genoemd. Belanghebbende wordt [belanghebbende] genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Voor het verloop van de procedure tot dan toe verwijst het Hof naar zijn beschikking van 9 juni 2023, ECLI:NL:OGHACMB:2023:91.
1.2
Bij op 26 juni 2024 ingekomen verzoekschrift, met producties, hebben [verzoekers] het Hof verzocht Cactus Tree te ontbinden en alle maatregelen en voorzieningen te treffen die het Hof daarvoor noodzakelijk acht, met veroordeling van Cactus Tree in de kosten, met rente.
1.3
Bij op 3 oktober 2024 ingekomen verweerschrift in hoger beroep hebben Cactus Tree en Ocean Sailor geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek van [verzoekers], met hun veroordeling in de kosten, met rente.
1.4
Bij op 3 oktober 2024 ingekomen verweerschrift in hoger beroep, met producties, heeft [belanghebbende] geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek van [verzoekers], met hun veroordeling in de kosten, met rente.
1.5
Bij verslag van bevindingen van 3 oktober 2024, met bijlagen, heeft mr. M.R.B. Gorsira, tijdelijk bestuurder van Cactus Tree, geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek van [verzoekers] en opgemerkt dat partijen terug zouden moeten naar de onderhandelingstafel om verder te praten over een uitkoop.
1.6
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgehad op 17 oktober 2024 in Curaçao. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt. Vooraf heeft de gemachtigde van [verzoekers] als productie een
assignation devant le Tribunal Mixte de commerce de Basse-Terretoegezonden. Zijdens Cactus Tree en Ocean Sailor is een pleitnota overgelegd en zijdens [belanghebbende] ook. Met instemming van partijen heeft de gemachtigde van [verzoekers] aangekondigd een vertaling van de
assignationte zullen nazenden.
1.7
Beschikking is aangezegd en bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1
Ontbinding van de vennootschap op de voet van art. 2:283 aanhef en sub d BW is (bijzondere omstandigheden daargelaten) de meest verstrekkende voorziening die het Hof kan treffen. Het Hof zal deze voorziening daarom in beginsel slechts treffen indien minder verstrekkende voorzieningen niet meer het gewenste effect kunnen sorteren. Verder zal het Hof deze voorziening in beginsel niet treffen, wanneer het belang van de aandeelhouders of van degenen die in dienst van de rechtspersoon zijn, dan wel het openbaar belang zich daartegen verzet (daargelaten of het Hof daartoe in een dergelijk geval bevoegd zou zijn, nu een tegenhanger van art. 2:357 lid 7 BW Nederland ontbreekt in het Burgerlijk Wetboek van Sint Maarten).
2.2
Bij het verzoekschrift van 26 juni 2024 hebben [verzoekers] de volgende stellingen aan hun verzoek ten grondslag gelegd. Er wordt geen verbetering verwacht in de onderlinge verhoudingen. Een uitkoop of verkoop ligt niet meer in de lijn der verwachting. Cactus Tree heeft wederom niet voldaan aan haar statutaire en wettelijke verplichtingen dan wel voldoet daar niet aan, aldus [verzoekers].
2.3
Het Hof onderschrijft dat geen verbetering wordt verwacht in de onderlinge verhoudingen. Dat heeft het Hof immers reeds in de beschikking van 9 juni 2023 onder 2.6 overwogen. Zoals verder in die overweging staat vermeld, kan het uiteengaan van de aandeelhouders van Cactus Tree echter ook op minder verstrekkende manieren bewerkstelligd worden dan door ontbinding en vereffening van Cactus Tree.
2.4
In het verzoekschrift hebben [verzoekers] niet onderbouwd waarom een uitkoop of verkoop volgens haar niet meer in de lijn der verwachtingen ligt. Ook hebben zij daarin niet geconcretiseerd in welk opzicht Cactus Tree volgens haar niet heeft voldaan of niet voldoet aan haar statutaire en wettelijke verplichtingen.
2.5
Bij de mondelinge behandeling heeft mr. Keuning het verzoek nader toegelicht. Hij heeft aangevoerd dat, anders dan mr. Gorsira in zijn verslag heeft vermeld, [verzoekers] niet akkoord zijn gegaan met de door mr. Gorsira voorbereide verkoop. De opbrengst is te laag. Kennelijk wil iedereen iets aan dit geschil verdienen. De realiteit is dat er geen voortgang wordt geboekt. Het is het beste dat Cactus Tree en Frilang SARL (hierna: Frilang) worden ontbonden en vereffend en dat de koper van de activa van Frilang de onderneming voortzet vanuit de Franse kant, met een schone lei en zonder te zijn belast met de problemen tussen de betrokkenen bij Cactus Tree en Frilang. De onderneming aan de Franse kant heeft slechts waarde als zij wordt losgesneden van de onderneming aan de Nederlandse kant. De waarde van de onderneming aan de Franse kant wordt actief geërodeerd door het voortbestaan van Cactus Tree. Het zijdens [belanghebbende] gecreëerde (gestelde) probleem dat zij haar aandelen heeft verkocht, maar niet geleverd, speelt dan ook geen rol meer. De waterpercelen aan de Nederlandse kant zijn niet veel waard, in elk geval niet los van de onderneming aan de Franse kant. Als Cactus Tree en Frilang worden ontbonden en de koper de onderneming voortzet vanuit de Franse kant, zal deze onderneming er weinig last van hebben dat het verdrag tussen Nederland en Frankrijk nog niet is geratificeerd. De opbrengst van de ontbinding en liquidatie zal voor de aandeelhouders hoger zijn dan de opbrengst van een onderhandse verkoop zoals voorgesteld door mr. Gorsira. Bij ontbinding aan de Franse kant is er toezicht volgens het Franse recht. Dat biedt meer waarborgen dan onderhandse verkoop op basis van onderhandelingen onder leiding van mr. Gorsira als tijdelijk bestuurder, aldus [verzoekers].
2.6
In het licht van het verslag van mr. Gorsira en de daarbij overgelegde producties valt niet in te zien dat de door [verzoekers] nagestreefde gang van zaken beter voor de aandeelhouders van Cactus Tree is dan een onderhandse verkoop. In het algemeen levert een onderhandse verkoop een hogere opbrengst op dan een gedwongen openbare verkoop. Niet overtuigend is onderbouwd waarom dat in dit geval anders zou zijn. Uit het verslag volgt dat er onder leiding van mr. Gorsira wel degelijk voortgang is geboekt, althans serieuze pogingen zijn gedaan om voortgang te boeken. Het Hof ziet geen enkele reden om aan te nemen dat mr. Gorsira het belang van de vennootschap niet goed behartigt, of niet een redelijkerwijs zo hoog mogelijke verkoopopbrengst tracht te bereiken. Er is geen aanleiding om te verwachten dat de opbrengst hoger zal zijn als de vereffening onder toezicht van het Franse recht zou gebeuren.
2.7 [
[belanghebbende] heeft het standpunt ingenomen dat ontbinding en vereffening van de vennootschap voordat het verdrag is geratificeerd het belang van de aandeelhouders zou schaden, omdat dat ertoe zou leiden dat de aanspraken van de vennootschap jegens de Franse overheid met betrekking tot erfpachtrechten en exploitatie verloren zouden gaan. Wat daarvan zij, het Hof ziet in elk geval niet in waarom het vooralsnog uitblijven van de ratificatie van het verdrag niet ten minste evenveel problemen zou opleveren bij ontbinding en vereffening als bij onderhandse verkoop.
2.8
Gelet op het voorgaande kan niet gezegd worden dat minder verstrekkende voorzieningen dan ontbinding niet meer het gewenste effect kunnen sorteren en evenmin dat geen van de aandeelhouders een rechtens te respecteren belang heeft dat zich verzet tegen de verzochte ontbinding. Het Hof zal het verzoek om ontbinding daarom afwijzen.
2.9
Mr. Gorsira heeft als zijn mening te kennen gegeven dat partijen weer terug naar de onderhandelingstafel moeten. Ook het Hof acht dat de meest aangewezen weg om uit de impasse te geraken. Daarbij kunnen alle varianten aan de orde komen die het Hof in de beschikking van 9 juni 2023 onder 2.6 heeft genoemd.
2.1
Gelet op de hoge drempel die daarvoor geldt in verband met het recht op toegang tot de rechter, merkt het Hof het verzoek om ontbinding niet aan als misbruik van bevoegdheid. Niet kan worden vastgesteld dat [verzoekers] het verzoek hebben gedaan met het enkele doel om de belangen van verweerders en de belanghebbende te schaden of met een ander doel dan waarvoor de bevoegdheid is verleend. Er is ook voor het overige geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De procesdeelnemers dienen hun eigen kosten te dragen.
2.11
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.C.C. Lewin, C.G. ter Veer en G. van Solinge, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 26 november 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.