ECLI:NL:OGHACMB:2024:295

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 april 2024
Publicatiedatum
6 maart 2025
Zaaknummer
H-111/23
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao inzake voorhanden hebben van een schietklaar wapen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin de verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan vijftien maanden voorwaardelijk. De zaak betreft het voorhanden hebben van een schietklaar wapen, een pistool van het merk Glock, en zeventien scherpe patronen. Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld, waarbij de procureur-generaal een zwaardere straf heeft gevorderd van 21 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De verdachte, een 48-jarige man, werd op 24 maart 2024 aangehouden na een melding dat hij een wapen had getoond en dit in een scooter had verstopt. Het Hof heeft de zaak op 10 april 2024 behandeld en heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal en de verdediging van de verdachte. Het Hof oordeelt dat de ernst van het feit een hogere straf rechtvaardigt, maar houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die sinds zijn invrijheidstelling weer aan het werk is en zorgt voor zijn gezin. Het Hof bevestigt het vonnis van het Gerecht, maar voegt toe dat de inbeslaggenomen scooter onttrokken aan het verkeer moet worden verklaard, omdat deze is gebruikt bij het delict en het chassisnummer was verwijderd. De beslissing is genomen op 30 april 2024.

Uitspraak

Zaaknummer: H-111/23

Parketnummer: 500.00081/23
Uitspraak: 30 april 2024 Tegenspraak
Vonnisgewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) van 16 juni 2023 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [datum] in Curaçao,
wonende op [adres].
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan vijftien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft het Gerecht de onttrekking aan het verkeer bevolen van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een pistool van het merk Glock, model 19, kaliber 9x19mm met de serienummers FMU264 (kastgroep en slede) en GNN257 (loop) en zeventien scherpe patronen, kaliber 9x19mm, met de bodemstempels S&B (8 patronen) en G.F.L. (9 patronen).
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting op
10 april 2024.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. A.K. Tiggelaar, en van wat door de verdachte en zijn raadsman,
mr. U.F. Dickens, advocaat in Curaçao, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, behoudens ten aanzien van de straf en – in zoverre opnieuw recht doende – de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de procureur-generaal gevorderd dat de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven scooter, merk BMW, model C600, wordt onttrokken aan het verkeer, dan wel verbeurd wordt verklaard.
De raadsman heeft bepleit dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Vonnis waarvan beroep
De procureur-generaal kan zich niet vinden in de door het Gerecht opgelegde straf. Onder verwijzing naar diverse strafverzwarende omstandigheden (te weten: schietklaar wapen in het openbaar, binnen handbereik, voorhanden ten opzichte van een persoon) heeft zij zich op het standpunt gesteld dat het laten prevaleren van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte boven de (mogelijke) gevolgen van het voorhanden hebben van een schietklaar wapen afbreuk doet aan de strafbaarstelling van vuurwapenbezit en de bedoeling van de wetgever.
Het Hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat het Hof de overwegingen en beslissingen ten aanzien van het beslag aanvult. Hetgeen de procureur-generaal met betrekking tot de door het Gerecht aan de verdachte opgelegde straf in hoger beroep heeft ingebracht, brengt het Hof niet tot een ander oordeel. Het Hof zal dat in de hierna volgende overweging motiveren.
De verdachte is een 48-jarige man, die vóórafgaand aan deze zaak één keer eerder (in 2003 in Nederland) onherroepelijk is veroordeeld ter zake van een andersoortig delict (mishandeling) en die overigens niet met politie en justitie in aanraking is gekomen. Hij is op 24 maart 2024 aangehouden nadat de politie een melding heeft ontvangen dat een man bij de Chinese zaak [naam] een wapen tevoorschijn haalde en dit vervolgens verstopte in een scooter. Nadere informatie over de wijze waarop en de omstandigheden waaronder dit is geschied, ontbreken. Vaststaat dat het wapen door de politie daadwerkelijk (in een plastic tas) in de scooter waarop de verdachte reed, is aangetroffen. De verdachte heeft op dit punt direct een bekennende verklaring afgelegd.
Het Hof stelt voorop dat de ernst van het feit op zichzelf genomen een hogere onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt dan door de eerste rechter is opgelegd. Gebleken is echter dat de tijd die de verdachte in detentie heeft verkeerd de nodige indruk op hem heeft gemaakt. De verdachte heeft sinds zijn invrijheidstelling op 24 juni 2023 de draad weer opgepakt. Hij is weer aan het werk en draagt wederom de zorg voor zijn gezin en zijn zieke ouders. Het Hof acht het in het belang van de verdachte én de samenleving dat dit nu niet meer wordt doorkruist door een straf die de hernieuwde vrijheidsbeneming met zich brengt. Daar komt bij dat het Hof, evenals de rechter in eerste aanleg, geen reden heeft om aan te nemen dat de verdachte zich opnieuw aan een soortgelijk strafbaar feit schuldig zal maken.
Alles afwegende acht het Hof de door de eerste rechter opgelegde straf passend en geboden.
Aanvullende overweging ten aanzien van de beslissing omtrent het beslag.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven scooter (BMW C600) zal onttrekken aan het verkeer.
Het Hof overweegt hieromtrent dat deze scooter vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer. Het bewezenverklaarde is met behulp van de scooter begaan. Bovendien is gebleken dat het chassisnummer van voormelde scooter was verwijderd. Aldus is het voorwerp van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.

BESLISSING

Het Hof:
beveelt de onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten de scooter van het merk BMW, model C600;
bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg, met in achtneming van het voorgaande, voor het overige.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.A. Angela, voorzitter, en mrs. S. Verheijen en W. Foppen, leden van het Hof, bijgestaan door mr. J. Mulder, griffier, en is uitgesproken op 30 april 2024 op de openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao.