Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
‘’Voorstel om deal af te ronden’’en
‘’Verschil 50-50 delen en afronden deal’’ inclusief de bonusbedragen over 2018, 2019 en 2020. In die – laatste - onderhandelingsfase was uitsluitend het bonusbedrag over 2020, dat toen nog niet vaststond, nog in discussie, maar niet het bonusbedrag over 2019. Gelet op al deze omstandigheden mocht CBBC in ieder geval toen ervan uitgaan dat [appellant] instemde met een allesomvattende eindvergoeding tegen finale kwijting waarvan de bonusbedragen, dus ook dat over 2019, onderdeel waren. Indien [appellant] op 24 december 2020 nog steeds zijn aanspraak op (aanvullende) bonus over 2019 als een separaat traject zag, had het op zijn weg gelegen om dat op dat moment kenbaar te maken. [appellant] mocht er immers gelet op het verloop van de onderhandelingen zoals hiervoor geschetst, niet op vertrouwen dat CBBC dat toen nog steeds zo begreep. Niet gesteld of gebleken is dat [appellant] dit toen aan CBBC kenbaar heeft gemaakt. Dat hij na de ondertekening desgevraagd tegen [naam 1] zou hebben gezegd dat hij pas tevreden was wanneer de bonussen waar hij recht op had aan hem zouden zijn betaald, kan CBBC, die dat overigens betwist, niet worden tegengeworpen. Op dat moment immers mocht CBBC ervan uitgaan dat er een vaststellingsovereenkomst tegen finale kwijting was. Bovendien kan die opmerking van [appellant] ook zo worden uitgelegd dat hij pas tevreden was als hij het overeengekomen bedrag daadwerkelijk betaald kreeg, wat pas in januari 2021 is gebeurd.