Uitspraak
N.V. HOTELMAATSCHAPPIJ NEDERLANDSE ANTILLEN,
DIVI SINT MAARTEN HOLDING N.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het verloop van de procedure
3.De feiten
De procedure bij het Gerecht
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant, eigenaar van vier percelen onbebouwde grond in Sint Maarten, tegen de nieuwbouw van een hotel door Divi, die sinds 1970 een resort exploiteert. De appellant stelt dat de nieuwbouw zijn uitzicht verpest en beroept zich op een erfdienstbaarheid door verjaring, alsook op onrechtmatige hinder. Het Gerecht in eerste aanleg heeft de vorderingen van de appellant afgewezen, wat de appellant heeft doen besluiten in hoger beroep te gaan. Het Hof heeft de zaak beoordeeld, waarbij het onder andere heeft gekeken naar de bouwvergunning die in 2016 is verleend en de omstandigheden van de nieuwbouw. Tijdens een descente op de percelen heeft het Hof vastgesteld dat het uitzicht niet volledig is geblokkeerd en dat de appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims van waardevermindering van zijn percelen. Het Hof concludeert dat de vorderingen van de appellant moeten worden afgewezen, en bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg. De appellant wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.