ECLI:NL:OGHACMB:2024:71
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J. de Boer
- E.A. Saleh
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap tussen twee partijen, de man en de vrouw, die beiden in Curaçao wonen. De man, oorspronkelijk eiser en thans appellant, heeft in eerste aanleg een overbedelingsvergoeding van NAf 70.605,19 aan de vrouw, oorspronkelijk gedaagde en thans geïntimeerde, moeten betalen. De vrouw heeft echter drie omstandigheden aangevoerd die volgens haar in haar voordeel moeten worden meegenomen bij de berekening van het overbedelingsbedrag. De man heeft in zijn hoger beroep gesteld dat de overbedelingsvergoeding moet worden verlaagd naar NAf 18.464,58, wat een aanzienlijk verschil is van meer dan NAf 52.000,-.
Tijdens de procedure zijn verschillende stukken en argumenten gepresenteerd, waaronder de waarde van het gemeenschappelijke huis en de alimentatieverplichtingen van de man. Het Hof heeft vastgesteld dat de man geen gebruiksvergoeding verschuldigd is, omdat hij het huis niet heeft bewoond of verhuurd. Daarnaast heeft het Hof geconstateerd dat de man aan zijn alimentatieverplichtingen heeft voldaan door hoge collegegelden voor hun kind te betalen.
Uiteindelijk heeft het Hof besloten dat de grieven van de man slagen en dat de overbedelingsvergoeding moet worden vastgesteld op NAf 18.464,58. Het Hof heeft het bestreden vonnis bevestigd, maar met de aanpassing van het bedrag dat de man aan de vrouw moet betalen. De kosten van het hoger beroep worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 23 januari 2024.