ECLI:NL:OGHACMB:2025:130

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
3 juni 2025
Publicatiedatum
17 juni 2025
Zaaknummer
CUR2024H00279 en CUR2024H00300
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen deurwaarders over uitlatingen betreffende financiële status van klager

In deze zaak heeft klager een klacht ingediend tegen twee deurwaarders, waarbij hij zich beklaagt over uitlatingen die deurwaarder 1 zou hebben gedaan over zijn financiële situatie. Klager stelt dat deurwaarder 1, in haar hoedanigheid als deurwaarder, informatie heeft gedeeld die zij alleen kon weten door haar functie. Daarnaast is er een vermeende belangenverstrengeling omdat deurwaarder 2 het verzoekschrift aan klager heeft betekend, terwijl er familiebetrekkingen bestaan tussen de twee deurwaarders. De klacht is behandeld op de zitting van het Hof in Curaçao op 6 mei 2025, waar klager en de deurwaarders zijn gehoord. Het Hof heeft vastgesteld dat klager onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn beschuldigingen te onderbouwen. Deurwaarder 1 heeft de uitlatingen ontkend en het Hof kon niet vaststellen dat er sprake was van klachtwaardig handelen. De klacht tegen deurwaarder 1 is ongegrond verklaard, terwijl de klacht tegen deurwaarder 2 als ingetrokken is beschouwd. De beschikking is uitgesproken op 3 juni 2025.

Uitspraak

Tuchtzaken over 2025
Registratienummers: CUR2024H00279 en CUR2024H00300
Uitspraak: 3 juni 2025
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
in de zaak van:
[de klager],
klager,
procederend in persoon,
tegen
1.
[deurwaarder 1],
deurwaarder te Curaçao ,
2.
[deurwaarder 2],
deurwaarder te Curaçao,
beklaagden.
Partijen worden hierna klager en de deurwaarders genoemd (afzonderlijk deurwaarder 1 en deurwaarder 2).

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij klaagschrift van 28 november 2024 heeft klager zich beklaagd over het optreden van de deurwaarders.
1.2
De deurwaarders hebben geen gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid een verweerschrift bij het Hof in te dienen.
1.3
De zaak is behandeld ter terechtzitting van het Hof in Curaçao van 6 mei 2025. Klager en de deurwaarders zijn verschenen en zijn gehoord.
1.4
Beschikking is aangezegd en bepaald op vandaag.

2.De feiten

Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
2.1
Deurwaarders 1 en 2 zijn levenspartners en hebben ieder een eigen deurwaarderskantoor. Deurwaarder 1 is eigenaar van het deurwaarderskantoor [deurwaarderskantoor 1] en deurwaarder 2 is eigenaar van het deurwaarders- en incassokantoor [deurwaarderskantoor 2].
2.2
Klager is verwikkeld in een juridische procedure met de Vereniging van Eigenaren in het [resort] resort. Deurwaarder 2 heeft het inleidende verzoekschrift in die procedure (hierna: het verzoekschrift) aan klager betekend (of laten betekenen).
2.3
Tussen deurwaarder 1 en een zakenpartner van klager bestaat een huurrelatie.

3.De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat:
deurwaarder 1 zich tegen derden heeft uitgelaten over de financiële situatie van klager. Dat is informatie die zij alleen kan hebben verkregen in haar hoedanigheid van deurwaarder;
er sprake is van belangenverstrengeling omdat deurwaarder 2 het verzoekschrift aan klager heeft betekend terwijl er familiebetrekkingen bestaan tussen deurwaarder 1 en 2.

4.Het verweer

De deurwaarders hebben de klacht ter zitting gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5.De beoordeling

5.1
Klager heeft zijn klacht gericht tegen de kantoren van beide deurwaarders. Een deurwaarderskantoor als zodanig kan niet als beklaagde worden aangemerkt. Om die reden heeft het hof de in aanhef genoemde deurwaarders als beklaagde aangemerkt.
5.2
Ingevolge artikel 19 lid 2 van de Deurwaarderslandsverordening kan het Hof, na een klacht of ambtshalve, maatregelen nemen indien een deurwaarder zijn ambtsplichten verwaarloost, zich schuldig maakt aan enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die hij behoort te betrachten jegens degenen te wier behoeve hij optreedt, of anderszins handelt in strijd met hetgeen hem in zijn ambt betaamt. Het Hof kan de deurwaarder waarschuwen en berispen. Ook kan de deurwaarder een boete worden opgelegd of kan deze worden geschorst. Klager heeft het Hof verzocht om een aantal verboden op te leggen aan de deurwaarders. Zoals ter zitting al aan klager is meegedeeld biedt deze procedure daarvoor geen ruimte.
5.3
Als klacht tegen deurwaarder 1 heeft klager aangevoerd dat zijn zakenpartner een pand heeft verhuurd aan deurwaarder 1 en dat er een geschil tussen hen is ontstaan over de door deurwaarder 1 betaalde borg. Klager heeft van deze zakenpartner vernomen dat deurwaarder 1 uitlatingen over klager heeft gedaan met betrekking tot zijn financiële status. Zo zou deurwaarder 1, onder meer, de naam van de bank van klager hebben genoemd en zou zij hebben aangekondigd dat er executiemaatregelen tegen klager zullen worden getroffen omdat klager overal schulden heeft. Dat zijn zaken die zij alleen kan weten in haar hoedanigheid van deurwaarder.
5.4
Deurwaarder 1 heeft erkend dat zij een huurconflict heeft met de zakenpartner van klager, maar heeft betwist dat zij in dat verband uitlatingen over klager heeft gedaan.
5.5
Tegenover deze betwisting van deurwaarder 1 heeft klager zijn stellingen onvoldoende onderbouwd. Zonder nadere onderbouwing (met bewijsstukken) kan het Hof niet vaststellen dat deurwaarder 1 de uitlatingen over klager daadwerkelijk heeft gedaan.
5.6
Gelet op het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat deurwaarder 1 heeft gehandeld in strijd met hetgeen haar in haar ambt betaamt. Van klachtwaardig handelen in de zin van artikel 19 lid 2 van de Deurwaarderslandsverordening is niet gebleken. De klacht tegen deurwaarder 1 zal ongegrond verklaard worden.
5.7
Op de zitting heeft klager verklaard dat het geen probleem is dat deurwaarder 2 het verzoekschrift aan hem heeft betekend. De klacht tegen deurwaarder 2 wordt daarom door het hof als ingetrokken beschouwd. Het hof zal de klacht van klager tegen deurwaarder 2 niet-ontvankelijk verklaren.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
verklaart de klacht tegen deurwaarder 1 ongegrond en de klacht tegen deurwaarder 2 niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E.W.A. Vonk, C.G. ter Veer en
W.P.M. ter Berg, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 3 juni 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.