ECLI:NL:OGHACMB:2025:132

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
10 juni 2025
Publicatiedatum
19 juni 2025
Zaaknummer
AUA2024H00192
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep echtscheiding en duurzame ontwrichting van het huwelijk

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarbij de vrouw verzocht had om de echtscheiding tussen partijen uit te spreken en de verdeling van de gemeenschap van goederen te bevelen. De man is in hoger beroep gekomen van deze beschikking, die op 27 mei 2024 was uitgesproken. De man heeft zijn bezwaren tegen de beschikking toegelicht en verzocht om vernietiging van de beschikking en afwijzing van het verzoek tot echtscheiding. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 april 2025 heeft de vrouw, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, aangegeven niet meer met de man te willen praten en niet meer met hem getrouwd te willen zijn. Dit werd bevestigd in een gesprek met de voorzitter van het Hof, waarbij de vrouw niet ter zitting wilde verschijnen om confrontatie met de man te vermijden. De feiten van de zaak zijn dat partijen op 17 november 1966 in Aruba zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en drie meerderjarige kinderen hebben. De vrouw heeft in november 2023 de echtelijke woning verlaten. Het Hof heeft geoordeeld dat er sprake is van duurzame ontwrichting van het huwelijk, waardoor de echtscheiding kan worden uitgesproken. De beschikking van het Gerecht is bevestigd en het verzoek van de man is afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2025
Registratienummers: AUA202303995 - AUA2024H00192
Uitspraak: 10 juni 2025
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
in de zaak van:
[de man],
wonende in [woonplaats],
hierna te noemen: de man,
appellant, in eerste aanleg verweerder,
gemachtigde: mr. G.L. Griffith,
tegen
[de vrouw],
wonende in [woonplaats],
hierna te noemen: de vrouw,
geïntimeerde, in eerste aanleg verzoekster,
gemachtigde: mr. R.A. Wix.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij op 24 juni 2024 ingekomen beroepschrift, met productie, is de man in hoger beroep gekomen van de tussen partijen gewezen en op 27 mei 2024 uitgesproken beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht). Hierbij heeft de man zijn bezwaren tegen de beschikking toegelicht. Zijn conclusie strekt ertoe dat het Hof de beschikking zal vernietigen en het verzoek van de vrouw tot echtscheiding alsnog zal afwijzen.
1.2
Op dinsdag 1 april 2025 heeft een mondelinge behandeling door het Hof plaatsgevonden in het gerechtsgebouw in Aruba. Ter zitting zijn verschenen de man, bijgestaan door zijn gemachtigde, en namens de vrouw haar gemachtigde, die een pleitnota heeft ingediend. De voorzitter van het Hof heeft, met instemming van de man en de gemachtigden alleen in tegenwoordigheid van de griffier een gesprek gehad met de vrouw, die elders in het gerechtsgebouw aanwezig was, maar niet ter zitting wilde verschijnen om een confrontatie met de man te vermijden.
1.3
Beschikking is aangezegd en bepaald op vandaag.

2.De feiten

Partijen zijn op 17 november 1966 in Aruba met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen. Zij hebben drie inmiddels meerderjarige kinderen. De vrouw heeft in november 2023 de echtelijke woning verlaten.

3.De procedure bij het Gerecht

3.1
De vrouw heeft het Gerecht verzocht de echtscheiding tussen partijen uit te spreken en verdeling van de gemeenschap van goederen te bevelen.
3.2
Bij de bestreden beschikking heeft het Gerecht de verzoeken van de vrouw toegewezen.

4.De beoordeling

4.1
Op grond van artikel 1:151 BWA wordt de echtscheiding op verzoek van een der echtgenoten uitgesproken indien het huwelijk duurzaam is ontwricht. Als deze echtgenoot stelt dat deze niet meer met de andere echtgenoot kan samenleven is dat een zeer ernstige aanwijzing dat van duurzame ontwrichting sprake is.
4.2
Deze situatie is hier aan de orde. De vrouw heeft bij het Gerecht via haar gemachtigde kenbaar gemaakt niet meer met de man te willen praten en niet meer met hem getrouwd te willen zijn. Zij heeft dit in het gesprek met de voorzitter van het Hof toegelicht en heeft uitdrukkelijk bevestigd dat dit haar eigen wens is en dat zij hier niet op terug wil komen. Van een overhaast besluit, volgens de man slechts genomen onder invloed van de kinderen, is dus geen sprake.
4.3
Met deze stand van zaken is van duurzame ontwrichting van het huwelijk sprake en heeft de man de echtscheiding te accepteren. De beschikking waarvan beroep zal daarom worden bevestigd. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
bevestigt de beschikking waarvan beroep;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.G. ter Veer, E.M. van der Bunt en C.J.H.G. Bronzwaer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 10 juni 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.