ECLI:NL:OGHACMB:2025:134

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
10 juni 2025
Publicatiedatum
19 juni 2025
Zaaknummer
AUA2023H00190
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep in medisch tuchtrecht tegen plastisch chirurg wegens vermeende nalatigheid bij behandeling van rupturen borstprotheses

In deze zaak heeft klaagster een klacht ingediend tegen een plastisch chirurg in Aruba, waarbij zij hem beschuldigt van nalatigheid. Klaagster heeft in 2009 een borstvergroting ondergaan, maar in 2017 werd bij haar een ruptuur van de borstprotheses vastgesteld. Ondanks de dringende noodzaak tot operatie, heeft de plastisch chirurg klaagster niet tijdig geopereerd, wat leidde tot complicaties zoals sepsis. Het Medisch Tuchtcollege Aruba heeft de klacht afgewezen, omdat er geen bewijs was van nalatigheid. Klaagster ging in hoger beroep, maar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie bevestigde de beslissing van het MTC. Het Hof oordeelde dat de plastisch chirurg adequaat had gehandeld en dat klaagster zelf verantwoordelijk was voor het niet tijdig laten uitvoeren van de operatie. De beslissing van het MTC werd bevestigd, en het Hof wees het verzoek van klaagster af.

Uitspraak

Medische tuchtzaken over 2025
Registratienummers: MTC nr. AUA202103192 - AUA2023H00190
Uitspraak: 10 juni 2025
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S L I S S I N G op grond van artikel 17 Landsverordening medisch tuchtrecht
in de zaak van:
[de klaagster],
wonende in [woonplaats],
hierna te noemen: klaagster,
appellante,
gemachtigde: mr. D.G. Croes,
tegen
[de plastisch chirurg],
wonende in [woonplaats],
hierna te noemen: de plastisch chirurg,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. L.D. Gomez.

1.De zaak in het kort

Deze zaak betreft een klacht tegen een plastisch chirurg in Aruba. Klaagster heeft hem verweten dat hij haar niet tijdig heeft laten opereren, terwijl er sprake was van rupturen in haar borstprotheses, waardoor zij uiteindelijk sepsis (bloedvergiftiging) heeft opgelopen. Het Medisch Tuchtcollege Aruba heeft de klacht afgewezen bij gebrek aan aanwijzingen dat de plastisch chirurg nalatig is geweest of onzorgvuldig heeft gehandeld. Het Hof beoordeelt de klacht opnieuw en komt tot hetzelfde oordeel als het Medisch Tuchtcollege.

2.Het verloop van de procedure

2.1
Bij op 22 november 2023 ingekomen beroepschrift, met een productie, is klaagster in hoger beroep gekomen van de tussen partijen gewezen en op 25 oktober 2023 uitgesproken beslissing van het Medisch Tuchtcollege in Aruba (hierna: het MTC). Hierbij heeft klaagster bezwaren tegen de beschikking aangevoerd. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof de beslissing zal vernietigen en haar verzoek alsnog zal toewijzen, met veroordeling van de plastisch chirurg in de proceskosten in beide instanties.
2.2
De plastisch chirurg heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend. Zijn conclusie strekt ertoe dat het Hof de bestreden beschikking zal bevestigen.
2.3
Op 31 maart 2025 heeft de mondelinge behandeling in hoger beroep plaatsgevonden. Verschenen zijn klaagster, bijgestaan door mr. E. Duijneveld namens mr. Croes, en de plastisch chirurg, bijgestaan door zijn gemachtigde, die een pleitnota heeft ingediend. Voorafgaand aan de zitting heeft de gemachtigde van de plastisch chirurg bij mailbericht van 27 maart 2025 producties overgelegd.
2.4
Beschikking is aangezegd en bepaald op vandaag.

3.De feiten

3.1
In 2009 heeft klaagster in Colombia een borstvergroting ondergaan, met plaatsing van borstprotheses.
3.2
In augustus 2017 heeft klaagster een auto-ongeluk gehad. Naar aanleiding van pijnklachten heeft klaagster op 27 november 2017 een mammografie ondergaan. Een verslag van de radioloog vermeldt als conclusie een ruptuur van de protheses:
“(…) ruptura bilateral de protesis mamaria intra y extra-capsular con nodulacion axila y presencia de siliconomas (…) “.
3.3
Op 11 januari 2018 is klaagster bij haar huisarts geweest, die haar heeft verwezen naar de plastisch chirurg. Het journaal van de huisarts vermeldt over dat consult: “
11-01-2018: Ruptuur BDZ prothese. na klap op re mamma. pijn te IMSAN geweest. 2 wk geleden.
nu vraag of iets stuk is? mamma contouren niet duidelijk. mog ruptuur bdz niet alleen re.? gaat
voor ECHO mamma. t 36.7 C. niet rood
Uitgaand Verwijsbrief kort 1601 — plastisch chirurgie
Uitgaand Radiologie 1601 — overig”
3.4
Op 24 april 2018 heeft klaagster voor het eerst een consult gehad bij de plastisch chirurg, waarbij hij haar heeft verwezen naar het ziekenhuis voor een echo van haar borsten. In het verwijsformulier van de plastisch chirurg van 24 april 2018 is te lezen: “
(…) st. na borstaugmentatie ± 8 jr geleden. Geen documentatie. Nu sinds 1 jr progress. pijnkl., deformatie, volumeverand (CAVE PIP!) + sinds kort ook pijnlijk hard gezwollen borst (re) Vraag: status prothesen? Ruptuur? Status kapsel? Vocht rond prothesen? Graag evaluatie? “
Bovenaan het formulier is vermeld:
“Graag enige spoed!”.
3.5
Op 9 mei 2018 heeft klaagster een echo van haar borsten ondergaan. Het verslag van de radioloog van deze echo luidt onder meer als volgt:
"(...) Echo mamma beiderzijds:
De rechterprothese toont diffuus afwijkend echosignaal met het beeld van een totale geruptureerde prothese. Prothese zelf niet goed meer herkenbaar. Ook vrij vocht zichtbaar. Meerdere siliconomen. Links is de prothese meer intact, echter ook hier is er vrij vocht zichtbaar meerdere siliconomen. Milt bij lekkage. Conclusie: Beeld van rechts ruptuur van de prothese. Links lekkage van de prothese. Beiderzijds siliconomen.“
3.6
Een overzicht van de medische handelingen en adviezen met betrekking tot klaagster (hierna: het overzicht) dat de plastisch chirurg heeft opgesteld, luidt onder meer als volgt:
“(…)
- 24-4-2018, eerste consult (...) Echo-mamma met enige spoed aangevraagd. Uitgelegd medische indicatie AZV en AZV-dekking, Pte ook naar HOH voor Echo-mamma.
- 09-05-2018, resultaat echo, via fax: Tekenen van ruptuur prothese borst bdz, bdz siliconomen tpv borst.
- direct daarna 2018 pte op praktijk in persoon uitgelegd dat zij met enige spoed geopereerd moet worden, prothesen verwijderd moeten worden om van de klachten of te komen. Tegelijkertijd gerustgesteld.
- Voorbereidingen getroffen pte te opereren, prescreen geregeld (toen nog met de hand), standard formulier. Vanwege aard v.d. ingreep declaratie AZV na operatie.
-Pte gaf aan [de plastisch chirurg] nog niet direct te kunnen opereren, moest eerst nog naar het buitenland.
- 18-7-2018 Heeft nog telefonisch contact gehad ivm pijn, waarvoor pijnstilling werd voorgeschreven. Contact met tweede assistent pijnstilling in overleg met (Hof: de plastisch chirurg). Meegegeven via tweede assistent met uitleg dat pte geopereerd moest worden, niet alleen pijnstilling.
- Na 18-7-2018 assistente met pte gedurende langere periode vaker geprobeerd contact te krijgen via beschikbare nummers voor planning operatie en uitvoering prescreen. Echter niet kunnen bereiken of wordt niet opgenomen.
- Periode augustus 2018 en september 2018 pte niet meer op consult noch in persoon op de praktijk ook niet bereikbaar
- Op gegeven moment pte bellen gestaakt. Eigen verantwoordelijkheid pte.
- (...)."
3.7
De plastisch chirurg heeft een formulier overgelegd (Hospital Admission Form, hierna: het pre-op screening formulier), gedateerd 14 mei 2018 met vermelding van de naam van klaagster, het bijschrift:
“Enige spoed!”en onder het kopje diagnosis/indication/operation:
“ Geruptureerde prothese borst bdz (CAVE PIP!) Plan: verwijderen prothese bdz, capsulectomie + mammoplastiek”.
3.8
Op 9 september 2019 is klaagster, nadat bij haar sepsis (bloedvergiftiging) is geconstateerd, geopereerd in het ziekenhuis in Aruba. Het ontslagformulier vermeldt als conclusie:
“Geïnfecteerde en gedesintegreerde siliconen prothesen bdz wv explantatie en kapsulectomie bdz met nabloeding als complicatie”.
3.9
Klaagster heeft naar haar zeggen nu nog steeds pijn aan haar schouders en zij heeft last van tendinitis (peesontsteking), waarvoor zij medicijnen slikt. Haar beroep als masseuse kan zij niet meer uitvoeren omdat haar borstspieren grotendeels verwijderd zijn; zij is gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaard.

4.De procedure bij het MTC

4.1
Klaagster heeft verzocht om aan de plastisch chirurg een van de maatregelen genoemd in artikel 7 Landsverordening medisch tuchtrecht (LvoMT) op te leggen wegens nalatigheid, doordat hij klaagster niet tijdig heeft laten opereren, waardoor zij schade heeft opgelopen.
4.2
Het MTC heeft de klacht afgewezen omdat er geen aanwijzingen zijn dat de plastisch chirurg nalatig is geweest of onzorgvuldig heeft gehandeld. Hij heeft klaagster gezegd dat zij met spoed geopereerd moest worden en heeft daarvoor alle nodige handelingen verricht (inclusief het klaarleggen van het pre-op screeningformulier). Klaagster heeft dat formulier niet opgehaald en heeft nagelaten actie te ondernemen om zich snel te laten opereren.

5.De beoordeling

toetsingsnorm
5.1
Het Hof dient te beoordelen of de plastisch chirurg heeft gehandeld in strijd met artikel 2 LvoMT. Daarbij zal het Hof beoordelen of hij heeft gehandeld binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het verweten handelen of nalaten en met de in de beroepsgroep aanvaarde norm of standaard voor het verlenen van de zorg.
verwijtbaar handelen
5.2
Bij de stukken bevindt zich geen compleet medisch dossier van de plastisch chirurg over klaagster, ondanks het feit dat het MTC dat wel heeft opgevraagd bij de plastisch chirurg. Wel heeft de plastisch chirurg een overzicht van de door hem gedane verrichtingen overgelegd (hiervoor in 3.6 geciteerd) en een aantal losse stukken. Uit dat overzicht maakt het Hof op dat klaagster na een verwijzing in januari 2018 door haar huisarts op 24 april 2018 voor het eerst op consult is geweest bij de plastisch chirurg en dat hij haar heeft doorverwezen naar het ziekenhuis om een echo te laten maken, wat op 9 mei 2018 is gebeurd. Tot zover heeft de plastisch chirurg tijdig en adequaat gehandeld.
5.3
Klaagster is kort nadien voor de tweede keer bij de plastisch chirurg op consult geweest (zij heeft dat bevestigd ter zitting in hoger beroep), maar er zit geen gespreksverslag in het dossier waaruit valt op te maken wanneer dat precies is geweest en wat de plastisch chirurg toen met klaagster heeft besproken en verteld. In het overzicht staat dat de plastisch chirurg aan klaagster heeft uitgelegd dat zij met enige spoed geopereerd moest worden met verwijdering van de protheses, dit om van de klachten af te komen. Hier lopen de versies van klaagster en de plastisch chirurg uiteen, want klaagster stelt bij het MTC dat de plastisch chirurg haar gerust heeft gesteld en heeft gezegd dat er geen haast was bij de operatie. Ter zitting in hoger beroep heeft klaagster echter verklaard dat de plastisch chirurg haar wel heeft gezegd dat zij spoedig een operatie moest ondergaan en ook dat zij medicijnen moest innemen om het gezwel te verminderen. Zijn assistente zou haar bellen en dat is volgens klaagster niet gebeurd.
5.4
Dat de plastisch chirurg wel degelijk heeft gezegd tegen klaagster dat er enige spoed was bij de operatie wordt onderbouwd door de vermelding in het overzicht en door de inhoud van het pre-op screeningformulier, dat is gedateerd op 14 mei 2018 (zie 3.7) en dat volgens de plastisch chirurg na het tweede consult is ingevuld. Volgens de plastisch chirurg is aan klaagster meegedeeld dat zij het pre-op screeningformulier moest ophalen en daarmee naar het ziekenhuis moest gaan voor de pre-op screening. Dat dit aan klaagster is gezegd wordt onderbouwd door een schriftelijke verklaring van de assistente van de plastisch chirurg. Daaruit blijkt dat deze assistente klaagster telefonisch heeft opgeroepen om in mei 2018 met spoed geopereerd te worden, dat klaagster heeft aangegeven verhinderd te zijn omdat zij naar het buitenland moest, dat de assistente tussen mei en september 2018 nog verschillende keren telefonisch contact heeft opgenomen met klaagster, maar dat deze aangaf niet beschikbaar te zijn voor een operatie ofwel onbereikbaar was.
5.5
Gelet op deze feiten is onvoldoende komen vast te staan dat de plastisch chirurg nalatig heeft gehandeld doordat hij er niet voor heeft gezorgd dat klaagster tijdig werd geopereerd. Aannemelijk is dat de plastisch chirurg wel heeft gezegd dat er enige spoed was bij de operatie en ook dat zijn assistente meerdere malen telefonisch aan klaagster heeft doorgegeven dat zij zich moest melden, maar dat klaagster dit niet heeft gedaan.
5.6
In het overzicht staat vermeld dat klaagster ook op 18 juli 2018 nog in de praktijk van de plastisch chirurg is geweest met pijnklachten en dat haar daarvoor medicijnen zijn voorgeschreven, met opnieuw de uitleg dat zij geopereerd moest worden. De plastisch chirurg heeft tijdens de zitting in hoger beroep erkend dat het pre-op screeningformulier toen niet aan klaagster is meegegeven. Dat had wel gekund en op dit punt treft de plastisch chirurg een verwijt, maar dat is tegen de achtergrond van de hiervoor weergegeven feiten onvoldoende om tot de conclusie te komen dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan het in art. 2 van de LvoMT bedoelde handelen.
slotsom
5.7
Uit het voorgaande volgt dat de beslissing van het MTC zal worden bevestigd.
5.8
Het Hof zal deze beslissing op grond van art. 16 lid 2 LvoMT ter publicatie aanbieden aan rechtspraak.nl.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
bevestigt de beslissing van het Medisch Tuchtcollege van Aruba van 25 oktober 2023;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.G. ter Veer, E.M. van der Bunt en C.J.H.G. Bronzwaer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 10 juni 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.