Uitspraak
BANQUE EUROPÉENNE DU CREDIT MUTUEL,
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
point of sale, Hof)systeem en dat de betreffende transacties onbetaald zijn gebleven. Het betrof een bedrag van US$ 14.050 ([betrokkene A]) en US$ 44.550 ([betrokkene B).
3.De procedure in eerste aanleg
chargebacks’ door Visa, wegens het gebruik van frauduleuze creditcards door de cliënten van [appellant]. De reeds uitgevoerde betalingen werden daarmee teruggedraaid, met als gevolg een negatief saldo op de bankrekening van [appellant]. De Bank verwijt [appellant] dan ook ten onrechte dat hij betalingen heeft gedaan van zijn bankrekening, terwijl er niet voldoende saldo op zijn rekening stond, met als gevolg een negatief saldo. Dat het tekort daardoor zou zijn ontstaan blijkt nergens uit en in zoverre is er ook geen sprake van een tekortkoming aan de zijde van [appellant] (rov. 3.1). Dit betekent niet dat [appellant] niet gehouden zou zijn om het tekort op de bankrekening aan te zuiveren. Dat volgt uit artikel 21 van de Algemene Voorwaarden (rov. 3.2).
4.Beoordeling in hoger beroep
- kopie ‘merchant agreement’ tussen de Bank en [appellant];
- alle relevante overeenkomsten tussen de Bank en The Bank of America;
- alle relevante overeenkomsten tussen de Bank en Visa creditcardmaatschappij;
- kopie verzekeringspolis van de Bank.
chargebackheeft plaatsgevonden dient [appellant] zich te beklagen bij Visa en niet bij de Bank.
chargebacksheeft verricht zal hij Visa moeten aanspreken. Ten aanzien van de verzochte kopie van de verzekeringspolis van de Bank geldt dat [appellant] niet gemotiveerd heeft betwist dat de Bank voor de gevallen van fraude met creditcards uitgegeven door derden, zoals in deze zaak, geen lopende verzekeringen heeft. Grief I faalt.
chargebackis verricht door Visa en niet door [appellant]. De Bank had daarom tegen Visa stappen moeten ondernemen om de fraude te bestrijden. Artikel 21 van de Algemene Voorwaarden ziet slechts op gevallen waarbij de klant persoonlijke schuld draagt. Bovendien is artikel 21 onredelijk en oneerlijk omdat [appellant] aansprakelijk wordt gehouden voor handelingen waarover hij geen macht of zeggenschap heeft. Omdat de
chargebackeenzijdig door Visa is verricht moet Visa voor de gevolgen daarvan verantwoordelijk worden gehouden.
credit entry)onder voorbehoud (
under the reservation) is van de ontvangst van de tegenwaarde
(counter-value)van de
credit entry.Nu in dit geval de tegenwaarde niet is ontvangen, althans door Visa is teruggedraaid, komt de Bank een beroep toe op artikel 21 van de Algemene Voorwaarden. Dat de
chargebackis verricht door Visa maakt voor toepasselijkheid van de bepaling niet uit, aldus de Bank.
chargebackdoor Visa, omdat niet vast staat dat er daadwerkelijk credit card fraude heeft plaatsgevonden. In de toelichting op de grief stelt [appellant] verder dat het Gerecht ten onrechte onder 3.2.2 van het bestreden vonnis heeft overwogen dat de Bank [appellant] niet behoefde te informeren over het beleid van Visa, ook niet bij het ter beschikking stellen van het POS-systeem en dat de zorgplicht van de Bank niet zo ver gaat dat zij haar rekeninghouders over de voorwaarden informeert die organisaties zoals Visa hanteren voor het gebruik van creditcards.
scammersdie andermans creditcards gebruiken. [appellant] gaf verder bij de aangifte aan dat men nooit zijn whatsapp-telefoontjes, -berichtjes en e-mails beantwoordde en hem blokkeerde. In de brief van de Bank van 14 mei 2020 worden per creditcard de bedragen opgesomd die met de desbetreffende transacties gemoeid waren. [appellant] heeft deze opsomming niet, dan wel niet gemotiveerd betwist. Uit het voorgaande volgt genoegzaam dat ook [appellant] er vanuit ging dat er daadwerkelijk fraude had plaatsgevonden. Zijn stelling dat de fraude niet vaststaat wordt als niet onderbouwd gepasseerd.
chargeback. Ook grief III faalt.