Uitspraak
[KANDIDAAT-NOTARIS],
De vereffenaar van [NOTARISPRAKTIJK NOTARIS 2] N.V.,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. [appellante] heeft schade geleden door een hypotheekverlening op een erfpachtsrecht dat mede op haar naam stond. De schade is ontstaan doordat de kandidaat-notaris [kandidaat-notaris] niet heeft gewaarschuwd dat het perceel reeds was verkocht. Het Gerecht heeft de vorderingen van [appellante] afgewezen, waarna zij in hoger beroep is gegaan. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft het hoger beroep verworpen en het vonnis van het Gerecht bevestigd. Het Hof oordeelt dat de vordering tegen [kandidaat-notaris] is verjaard, omdat [appellante] al in 2013 bekend was met de schade en de aansprakelijke persoon. Daarnaast wordt opgemerkt dat de vordering tegen de vereffenaar niet kan worden behandeld, omdat de vereffenaar niet correct is aangeduid in de processtukken. Het Hof bevestigt het vonnis van het Gerecht en veroordeelt [appellante] in de proceskosten van het hoger beroep.