ECLI:NL:OGHACMB:2025:186

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
1 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
AUA2024H00117
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over betaling van geleverde tegels en schijn van volmachtverlening

In deze zaak vordert de Spaanse rechtspersoon New Tiles S.L.U. betaling van de naamloze vennootschap Banjolux On-Shore N.V. voor geleverde tegels. In eerste aanleg heeft het Gerecht in Aruba de vordering van New Tiles afgewezen, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. New Tiles is in hoger beroep gegaan en heeft haar eis verminderd. Het Hof oordeelt dat de vordering in hoger beroep voldoende is gespecificeerd en onderbouwd. Het Hof stelt vast dat Banjolux betalingen heeft gedaan aan een derde, [betrokkene], en dat deze betalingen niet meetellen voor de schuld aan New Tiles. Banjolux heeft betoogd dat zij nooit rechtstreeks met New Tiles heeft gehandeld en dat zij dacht dat [betrokkene] de volmacht had om namens New Tiles te handelen. Het Hof verwerpt dit betoog en oordeelt dat Banjolux niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op de volmachtverlening aan [betrokkene]. Het Hof vernietigt het vonnis van het Gerecht en wijst de vordering van New Tiles toe, waarbij Banjolux wordt veroordeeld tot betaling van € 24.882,07, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2025
Zaaknummers: AUA202201390 – AUA2024H00117
Uitspraak: 1 juli 2025
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de rechtspersoon naar Spaans recht
NEW TILES S.L.U.,
gevestigd te L’Alcora, Spanje,
in eerste aanleg eiseres, thans appellante,
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
tegen
de naamloze vennootschap
BANJOLUX ON-SHORE N.V.,
handelende onder de naam Banjo-Lux,
gevestigd in Aruba,
in eerste aanleg gedaagde, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. M.A. Kock.
Partijen worden hierna New Tiles en Banjolux genoemd.

1.De zaak in het kort

In deze rechtszaak vordert een leverancier van tegels betaling voor de leveringen.
Het Gerecht heeft de vordering afgewezen.
Het Hof komt tot een toewijzing van de in hoger beroep verminderde vordering. Het Hof oordeelt, kort gezegd, dat de hoogte van de vordering in hoger beroep voldoende is gespecificeerd en onderbouwd en dat de door de afnemer verrichte betalingen aan een derde niet worden meegerekend. Dat laatste oordeel houdt verband met het leerstuk van de schijn van volmachtverlening.

2.Het verloop van de procedure

2.1
Bij op 14 mei 2024 ingekomen akte van appel is New Tiles in hoger beroep gekomen van “het vonnis van 12 april 2024”, volgens de akte tussen partijen gewezen door het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht).
2.2
Op 24 juni 2024 is een memorie van grieven ingekomen, met producties. In deze memorie noemt New Tiles een vonnis van 17 april 2024 van het Gerecht. In deze memorie heeft New Tiles drie grieven tegen dat vonnis aangevoerd en toegelicht en haar eis verminderd. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het vonnis zal vernietigen en, uitvoerbaar bij voorraad, haar verminderde eis zal toewijzen, met wettelijke rente en met veroordeling van Banjolux in de kosten van beide instanties.
2.3
Bij op 12 augustus 2024 ingekomen memorie van antwoord heeft Banjolux de grieven bestreden. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof New Tiles niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep, althans het bestreden vonnis zal bevestigen, met veroordeling van New Tiles in de kosten.
2.4
Op 4 februari 2025 hebben de gemachtigden van partijen pleitnotities ingediend.
2.5
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

3.De beoordeling

Feiten
3.1
Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.1.1
In de periode december 2018-juli 2020 heeft New Tiles meermalen goederen, vooral tegels, geleverd aan Banjolux. Hiervoor is het volgende gefactureerd en aan New Tiles betaald:
3.1.2
Daarnaast heeft New Tiles de volgende betalingen gedaan:
3.1.3
De verkoop van de tegels geschiedde met betrokkenheid van [betrokkene] (hierna: [betrokkene]).
3.1.4
Bij e-mail van 25 mei 2021 heeft een medewerker boekhouding van Banjolux aan een medewerker van New Tiles bericht (onder meer):
Para reaccionar a tu correro, entiendo el punto del que viene. Pues como ya sa explico anteriormente. Nosotro como Banjolux manejamos esta compra con su representante o quien creiamos ser su representante [betrokkene].
El problema aqui para nosotros es que [betrokkene] nos cobra este envio o como se podra decir el flete para esta compra en particular y luego recibimos facturas de New Tiles con otras ves los gastos del flete. Cuando el acuerdo con [betrokkene] fue que realizaramos un anticipio previo al envio para asi evitar retrasos, este se le pago.
Ahora si simplemente tomamos las facturas que temenos y las comparamos con los pagos relizados, excuyendo a Arko Tile esto todavia no cuadra.
Sin mas, todavia estamos tratando de contractar a [betrokkene] para que asi el nos de una explicacion justa de esta situacion.
Vrij vertaald door het Hof:
In reactie op je e-mail, begrijp ik waar het vandaan komt. Zoals ik eerder heb uitgelegd, behandelen wij als Banjolux deze aankoop met jullie vertegenwoordiger of wie we dachten dat jullie vertegenwoordiger was, [betrokkene].
Het probleem voor ons is dat [betrokkene] deze verzending of, zoals je het zou kunnen noemen, het vervoer voor deze specifieke aankoop in rekening brengt, en daarna ontvangen we facturen van New Tiles met opnieuw de vervoerskosten. Toen de afspraak met [betrokkene] was dat we een vooruitbetaling zouden doen voor de verzending om vertraging te voorkomen, werd dit betaald.
Als we nu gewoon de facturen nemen die we hebben, en deze vergelijken met de gedane betalingen, met uitzondering van Arko Tile, klopt het nog steeds niet.
Tot slot zijn we nog steeds bezig contact met [betrokkene] te zoeken, zodat hij ons een eerlijke uitleg kan geven over deze situatie.
3.1.5
Op deze e-mail heeft de medewerker van New Tiles bij e-mail van 26 mei 2021 als volgt gereageerd (onder meer):
Nuestra agente en Aruba es por el momento [betrokkene], del que no sabemos nada ni por teléfono ni por otro medio.
Como puedes observar [betrokkene] os ha pasado unas facturas de otra empresa diferente a New tiles, con otra cuenta bancaria de la que New tiles ne es propietario (beneficiario).
Nuestra intención es arreglar este tema con vosotros directamente y quitar a [betrokkene] de agente, ayudarles a contactar con el y que nos aclare el tema a ambos.
Este tarde te llamo y chequeamos el extracto para var que es lo que no os cuadra.
Vrij vertaald door het Hof:
Onze agent op Aruba is momenteel [betrokkene], van wie we niets vernemen, noch telefonisch, noch op een andere manier.
Zoals je kunt zien, heeft de heer [betrokkene] jullie facturen van een ander bedrijf dan New tiles doorgestuurd, met een andere bankrekening die New tiles niet bezit (begunstigde).
Onze bedoeling is om dit onderwerp direct met jullie op te lossen en [betrokkene] Leon als agent te verwijderen, jullie te helpen om contact met hem op te nemen zodat hij dit onderwerp voor ons beiden kan verduidelijken.
Vanmiddag bel ik je en bekijken we het overzicht om te zien wat er niet klopt.
3.1.6
Bij brief van 8 april 2022 heeft de advocaat van New Tiles Banjolux gesommeerd € 24.882,07 te betalen (inclusief 15% incassokosten: € 28.614,38).
Vordering in eerste aanleg
3.2
In deze rechtszaak heeft New Tiles bij het Gerecht gevorderd, verkort weergegeven: betaling van € 28.614,38, met (opnieuw) 15% incassokosten, wettelijke rente en proceskosten.
Beslissingen van het Gerecht
3.3
Bij vonnis van 17 april 2024 heeft het Gerecht de vordering afgewezen. Hiertoe heeft het Gerecht overwogen, verkort weergegeven, dat New Tiles haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd.
Vordering in hoger beroep
3.4
In hoger beroep heeft New Tiles haar eis verminderd. Zij vordert nu, verkort weergegeven, uitvoerbaar bij voorraad, betaling van € 24.882,07 (zonder incassokosten), met wettelijke rente en kosten van beide instanties.
Beoordeling door het Hof
3.5
Banjolux heeft betoogd dat New Tiles niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep, omdat het is gericht tegen een vonnis dat niet bestaat. Het Hof verwerpt dit betoog. Het is voldoende kenbaar voor het Hof en voor Banjolux dat de datum 12 april 2024 die in de akte van appel wordt genoemd, een verschrijving is en dat het hoger beroep is gericht tegen het vonnis van het Gerecht van 17 april 2024.
3.6
In hoger beroep heeft New Tiles de vordering voldoende gespecificeerd en onderbouwd met facturen en betalingsbewijzen (zie 3.1.1 hiervoor). Indien de betalingen die hiervoor onder 3.1.2 worden genoemd, niet worden meegerekend, komt de schuld van Banjolux uit op het gevorderde bedrag. Banjolux heeft dat op zichzelf ook niet (voldoende duidelijk) betwist.
3.7
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet (voldoende duidelijk) betwist stelt het Hof vast dat Banjolux ook de hiervoor onder 3.1.2 genoemde betalingen heeft gedaan, echter niet op een bankrekening van New Tiles, maar op een door [betrokkene] aangewezen bankrekening op naam van [betrokkene] bij een bank in de Verenigde Staten.
3.8
Banjolux heeft aangevoerd dat zij nooit rechtstreeks met New Tiles zaken heeft gedaan. De bestellingen deed zij altijd via [betrokkene] en de facturen betaalde zij altijd aan [betrokkene]. Banjolux heeft ook schriftelijk bevestigd dat [betrokkene] haar vertegenwoordigde in Aruba (zie 3.1.5 en 3.1.6 hiervoor). Banjolux meende en mocht menen dat zij bevrijdend betaalde aan [betrokkene], aldus Banjolux.
3.9
Dit betoog komt erop neer (primair) dat New Tiles aan [betrokkene] volmacht had verleend om namens New Tiles een betaaladres voor de gekochte goederen aan te wijzen, waar New Tiles bevrijdend kon betalen (art. 3:60 lid 1 en 6:116 lid 2 BW), althans (subsidiair) dat Banjolux heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat een daarvoor toereikende volmacht was verleend, zodat New Tiles geen beroep kan doen op de onjuistheid van deze veronderstelling (art. 3:61 lid 2 BW).
3.1
Het Hof verwerpt het primaire betoog van Banjolux. Tegenover de betwisting van New Tiles heeft Banjolux onvoldoende gesteld om aan te nemen dat New Tiles [betrokkene] had gemachtigd om een betaaladres aan te wijzen. Het past ook niet bij de mailwisseling die hiervoor onder 3.1.5 en 3.1.6 is weergegeven. Uit de antwoordmail van New Tiles leidt het Hof af dat ook New Tiles niet begreep waarom [betrokkene] zo optrad.
3.11
Voor toerekening van de schijn van volmachtverlening aan New Tiles op de voet van art. 3:61 lid 2 BW kan plaats zijn als Banjolux gerechtvaardigd heeft vertrouwd op volmachtverlening aan [betrokkene] op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van New Tiles komen, en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Dit risicobeginsel gaat niet zo ver dat voor toepassing daarvan ook ruimte is in gevallen waarin het tegenover Banjolux gewekte vertrouwen uitsluitend is gebaseerd op verklaringen of gedragingen van [betrokkene] als onbevoegd handelende persoon (HR 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1356).
3.12
Indien New Tiles [betrokkene] als vertegenwoordiger (in het Spaans:
agente) had aangewezen en zonder bezwaar haar goederen leverde op bestellingen die Banjolux deed bij [betrokkene], mocht Banjolux weliswaar (tot nader order) erop vertrouwen dat zij bij [betrokkene] bestellingen kon doen voor leveringen van New Tiles, maar niet zonder meer dat zij mocht afgaan op hetgeen [betrokkene] mededeelde over wijziging van het betaaladres van New Tiles, te weten betaling voortaan (of in sommige gevallen) op een bankrekening op naam van [betrokkene] in plaats van op naam van New Tiles, zoals voorheen (of doorgaans). Het lag op de weg van Banjolux om dit bij New Tiles te na te gaan. Eventueel vertrouwen van Banjolux dat zij op dergelijke aanwijzingen van [betrokkene] mocht afgaan, is niet (mede) gebaseerd op omstandigheden die voor risico van New Tiles komen. Daarom verwerpt het Hof ook het subsidiaire betoog van Banjolux.
3.13
Het hoger beroep slaagt. Het vonnis waarvan beroep dient te worden vernietigd. De in hoger beroep verminderde vordering moet worden toegewezen. Banjolux zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van beide instanties.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Banjolux om tegen behoorlijk bewijs van kwijting € 24.882,07 aan New Tiles te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 april 2022 tot aan de dag van de voldoening;
veroordeelt Banjolux in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van New Tiles gevallen en begroot op Afl. 1.715,00 aan verschotten en Afl. 3.750,00 aan salaris voor de gemachtigde;
veroordeelt Banjolux in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van New Tiles gevallen en tot op heden begroot op Afl. 2.093,00 aan verschotten en Afl. 5.000,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mrs. G.C.C. Lewin, J. de Boer en W.P.M. ter Berg, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ondertekend door de rolrechter en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 1 juli 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.