ECLI:NL:OGHACMB:2025:221
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- C.G. ter Veer
- E.M. van der Bunt
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezag en omgang van een minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende het gezag en de omgang van een minderjarige, geboren in 2013. De moeder, appellante, heeft in eerste aanleg het verzoek ingediend om alleen het gezag over de minderjarige te verkrijgen, wat door het Hof is toegewezen in een tussenbeschikking van 18 juni 2024. De omgangsregeling is aangehouden voor een rapport van de Voogdijraad, maar de zitting op 12 november 2024 heeft geen doorgang gevonden. De Voogdijraad heeft geadviseerd om geen omgangsregeling vast te stellen, omdat de minderjarige geen contact met de vader wenst. Het Hof heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige is om de vader het recht op omgang te ontzeggen, gezien de mogelijke negatieve gevolgen voor zijn geestelijke ontwikkeling. De moeder is verplicht om de vader elke twee maanden op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in het leven van de minderjarige. De beschikking van het Hof is uitgesproken op 8 juli 2025, waarbij het verzoek van de vader om een omgangsregeling is afgewezen en de informatieverplichting van de moeder is herbevestigd.