Uitspraak
verblijvende in de Mental Health Foundation,
1.Het verloop van de procedure
Tevens was de moeder van betrokkene aanwezig.
2.Het verzoek en de beoordeling daarvan
3.3. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 3 juli 2025 uitspraak gedaan over een verzoek tot voorlopige plaatsing van een betrokkene in de geestelijke gezondheidszorg. De Procureur-Generaal bij het Parket Procureur-Generaal van Sint Maarten had op 2 juli 2025 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om de voorlopige plaatsing van de betrokkene, die lijdt aan een schizofrene stoornis. De betrokkene had eerder ingestemd met medicamenteuze behandeling, maar de uitvoering daarvan was problematisch. Het Hof constateerde dat er meer dan vier maanden waren verstreken tussen de afgifte van het bevel tot voorlopige plaatsing op 5 februari 2025 en de feitelijke opname op 16 juni 2025. Dit leidde het Hof tot de conclusie dat de geldigheid van het bevel was vervallen, aangezien de wet geen onbeperkte geldigheid aan dergelijke bevelen verleent. Het Hof bepaalde dat de gedwongen opname van de betrokkene onmiddellijk moest worden beëindigd, maar dat voortzetting van het verblijf op vrijwillige basis mogelijk was. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.