ECLI:NL:OGHACMB:2025:23

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
4 februari 2025
Publicatiedatum
10 februari 2025
Zaaknummer
AUA2023H00053
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake verzekeringsdekking na een eenzijdig verkeersongeval in Aruba

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de NETHERLANDS ANTILLES & ARUBA ASSURANCE COMPANY (NA&A) N.V. tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De zaak betreft een eenzijdig verkeersongeval dat plaatsvond op 30 april 2020, waarbij de auto van de verzekeringneemster, bestuurd door haar dochter, over de kop sloeg en tegen een muur en een lantaarnpaal botste. De verzekeraar, Citizens, weigerde dekking te verlenen op basis van de polisvoorwaarden, met als argument dat het ongeval plaatsvond tijdens een avondklok, wat zou vallen onder de uitsluitingen voor dekking wegens grove schuld en opzet. Het Gerecht oordeelde echter dat de schade gedekt was onder de verzekering en beval Citizens om de schadevergoeding te betalen.

In hoger beroep heeft het Hof de vorderingen opnieuw beoordeeld. Het Hof concludeert dat de bewijslast bij Citizens ligt om aan te tonen dat de uitsluitingen van toepassing zijn. Het Hof oordeelt dat de avondklok niet kan worden aangemerkt als een maatregel die de dekking uitsluit, en dat de argumenten van Citizens onvoldoende zijn om aan te tonen dat er sprake was van grove schuld of opzet. Het Hof draagt de verzekeringneemster op om tegenbewijs te leveren tegen de stelling dat de bestuurster met grove schuld heeft gehandeld. De zaak wordt verder behandeld in een zitting in Aruba, waar getuigen kunnen worden gehoord.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2025
Zaaknummers: AUA202100357 – AUA2023H00053
Uitspraak: 4 februari 2025
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
NETHERLANDS ANTILLES & ARUBA ASSURANCE COMPANY (NA&A) N.V.,
gevestigd in Aruba,
in eerste aanleg eiseres, thans appellante,
gemachtigde: mr. D.C.A. Crouch,
tegen
[DE VERZEKERINGNEEMSTER],
wonende in Aruba,
in eerste aanleg gedaagde, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. D.E. Croes.
Partijen worden hierna Citizens en de verzekeringneemster genoemd.

1.De zaak in het kort

Deze zaak gaat over schade die is ontstaan bij een eenzijdig verkeersongeval in Aruba.
Verzekeraar Citizens heeft geweigerd dekking te verlenen.
Op vordering van de verzekeringneemster heeft het Gerecht de verzekeraar bevolen alsnog dekking te verlenen.
In dit hoger beroep beoordeelt het Hof de vorderingen opnieuw.

2.Het verloop van de procedure

2.1
Bij op 6 april 2023 ingekomen akte van appel is Citizens in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 1 maart 2023 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht).
2.2
Bij op 15 mei 2023 ingekomen memorie van grieven heeft Citizens negen grieven tegen het vonnis aangevoerd en toegelicht. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het vonnis zal vernietigen en de vorderingen van de verzekeringneemster alsnog zal afwijzen, met veroordeling van de verzekeringneemster, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten in beide instanties. Voor het geval het Hof het vonnis zal bevestigen en Citizens in de proceskosten zal veroordelen, verzoekt Citizens om de proceskostenveroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
2.3
Een memorie van antwoord is niet ingekomen.
2.4
Op 9 april 2024 hebben de gemachtigden van partijen pleitnotities ingediend.
2.5
De datum van uitspraak van het vonnis is nader bepaald op vandaag.

3.De beoordeling

Feiten
3.1
Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.1.1
In 2018 heeft de verzekeringneemster een personenauto, KIA Sportage, bouwjaar 2018, bij Citizens verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid
(
third-party liability) en casco-schade (
comprehensive new car replacement).
3.1.2
In de toepasselijke “Verzekeringsvoorwaarden motorrijtuigenverzekering” (hierna: de polisvoorwaarden) staat de dekking voor casco-schade omschreven in art. 23 (en 27). Onder meer is gedekt (art. 23.1):
schade door botsing, omslaan, van de weg en/of te water geraken, al dan niet veroorzaakt door eigen gebrek van het motorrijtuig.
In art. 7 van de polisvoorwaarden staat onder meer:
7 Algemene uitsluitingen
De maatschappij is geen uitkering verschuldigd en niet tot het verrichten van diensten verplicht:
7.1
Opzet
Schade veroorzaakt door opzet, grove schuld of met goedvinden van een verzekerde.
7.2
Goede trouw
Indien een verzekerde tekort is geschoten in de goede trouw bij de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst;
7.4
Terrorisme
Voor een gebeurtenis ontstaan als gevolg van en/of verband houdende met (handelingen of gedragingen ter voorbereiding van) terrorisme, kwaadwillige besmetting en/of preventieve maatregelen.
In dit artikel wordt voor zover niets anders blijkt, verstaan onder:
7.4.1
Terrorisme
(…)
7.4.2
Kwaadwillige besmetting
Buiten het kader van een van de zes vormen van molest ‒ (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologisch, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden ‒ al dan niet in enig organisatorisch verband ‒ is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
7.4.3
Preventieve maatregelen
Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of ‒ indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt ‒ de gevolgen daarvan te beperken.
3.1.3
In verband met de coronapandemie is op 16 april 2020 de Algemene regeling bestrijding COVID-19 X (AB 2020 no. 52) in werking getreden in Aruba. Hierin is onder meer bepaald:
§2. Avondklok
Artikel 5
1. Het is een ieder verboden zich tussen 21.00 uur en 06.00 uur buiten hun woningen of verblijfsgelegenheden te begeven of te bevinden. (…)
3.1.4
In de avond van 30 april 2020 heeft zich op de L.G. Smith Boulevard in Aruba een eenzijdig ongeval voorgedaan met de verzekerde auto, die bestuurd werd door de dochter van de verzekeringneemster (hierna: de bestuurster). De auto is van de weg geraakt, over de kop gegaan en tegen een muur en een lantaarnpaal gebotst. De bestuurster is gewond geraakt en per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. De auto is total loss verklaard.
3.1.5
De politie heeft een mutatierapport opgemaakt van het ongeval. Hierin staat onder meer:
Op 30 april 2020, omstreeks 22.05 uur, zijnde een tijdstip bij nacht, vond op de voor het verkeer openstaande weg, op de L.G. Smith Blvd. ter hoogte van perceel nummer 534 op Aruba een verkeersongeval plaats.
KORTE OMSCHRIJVING VAN HET ONGEVAL
De 1 [dit is de bestuurster van de auto, opmerking Hof] reed in noordelijke richting over de L.G. Smith Blvd. en koos een snelheid waarbij zij niet in staat was om haar voertuig tot stilstand kon brengen binnen de afstand waarover zij de rijbaan kon overzien. Gekomen bij de naar rechts omgaande bocht reed de 1 rechtstreeks, de rijbaan af, met gevolge dat zij de macht over het stuur verloor en tegen de 2 (erf muur LG. Smith Blvd. nummer 534) botste. Vervolgens botste zij de 1 tegen de 3 (lantaarnpaal (…)).
3.1.6
De verzekeringneemster heeft aanspraak gemaakt op dekking onder de verzekering.
3.1.7
Bij brief van 20 mei 2020 heeft Citizens aan de verzekeringneemster bericht:
[De schade] aan uw auto wordt niet in behandeling genomen, daar het gedurende een avondklok is gebeurd conform politie rapport.
3.1.8
De gemachtigde van Maduro heeft Citizens verzocht alsnog dekking onder de verzekering te verlenen. In antwoord op dat verzoek heeft de gemachtigde van Citizens laten weten dat Citizens dekking weigert op de volgende gronden:
a. het ongeval heeft plaatsgehad gedurende de avondklok, waardoor de gebeurtenis verband houdt met preventieve maatregelen als bedoeld in art. 7.4.3 van de polisvoorwaarden;
b. de schade is veroorzaakt door opzet, grove schuld of met goedvinden als bedoeld in art. 7.1 van de polisvoorwaarden;
c. de verzekerde is tekortgeschoten in de goede trouw als bedoeld in art. 7.2 van de polisvoorwaarden.
Vorderingen
3.2
In deze rechtszaak heeft de verzekeringneemster gevorderd, verkort weergegeven:
a. verklaring voor recht dat de bij het ongeval veroorzaakte schade gedekt is onder de verzekering;
b. bevel aan Citizens om de schadeclaim in behandeling te nemen en af te wikkelen;
c. een andere passende beslissing.
Beslissingen van het Gerecht
3.3
Bij het bestreden vonnis heeft het Gerecht, verkort weergegeven:
a. voor recht verklaard dat de bij het ongeval veroorzaakte schade gedekt is onder de verzekering;
b. Citizens bevolen om de schade tot maximaal het dekkingsmaximum te vergoeden, op te maken bij staat.
3.4
Hieraan heeft het Gerecht, verkort weergegeven, het volgende ten grondslag gelegd. Het verweer dat de verzekeringneemster niet aan de waarheidsplicht heeft voldaan, wordt verworpen, omdat niet is gebleken dat de verzekeringneemster bewust relevante feiten heeft willen achterhouden (4.4.2). Het beroep op art. 7.4.3 van de polisvoorwaarden faalt, omdat de avondklok niets met kwaadwillige besmetting van doen heeft (4.5.2). Het beroep op art. 7.1 van de polisvoorwaarden faalt, omdat de door Citizens gestelde toedracht van het ongeval onvoldoende is onderbouwd en die toedracht niet tot het aannemen van grove schuld zou leiden (4.6). Het beroep op art. 7.2 van de polisvoorwaarden faalt, omdat schending van de avondklok geen schending van goede trouw meebrengt (4.7). Voor vermindering wegens eigen schuld is geen plaats (4.10).
Beoordeling door het Hof
Bewijslastverdeling
3.5
Vast staat dat de auto schade heeft opgelopen door botsing, omslaan en van de weg geraken als bedoeld in art. 23 (en 27) van de polisvoorwaarden. De verzekering dekt deze schade, tenzij Citizens feiten stelt, en bij voldoende betwisting bewijst, waaruit volgt dat een uitsluiting als bedoeld in art. 7 van de polisvoorwaarden van toepassing is. De bewijslast is dus anders dan Citizens betoogt.
3.6
Er is geen reden voor het oordeel dat uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit. Het stond de gemachtigde van de verzekeringneemster vrij om bij conclusie van repliek onder 11 en 12 nadere stellingen over de toedracht in te nemen naar aanleiding van het verweer van Citizens bij conclusie van antwoord en het daarbij overgelegde expertiserapport. Deze nadere stellingen worden aangemerkt als toelichtingen, verbeteringen en/of aanpassingen van de bij inleidend verzoekschrift ingenomen stellingen. Zij geven geen reden om de bewijslast om te keren.
3.7
Er is ook geen reden om een verzwaarde stelplicht van de verzekeringneemster aan te nemen. Toepassing van de domeinleer is hier niet aangewezen. De verzekeraar kan zich voldoende beschermen tegen onzekerheid over de toedracht van een schadegeval, door daarover verplichtingen van de verzekerde in de polisvoorwaarden op te nemen met verval van dekking als sanctie. In dit geval staan die verplichtingen en dat verval omschreven in art. 8 van de polisvoorwaarden. Daarop heeft Citizens geen beroep gedaan. Het zou in strijd met de eisen van een goede procesorde zijn als Citizens dat alsnog zou doen.
Art. 7.4.3 - avondklok
3.8
Art. 7.4, getiteld “Terrorisme” somt nevenschikkend op: “terrorisme”, “kwaadwillige besmetting” en “preventieve maatregelen”. Deze termen worden vervolgens gedefinieerd in art. 7.4.1 tot en met 7.4.3 van de polisvoorwaarden. Citizens heeft niet gesteld dat het aannemelijk is dat kwaadwilligen Covid hebben verspreid of doen verspreiden om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken. Daarom kunnen de verspreiding van Covid en de besmetting met Covid niet worden aangemerkt als “kwaadwillige besmetting” als bedoeld in art. 7.4.2 van de polisvoorwaarden. Dat brengt mee dat de avondklok niet kan worden aangemerkt als een maatregel om het gevaar van kwaadwillige besmetting af te wenden als bedoeld in art. 7.4.3 van de polisvoorwaarden. Dit leidt tot de slotsom dat dekking van schade niet kan worden uitgesloten op de enkele grond dat de schade verband houdt met schending van de avondklok. De omstandigheid dat de art. 7.4.4 tot en met 7.4.14 niet op terrorisme zien, leidt niet tot een ander oordeel.
3.9
Ook indien de bestuurster te snel reed omdat de avondklok was ingegaan (of omdat de avondklok binnen zeer korte tijd zou ingaan), levert dat geen gerechtvaardigd beroep op art. 7.4.3 van de polisvoorwaarden op, omdat de avondklok geen preventieve maatregel is als in die bepaling bedoeld.
3.1
Het beroep op art. 7.4.3 van de polisvoorwaarden wordt daarom verworpen.
Art. 7.2 - goede trouw
3.11
De stellingen of verklaringen van de verzekeringneemster en de bestuurster over de toedracht van het ongeval, zoals hierna onder 3.18.1-3.18.4 weergegeven, bevatten wellicht verbeteringen en aanpassingen (zie ook 3.6 hiervoor), maar geen aperte tegenstrijdigheden en daaruit kan op zichzelf geen tekortschieten in de goede trouw bij de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst worden afgeleid. De expert heeft gerapporteerd dat als de auto door te hoge snelheid uit de bocht gevlogen zou zijn op de kruising L.G. Smith Boulevard/Malmokweg, de auto ergens anders terecht zou zijn gekomen, maar onvoldoende is gesteld om aan te nemen dat hij dit heeft onderzocht naar aanleiding van een verklaring die in strijd met de goede trouw is afgelegd. Hierbij is van belang dat Citizens en de expert geen ondertekende schriftelijke verklaring van de bestuurster hebben afgenomen.
3.12
In het midden kan blijven wat de verzekeringneemster en/of de bestuurster verklaard hebben over de vraag of het ongeval vóór of na het ingaan van de avondklok heeft plaatsgehad. Dat was op zichzelf redelijkerwijs niet van belang voor de dekking.
3.13
Mocht in dit geding geoordeeld worden dat de bestuurster zo hard heeft gereden dat dit grove schuld oplevert, dan worden de vorderingen op die grond afgewezen en kan in het midden blijven of dienaangaande onware verklaringen zijn afgelegd. Mocht dat niet geoordeeld worden, dan staat daarmee ook niet vast dat de bestuurster in strijd met de goede trouw onware verklaringen heeft afgelegd over de toedracht van het ongeval.
3.14
Het beroep op art. 7.2 van de polisvoorwaarden wordt daarom verworpen.
Art. 7.1 - grove schuld
3.15
Voor een geslaagd beroep op art. 7.1 van de polisvoorwaarden is nodig dat Citizens stelt, en bij voldoende betwisting bewijst, dat de schade ten gevolge van het ongeval is veroorzaakt door opzet, grove schuld of met goedvinden van een verzekerde. Niet alle details van de toedracht van het ongeval behoeven daarvoor komen vast te staan, maar wel moeten feiten komen vast te staan (hetzij bij gebrek aan voldoende betwisting, hetzij door bewijslevering) waaruit opzet, grove schuld of goedvinden volgt. Citizens heeft niet gesteld dat sprake is van opzet of goedvinden, maar wel dat sprake is van grove schuld.
3.16
Google Maps laat het volgende zien:
Als men vanuit het zuiden (vanuit het Ritz Carlton hotel) in noordelijke richting over de L.G. Smith Boulevard rijdt, kan men bij de kruising met Route 2 (dat is de Malmokweg), hetzij linksaf verder rijden over de L.G. Smith Boulevard richting Arashi, hetzij rechtdoor de weg Route 2/Malmokweg op richting Tierra del Sol en Gold Coast. Weliswaar zou men op basis van windrichtingen kunnen verdedigen dat richting Arashi rechtdoor is, en dat richting Tierra del Sol en Gold Coast rechtsaf is, maar de kruising is zo ingericht dat richting Arashi linksaf is en dat richting Tierra del Sol en Gold Coast rechtdoor is met de bocht mee. Als men na deze kruising verder over de L.G. Smith Boulevard richting Arashi rijdt, komt men bij een weg naar rechts, die ook op bovenstaand kaartje te zien is. Vlak na die weg naar rechts bevindt zich aan de rechterkant het adres L.G. Smith Boulevard 534, waarvan de bebouwing ook is ingetekend op het kaartje. De afstand tussen de kruising L.G. Smith Boulevard/Route 2 (Malmokweg) en de plaats waar de auto tegen de muur is gebotst, is ongeveer 225 meter.
3.17
Citizens heeft geen complete en stellige beschrijving gegeven van de toedracht van het ongeval, zoals die volgens haar heeft plaatsgehad, maar hierover wel op verschillende plaatsen van haar processtukken diverse stellingen ingenomen. Naar het Hof begrijpt, is de toedracht volgens Citizens als volgt geweest (3.17.1-3.17.5).
3.17.1
De auto reed vanaf het Ritz Carlton hotel in noordelijke richting over de L.G. Smith Boulevard. Aangekomen bij de kruising met de Malmokweg, is de auto linksaf geslagen, daarmee verder rijdend over de L.G. Smith Boulevard. Vervolgens heeft de auto een afstand van ongeveer 225 meter afgelegd voordat de auto botste tegen de muur van het erf van het adres L.G. Smith Boulevard 534. Het traject dat de auto volgens Citizens heeft afgelegd, heeft zij geïllustreerd met een filmpje op een usb-stick, waarin te zien is dat een auto het aldus omschreven traject aflegt.
3.17.2
Volgens Citizens kan uit de omstandigheid dat de auto niet tegen de muur tot stilstand is gekomen, maar na de botsing tegen de muur ook tegen de lantaarnpaal is gebotst en vervolgens in het midden van de weg tot stilstand is gekomen, worden afgeleid dat de auto met veel te hoge snelheid reed.
3.17.3
Bij het ongeval is de auto over de kop geslagen en aan alle kanten zwaar beschadigd geraakt. Citizens beroept zich hierbij op foto’s van de beschadigde auto, kennelijk kort na het ongeval genomen. Dit wijst er volgens haar ook op dat de auto met veel te hoge snelheid reed.
3.17.4
Citizens heeft bij conclusie van antwoord een rapport van 21 april 2021 in het geding gebracht, uitgebracht door ing. J.D. Ecury-Saponara van Capricorn One N.V. in opdracht van de gemachtigde van Citizens (hierna: het expertiserapport). In dit rapport staat:
- ( op p. 4) remsporen op de weg wijzen erop dat de auto dicht bij het adres L.G. Smith Boulevard 534 nog op vier wielen reed;
- ( op p. 4) op de kruising L.G. Smith Boulevard/Route 2 waren geen sporen van een ongeval te zien; en
- ( op p. 5) er is geen schade geconstateerd tussen de kruising en de plek waar de auto schade aan de muur en de lantaarnpaal heeft veroorzaakt.
De expert acht het meest waarschijnlijk dat de auto vlak voor huisnummer 534 met te hoge snelheid de weg naar rechts is ingeslagen om een U-bocht te maken en daardoor over de kop is geslagen. Citizens heeft deze conclusie tot een eigen stelling gemaakt: zij heeft dus gesteld dat de auto vlak voor huisnummer 534 met te hoge snelheid de weg naar rechts is ingeslagen om een U-bocht te maken en daardoor over de kop is geslagen.
3.17.5
Volgens Citizens werd de auto, vlak voordat het ongeval plaatsvond, achtervolgd door een politieauto die controleerde of men zich aan de avondklok hield.
3.18
De verzekeringneemster en de bestuurster hebben over de toedracht het volgende gesteld of verklaard (3.18.1-3.18.4).
3.18.1
Citizens heeft geen ondertekende schriftelijke verklaring van de verzekeringneemster of van de bestuurster in het geding gebracht (die had zij op grond van art. 8 sub e van de polisvoorwaarden kunnen verlangen). Het expertiserapport vermeldt (zonder redenen van wetenschap):
Volgens de bestuurster (…) reed ze in noordelijke richting over de L.G. Smith Boulevard (dit is richting Arashi) op een snelheid waar ze niet in staat was de bocht naar rechts te nemen (richting Tierra del Sol) met als gevolg dat ze de macht over het stuur verloor en tegen de erfmuur van L.G. Smith Boulevard 534 en tegen een (…) lantaarnpaal botste.
3.18.2
In het verzoekschrift is zijdens de verzekeringsneemster, verkort weergegeven, het volgende aangevoerd. Bestuurster was op weg naar Gold Coast. Toen zij letterlijk op nog een minuut rijden afstand was van haar bestemming, is zij de macht over het stuur kwijtgeraakt en heeft het ongeluk plaatsgehad, waarbij zij is gebotst tegen een muur en een lantaarnpaal. Dat de bestuurster niet tijdig is gestopt, komt doordat zij geen goed overzicht had op de weg voor haar.
3.18.3
Bij conclusie van repliek is, verkort weergegeven, het volgende aangevoerd. Het ongeval heeft in een flits plaatsgevonden. Bij de kruising met de Malmokweg is de bestuurster het zicht op de weg kwijtgeraakt en is, in plaats van de bocht te nemen, richting Arashi gereden over het zandgedeelte links van de weg. Daarbij is de auto zodanig geschud dat de bestuurster haar hoofd heeft gestoten en kort het bewustzijn heeft verloren. De auto is ongecontroleerd doorgereden en tegen de muur van huisnummer 534 aangereden.
3.18.4
Bij pleitnota in hoger beroep heeft de verzekeringneemster nog toegevoegd:
- nadat de bestuurster de macht over het stuur verloor, zigzagde zij even;
- de bestuurster heeft haar hoofd gestoten tegen de bovenkant van het linkerportier;
- de auto is over de kop gegaan.
3.19
Ten gunste van de verzekeringneemster kunnen de volgende argumenten gelden. Plotseling rijden over zand (inderdaad ligt links van de L.G. Smith Boulevard zand) kan ertoe leiden dat men de macht over het stuur verliest, zonder dat sprake hoeft te zijn van grove schuld. Het rijden over zand zou kunnen verklaren waarom de expert geen sporen van een ongeval op de kruising heeft aangetroffen en evenmin (op de weg) tussen de kruising en de plek van de botsing. Verlies van het bewustzijn zou kunnen verklaren waarom de auto ongeveer 225 meter is doorgereden nadat de auto van de weg was geraakt.
3.2
Niettemin is het Hof het volgende van oordeel. Tussen partijen staat vast dat de auto over de kop is geslagen. Dit past ook bij het schadebeeld dat op de door Citizens overgelegde auto’s is te zien. De afstand tussen de kruising en de plek van de botsing, de omstandigheid dat niet alleen een muur, maar ook een lantaarnpaal is geraakt en dat de auto in zwaar beschadigde staat in het midden van de weg lijkt te zijn terechtgekomen (dit is niet betwist en past bij de overlegde foto’s), in samenhang bezien, leiden het Hof tot het oordeel dat voorshands bewezen is dat de bestuurster met een zo grote snelheid heeft gereden dat de schade is veroorzaakt door grove schuld van de bestuurster. De verzekeringneemster zal worden toegelaten tot tegenbewijs.
3.21
Indien partijen getuigen wensen voor te brengen om te worden gehoord, kan dat in een zittingszaal bij het Gerecht in Aruba. De rechter zal dan in beginsel via videoconference vanuit Curaçao de getuigen horen; dat maakt een snellere procesgang mogelijk dan als verlangd wordt dat ook de rechter zich naar Aruba begeeft, gelet op de beperkte capaciteit van het Hof om Hofreizen te kunnen maken.
Eigen schuld?
3.22
De regeling van art. 6:101 BW (eigen schuld) is uitsluitend van toepassing bij wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding zoals die uit toerekenbare tekortkoming en onrechtmatige daad, en niet indien uit een rechtshandeling, zoals een overeenkomst van schadeverzekering, een ‒ primaire ‒ verplichting tot schadevergoeding voortvloeit en deze verplichting niet wordt nagekomen. Het beroep van Citizens op eigen schuld kan dus niet slagen.
Verwijzing naar de schadestaatprocedure?
3.23
Ook de regeling van art. 612-615b Rv (de schadestaatprocedure) is uitsluitend van toepassing bij wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding, en niet bij een verplichting tot schadevergoeding die voor een verzekeraar uit een verzekering voortvloeit (zie HR 9 december 1988, ECLI:NL:HR:1988:AD5717). Het Gerecht heeft de zaak dus ten onrechte naar de schadestaatprocedure verwezen. Verwijzing naar de schadestaatprocedure was ook niet specifiek gevorderd. Het voorgaande staat niet in de weg aan beoordeling en eventueel toewijzing van hetgeen de verzekeringneemster wel gevorderd heeft.
Proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad?
3.24
Citizens heeft verzocht om een eventueel ten laste van haar uit te spreken proceskostenveroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De verzekeringneemster heeft hier verweer tegen gevoerd. Hierover houdt het Hof ieder oordeel aan.
Descente?
3.25
Citizens heeft verzocht om een descente. Het Hof is ambtshalve bekend met de situatie ter plaatse van het ongeval. Bovendien bevat het dossier informatie daarover. Een descente acht het Hof daarom vooralsnog niet nodig. Mocht een partij in het kader van de bewijslevering alsnog een descente wensen, dan kan die partij een nieuw verzoek daartoe doen en dan zal het Hof daarover oordelen.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
draagt de verzekeringneemster op tegenbewijs te leveren tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat de bestuurster met een zo grote snelheid heeft gereden dat de schade is veroorzaakt door grove schuld van de bestuurster;
bepaalt dat de verzekeringneemster, indien zij daartoe getuigen wil doen horen, deze kan voorbrengen op een nader te bepalen dag en uur voor mr. Lewin in het Gerechtsgebouw in Aruba;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. G.C.C. Lewin, C.J.H.G. Bronzwaer en E.W.A. Vonk, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 4 februari 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.