ECLI:NL:OGHACMB:2025:288

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
2 december 2025
Publicatiedatum
4 december 2025
Zaaknummer
BON2025H00043
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen deurwaarder over conservatoir beslag en de gang van zaken bij teruggave van in beslag genomen goederen

In deze zaak heeft [Klager] een klacht ingediend tegen [Beklaagde], een deurwaarder in Bonaire, naar aanleiding van het optreden van de deurwaarder bij de inbeslagneming van zonnepanelen en bijbehorende zonnesysteemonderdelen. De klacht is ingediend via een ge-e-maild klaagschrift op 13 augustus 2025, waarin [Klager] zijn bezorgdheid uitte over de gang van zaken rondom de beslaglegging. De deurwaarder heeft op 12 juni 2025, in het bijzijn van de verzoekers en een politieambtenaar, de sloten van een container doorgeslepen en de in beslag genomen goederen veiliggesteld. [Klager] betwistte de rechtmatigheid van deze handelingen en voerde aan dat de deurwaarder buiten zijn bevoegdheden heeft gehandeld. De zaak is behandeld op 24 november 2025, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het Hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de vage omschrijving van de in beslag te nemen goederen in het beslagverlof en de noodzaak voor de deurwaarder om voortvarend te handelen. Het Hof concludeert dat de deurwaarder binnen zijn wettelijke bevoegdheden heeft gehandeld en dat er geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. De klacht van [Klager] wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

Tuchtzaken over 2025
Registratienummer: BON2025H00043
Uitspraak: 2 december 2025
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S L I S S I N G
in de zaak van:
[KLAGER],
wonend in Nederland,
klager,
tegen
[BEKLAAGDE],
deurwaarder in Bonaire,
beklaagde.
Partijen worden hierna klager of [Klager] en de deurwaarder of [Beklaagde] genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij ge-e-maild klaagschrift van 13 augustus 2025, met producties, heeft [Klager] zich beklaagd over het optreden van [Beklaagde] als deurwaarder. Bij e-mail van 27 oktober 2025 heeft [Klager] de klacht uitgebreid, voor wat betreft de gang van zaken op 24 oktober 2025.
1.2
Bij eveneens ge-e-maild verweerschrift van 20 november 2025 heeft [Beklaagde] zich tegen de klacht verweerd.
1.3
De zaak is behandeld ter terechtzitting van het Hof in Bonaire van 24 november 2025. Partijen zijn beiden gehoord, [Klager] door middel van een videoverbinding terwijl [Beklaagde] ter zitting aanwezig was. Bij deze gelegenheid hebben zij hun standpunten nader toegelicht en vragen van het Hof beantwoord.
1.4
Uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1
Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
2.1.1 [
[Persoonsnaam 1] en [Persoonsnaam 2] (hierna: de verzoekers) hebben op 2 augustus 2024 verlof gekregen om, ten laste van West Form B.V. en [Persoonsnaam 3], conservatoir beslag tot afgifte te leggen op een aantal zonnepanelen en bijbehorende zonnesysteemonderdelen en deze aan een onafhankelijke derde in gerechtelijke bewaring te geven.
2.1.2 [
[Beklaagde] heeft opdracht gekregen als deurwaarder om de zonnepanelen en bijbehorende zonnesysteemonderdelen in beslag te nemen en in gerechtelijke bewaring te nemen.
2.1.3
Meergenoemde zonnepanelen en bijbehorende zonnesysteemonderdelen bevonden zich in een container toebehorend aan [Klager], die op een bepaald moment naar een terrein van [Klager] is verplaatst.
2.1.4 [
[Beklaagde] heeft genoemde zaken opgespoord en vervolgens op 12 juni 2025, in het bijzijn van de verzoekers en een politieambtenaar, de sloten van de container doorgeslepen en op aanwijzing van verzoekers een aantal zaken in beslag genomen, die in het proces-verbaal van conservatoir beslag tot afgifte zijn omschreven als volgt:
-
32 zonnepanelen van het merk ‘Longi’, LR5-54HIB-405M 405WP Mono full black;
-
3 dozen met distributor en kabels van het merk Victron Energie Blue Power WP;
-
2 gerolde heavy duty kabels;
-
6 blauwe dozen MultiPlus-II 48 volt / 5000VA / 70 AMP merk Victron Energie (omvormer);
-
2 Smart solar charger controller;
-
2 serverkasten;
-
Vier dozen Lithium Ion Battery US5000 Pylon Tech.
2.1.5
Daarna heeft de deurwaarder de container afgesloten met nieuwe sloten en de roerende zaken in bewaring genomen.
2.1.6 [
[Klager] heeft zich per ge-e-mailde brief aan de deurwaarder van 17 juni 2025 beklaagd over de gang van zaken. [Beklaagde] heeft in reactie daarop [Klager] per e-mail van 18 juni 2025 bericht dat de deurwaarder handelt in opdracht en voor rekening van zijn opdrachtgever.
2.1.7
Op 24 oktober 2025 heeft de deurwaarder een aantal zaken terugbezorgd, nadat was gebleken dat die aan [Klager] toebehoren.

3.De klacht

3.1 [
Klager] verwijt de deurwaarder dat hij bij de inbeslagneming buiten zijn bevoegdheden en ambtsplichten is getreden en dat de beslaglegging deels onrechtmatig heeft plaatsgevonden, om de volgende redenen:
Het beslag is ook gelegd op een aantal zaken die aantoonbaar eigendom zijn van [Klager] en niet van de beslagenen;
Het was onnodig om de sloten van de containers te vernielen, omdat de sleutels bij de buren liggen en een telefoontje genoeg was geweest om de containers te laten openen;
Er zijn zaken in bewaring genomen die niet onder het beslag vallen – zo neemt [Klager] aan – omdat die niet specifiek genoemd worden in het proces- verbaal van conservatoir beslag tot afgifte dan wel geen eigendom zijn van de beslagenen;
De deurwaarder heeft onvoldoende gereageerd op de rechtstreeks aan hem gerichte klacht.
[Klager] verzoekt het Hof om de klacht in behandeling te nemen en – zo begrijpt het Hof – de deurwaarder een zodanige disciplinaire straf op te leggen als het Hof geraden acht.
3.2
Aangaande de werkwijze van de deurwaarder bij de teruggave van de zaken op 24 oktober 2025 heeft [Klager] geklaagd dat deze in strijd is met de wet, de professionele plichten van de deurwaarder en eerdere sommaties tot teruggave.

4.Het verweer

[Beklaagde] heeft verweer gevoerd. Daarop zal hieronder, voor zover van belang, worden ingegaan.

5.De beoordeling

5.1
Ingevolge art. 15 van de Deurwaarderswet BES (hierna: Dw BES) kan het Hof, na een klacht of ambtshalve, maatregelen nemen indien een deurwaarder zijn ambtsplichten verwaarloost, zich schuldig maakt aan enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die hij behoort te betrachten jegens degenen te wier behoeve hij optreedt, of anderszins handelt in strijd met hetgeen hem in zijn ambt betaamt.
5.2
Allereerst overweegt het Hof dat de handelingen van de deurwaarder bij de inbeslagneming voor de toets van artikel 15 Dw BES moeten worden bezien in de context van de omstandigheden van het geval. Die omstandigheden zijn in de eerste plaats dat verlof is verleend voor conservatoir beslag tot afgifte ter revindicatie op “zonnepanelen en bijbehorende zonnesysteemonderdelen ter waarde van US$ 19.433,-“ en aldus de in beslag te nemen zaken in het beslagverlof tamelijk vaag zijn omschreven. Verder heeft het, zoals ook blijkt uit de feiten, geruime tijd geduurd voordat duidelijk was waar de zaken zich bevonden en was het voor de deurwaarder zaak om daarna voortvarend te handelen, teneinde te voorkomen dat de in beslag te nemen zaken opnieuw uit het zicht zouden raken. Zo blijkt uit het tijdsverloop tussen het beslagverlof en de inbeslagneming, zoals door de deurwaarder ter zitting nader toegelicht.
5.3
In het verweerschrift heeft [Beklaagde] aangevoerd dat hij, in verband met die vage omschrijving van de zaken in het beslagverlof, zich bij de inbeslagneming heeft laten vergezellen door de verzoekers, opdat zij de aan hen toebehorende zaken konden aanwijzen. Tevens was hij vergezeld van een politieambtenaar en waren de beslagenen niet ter plaatse, om welke reden de deurwaarder ingevolge art. 444 Rv rechtmatig toegang had tot de container. De door de verzoekers als de hunne aangewezen zaken heeft de deurwaarder vervolgens in beslag genomen en in het proces-verbaal specifiek omschreven.
5.4
Deze gang van zaken is door [Klager] niet betwist en blijkt uit het proces-verbaal en de overige stukken. Door de klachtuitbreiding (zie hierboven onder 3.2) is duidelijk geworden dat er ook zaken in beslag genomen zijn die toebehoren aan [Klager] (zie het klachtonderdeel hierboven weergegeven onder 3.1 sub 1) en dat die inmiddels aan hem zijn teruggegeven; ter zitting is gebleken dat dit zestien zonnepanelen betreft. Daarop zal hieronder bij 5.7 en 5.8 worden ingegaan. Dat er zaken in bewaring zouden zijn genomen die niet onder het beslag vallen (zie het klachtonderdeel hierboven weergegeven onder 3.1 sub 3), omdat die niet specifiek genoemd worden in het proces verbaal dan wel geen eigendom zijn van beslagenen, heeft [Klager] niet onderbouwd en blijkt ook overigens nergens uit, om welke reden het Hof ervan zal uitgaan dat dit niet het geval is.
5.5
Gezien het bovenstaande heeft de deurwaarder bij de inbeslagneming gehandeld binnen zijn wettelijke bevoegdheden. Voor de deurwaarder bestond er geen verplichting om contact op te nemen met de eigenaar of beheerder van de container, nog afgezien van de vraag hoe de deurwaarder dan aan diens contactgegevens had moeten komen. Dit geldt te meer in de hiervoor weergegeven omstandigheden waarin voortvarendheid was geboden. Het Hof is dan ook van oordeel dat de deurwaarder de nodige zorgvuldigheid heeft betracht bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.
5.6
Aangaande de klacht over de gang van zaken bij de teruggave van de zaken (zestien zonnepanelen) aan [Klager] op 24 oktober 2025 overweegt het Hof het volgende.
5.7
Zoals ter zitting door [Klager] nader is uiteengezet, houdt zijn klacht in dat voorafgaand aan de teruggave door de deurwaarder geen overleg met hem is gepleegd en de zaken buiten aanwezigheid van hem of een waarnemer door de deurwaarder in de container zijn teruggeplaatst. Dit terwijl zijn advocaat (in zijn zaak tegen de beslagenen) had verzocht om contact met [Klager] op te nemen, met vermelding van zijn telefoonnummer. Tenslotte voelt [Klager] zich door de deurwaarder behandeld als een verdachte van verduistering, terwijl hij – net als de verzoekers – ook een slachtoffer is van de beslagenen.
5.8
Het Hof is van oordeel dat geen sprake was van een verplichting van de deurwaarder om voor terugbezorging van de zaken contact op te nemen en dit af te stemmen met [Klager]. De deurwaarder beschikte over de sleutels van de nieuwe sloten en kon en mocht op eigen gelegenheid de teveel meegenomen zaken terugplaatsen in de container. Dat [Beklaagde] daarbij ruw of beschadigend te werk is gegaan is gesteld noch gebleken. Ook ten aanzien van het optreden van de deurwaarder op 24 oktober 2025 oordeelt het Hof dat de deurwaarder zijn bevoegdheden niet heeft overschreden en bij de uitoefening daarvan de nodige zorgvuldigheid heeft betracht. Dat [Klager] zich onheus bejegend voelt is geen reden om anders aan te nemen en evenmin grond om aan te nemen dat [Beklaagde] heeft gehandeld in strijd met hetgeen hem in zijn ambt betaamt.
5.9
De slotsom luidt dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de deurwaarder in de zin van art. 15 lid 1 Dw BES. De klacht zal ongegrond worden verklaard.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
verklaart de klacht ongegrond.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E.M. van der Bunt, W.P.M. ter Berg en
E.P. van Unen, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 2 december 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.