In deze zaak heeft [Klager] een klacht ingediend tegen [Beklaagde], een deurwaarder in Bonaire, naar aanleiding van het optreden van de deurwaarder bij de inbeslagneming van zonnepanelen en bijbehorende zonnesysteemonderdelen. De klacht is ingediend via een ge-e-maild klaagschrift op 13 augustus 2025, waarin [Klager] zijn bezorgdheid uitte over de gang van zaken rondom de beslaglegging. De deurwaarder heeft op 12 juni 2025, in het bijzijn van de verzoekers en een politieambtenaar, de sloten van een container doorgeslepen en de in beslag genomen goederen veiliggesteld. [Klager] betwistte de rechtmatigheid van deze handelingen en voerde aan dat de deurwaarder buiten zijn bevoegdheden heeft gehandeld. De zaak is behandeld op 24 november 2025, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het Hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de vage omschrijving van de in beslag te nemen goederen in het beslagverlof en de noodzaak voor de deurwaarder om voortvarend te handelen. Het Hof concludeert dat de deurwaarder binnen zijn wettelijke bevoegdheden heeft gehandeld en dat er geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. De klacht van [Klager] wordt ongegrond verklaard.