Container 1 (TCNU 1683313), gevuld op 24 mei 2022.
Op 23 mei 2022 huurt [medeverdachte 1] een busje van het merk Toyota. Als hij die gaat ophalen, is hij samen met [medeverdachte 2].
[Verdachte] (de verdachte), de broer van [medeverdachte 1], had op de dagen daaraan voorafgaand geregeld dat een container werd geplaatst op het terrein van de Mijnmaatschappij. Ook regelde hij dat er een Bobcat naar dat terrein werd vervoerd. Hij onderhield de contacten met Cusbro (welk bedrijf de containers leverde) en het transportbedrijf Sunrise Transport, welke het vervoer van de containers naar en van de Mijnmaatschappij uitvoerde. Bij de doorzoeking in de woning van [de verdachte] is een aantekeningenboekje aangetroffen met daarin gegevens van (de contactpersoon van) [bedrijf] BV. Hij heeft daarover verklaard dat dat het bedrijf in Nederland was dat om de stenen had gevraagd. Ook zijn facturen aangetroffen van de Mijnmaatschappij die zijn te relateren aan de drie containers. De verdachte heeft verklaard dat hij deze facturen cash heeft betaald. Ook waren er drie facturen van Sunrise Transport, die hij heeft betaald. Geld daarvoor kreeg hij van iemand over wie hij verder weinig kan verklaren.
[medeverdachte 1] en [de verdachte] hebben in deze periode geregeld telefonisch contact met elkaar, onder meer over ‘dingen om ze op te vervoeren’ en over een Bobcat. In sommige gesprekken is iemand op de achtergrond te horen, onder andere in een gesprek over een Bobcat. De politie herkende de stem van [medeverdachte 2].
Het eerder genoemde (witte) Toyota busje rijdt in de ochtend van 24 mei 2022 - met kenteken B51-82 - via [adres; verblijfplaats medeverdachte 2] en komt rond 13:05 aan bij de Mijnmaatschappij. Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 2] (geregeld) op [adres] verbleef.
Een aan hem te koppelen telefoonnummer, eindigend op [telefoonnummer] legde op 24 mei op dezelfde tijden en dezelfde route af als het busje met kenteken B51-82. [Medeverdachte 2] heeft daar geen verklaring voor gegeven.
Als het busje aankomt op het terrein van de Mijnmaatschappij zijn er drie inzittenden. Twee van hen worden door de politie herkend als [medeverdachte 1] en [de verdachte]. De derde persoon bestuurt op het terrein van de Mijnmaatschappij een witte Bobcat. Op camerabeelden is bij herhaling te zien dat het busje wordt geopend en dat [medeverdachte 1] heen en weer loopt tussen het busje en de Bobcat en bewegingen maakt die er op lijken te duiden dat hij voorwerpen uit het busje op de Bobcat laadt. Deze rijdt vervolgens de container in. Ook is gezien dat [medeverdachte 1] en de (bestuurder van de) Bobcat zich meermalen tegelijk in de container bevinden.
Nadien wordt de container gesloten en wordt deze op verzoek van [de verdachte] opgehaald en naar de haven gebracht. Het busje verlaat het terrein van de Mijnmaatschappij met drie inzittenden (waarvan [de verdachte] en [medeverdachte 1] zijn herkend) en rijdt via de Kaya Koruna (waar [de verdachte] uitstapt) naar de [adres; verblijfplaats medeverdachte 2].
De container wordt op het schip Baltic Clipper geladen. Deze vertrekt op 5 juni 2022 naar Nederland en komt op 22 juni aan in de haven van Vlissingen. In Nederland wordt de container op 29 juni 2022 vervoerd naar [bedrijf] te Silvolde. Deze komt op 29 juni 2022 daar aan. Op 30 juni wordt gezien dat vanuit de container pakketten uit steenachtig materiaal worden gehaald en in tassen worden geladen en in een auto gezet. De politie heeft de auto aangehouden en vijf big shoppers met pakketten aangetroffen, gelijkend op pakketten cocaïne. Deze zijn getest en gewogen. Het ging in totaal om (ongeveer) 66kg cocaïne.