Uitspraak
Uitspraak
1.Procesverloop
2.Geschil in hoger beroep
3.Oordeel van het Gerecht
4.Beoordeling van het hoger beroep
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
bevestigtde uitspraak van het Gerecht.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak is in hoger beroep in geschil of het Gerecht terecht het verzoek om een vergoeding van (integrale) proceskosten voor de bezwaar- en beroepsfase heeft afgewezen. De belanghebbende, wonende in Nederland, had tegen aanslagen inkomstenbelasting en premie AVBZ voor de jaren 2015 tot en met 2018 bezwaar gemaakt. De Inspecteur verklaarde de bezwaren gegrond, maar wees het verzoek om kostenvergoeding af. De belanghebbende ging hiertegen in beroep, maar het Gerecht verklaarde de beroepen ongegrond. Vervolgens stelde de belanghebbende hoger beroep in, waarbij hij een integrale kostenvergoeding eiste. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende onvoldoende feiten had aangevoerd die zouden wijzen op ernstig onzorgvuldig handelen van de Inspecteur. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en wees het verzoek om kostenvergoeding af, zowel voor de bezwaar- als de beroepsfase. De slotsom was dat het hoger beroep niet slaagde en er geen aanleiding was voor een vergoeding van griffierecht of proceskosten.