ECLI:NL:OGHNAA:2006:BG1528

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
5 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
122 HLAR 43/05
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming tot beëindiging arbeidsovereenkomst en niet-ontvankelijkheid hoger beroep

In deze zaak gaat het om de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen de beslissing van de Directeur van de Directie Arbeid en Onderzoek. De Directeur had op 19 november 2004 toestemming verleend aan Perfect Landscaping N.V. om de arbeidsovereenkomst met de appellant te beëindigen. Appellant heeft tegen deze beslissing bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 4 april 2005 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba op 2 november 2005 het beroep van appellant tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard.

Appellant heeft op 14 december 2005 hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Tijdens de zitting op 6 april 2006 is appellant in persoon verschenen, bijgestaan door J.H.B. Gademan, terwijl de Directeur werd vertegenwoordigd door mr. P.D. Langerak. Het Hof heeft overwogen dat een belanghebbende alleen kan opkomen tegen een beschikking als hij daarbij belang heeft, in die zin dat hij in een gunstiger positie kan geraken. Aangezien appellant geen rechtsmiddel heeft aangewend tegen de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, die in rechte onaantastbaar is, kon hij door het instellen van het hoger beroep niet in een gunstiger positie komen.

Het Hof heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat appellant niet kan aantonen dat hij door het hoger beroep in een betere positie kan komen. De beslissing van het Hof is op 5 juni 2006 uitgesproken, waarbij het Hof in naam der Koningin het hoger beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling vastgesteld.

Uitspraak

122 HLAR 43/05
Datum uitspraak: 5 juni 2006
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 2 november 2005 in het geding tussen:
appellant
en
de Directeur van de Directie Arbeid en Onderzoek.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 19 november 2004, verzonden op 22 november 2004, heeft de Directeur van de Directie Arbeid en Onderzoek (hierna: de Directeur) aan Perfect Landscaping N.V. (hierna: de werkgever) toestemming verleend om de arbeidsovereenkomst met appellant te beëindigen.
Bij beschikking van 4 april 2005 heeft de Directeur het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 2 november 2005 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 14 december 2005, bij het Gerecht ingekomen op diezelfde dag, hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Bij brief van 16 februari 2006 heeft de Directeur van antwoord gediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 april 2006, waar appellant in persoon, bijgestaan door J.H.B. Gademan, en de Directeur, vertegenwoordigd door mr. P.D. Langerak, werkzaam bij de Directie Juridische en Algemene Zaken, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ambtshalve overweegt het Hof als volgt.
2.1.1. Een belanghebbende kan bij de terzake bevoegde rechter slechts opkomen tegen een beschikking, indien hij bij het aanwenden van dat rechtsmiddel belang heeft, in die zin dat hij daardoor in een gunstiger positie zou kunnen geraken.
2.1.2. Met ingang van 2 februari 2005 heeft de werkgever door opzegging met gebruikmaking van de haar door de Directeur verleende toestemming, de arbeidsovereenkomst met appellant beëindigd. Nu appellant hiertegen geen rechtsmiddel heeft aangewend en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in rechte onaantastbaar is, valt niet in te zien dat appellant door het instellen van het hoger beroep in een gunstiger positie in evenbedoelde zin kan geraken. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat beëindiging van een arbeidsovereenkomst met gebruikmaking van een nadien in rechte vernietigde ontslagvergunning jegens de werknemer, behoudens bijzondere omstandigheden waaromtrent niets is gesteld, geen onrechtmatige daad kan opleveren.
2.2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen grond.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep ¬niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. W.P.M. ter Berg, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Ter Berg
Voorzitter w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 juni 2006