ECLI:NL:OGHNAA:2006:BG1530
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Herziening
- W.P.M. ter Berg
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- N.M. Martinez
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake administratief recht
In deze zaak heeft verzoeker op 19 december 2005 het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van 21 november 2005, waarin zijn hoger beroep tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen gegrond was verklaard. De verzoeker stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden, met name een brief van de Minister van Verkeer en Vervoer van 22 juli 2003 en een eerdere uitspraak van het Gerecht van 3 juni 2004. De Minister heeft op 24 februari 2006 gereageerd op het verzoek van de verzoeker.
De zitting vond plaats op 4 april 2006, waar verzoeker in persoon verscheen, bijgestaan door zijn advocaat, en de Minister vertegenwoordigd was door drie juridische medewerkers. Het Hof overwoog dat volgens artikel 96, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak, herziening alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die de verzoeker redelijkerwijs niet bekend konden zijn en die, indien eerder bekend, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid.
Het Hof concludeerde dat de door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldeden aan de vereisten voor herziening. Het verzoek werd als ongegrond afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin op 5 juni 2006.