ECLI:NL:OGHNAA:2006:BG2091
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- W.P.M. ter Berg
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- N.M. Martinez
- Rechtspraak.nl
Weigering van taxivergunning en niet-ontvankelijkheid van beroepschrift
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 27 november 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De appellant had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek om verlening van een taxivergunning door de Minister van Toerisme en Transport. De Minister had op 22 april 2005 het verzoek afgewezen, waarna de appellant op 3 juni 2005 bezwaar maakte. Het Gerecht in eerste aanleg verklaarde het beroep van de appellant op 24 mei 2006 niet-ontvankelijk, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend.
De appellant stelde dat hij er op mocht vertrouwen dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zestien weken was, omdat de bezwaaradviescommissie vaak niet binnen de wettelijke termijn advies uitbrengt en er geen mededeling wordt gedaan over verlenging. Het Hof oordeelde echter dat, nu er geen mededeling was gedaan zoals voorgeschreven in de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), de Minister binnen twaalf weken na ontvangst van het bezwaarschrift had moeten beslissen. De termijn voor het indienen van een beroepschrift was dus uiterlijk op 21 oktober 2005 verstreken, en het beroepschrift was niet tijdig ingediend.
Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de voorzitter en de leden van het Hof aanwezig waren, evenals de griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.