2.4. Appellante klaagt voorts dat, samengevat weergegeven, het Gerecht, door te overwegen dat het beroep tegen de economische vergunningen niet-ontvankelijk is wegens het te laat instellen ervan, heeft miskend dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, nu geen publicatie van de verleende vergunningen heeft plaatsgevonden en publicatie vereist is voor de inwerkingtreding ervan.
Voorts heeft het Gerecht volgens appellante ten onrechte aangenomen dat de vergunningen op of omstreeks 1 juni 2006 aan Insel Air zijn verzonden. Indien deze wel zouden zijn verzonden en daardoor in werking zouden zijn getreden, heeft het Gerecht haar ten onrechte tegengeworpen dat zij zich niet tijdig heeft gerealiseerd dat daarbij mede de vluchtroute Curaçao-Sint Maarten vice versa was vergund, nu de vergunningen geen duidelijke beschrijving van de vluchtroute bevatten.
Het Gerecht heeft dan ook ten onrechte overwogen dat zij na kennisneming van de verleende vergunningen op of omstreeks 8 september 2006 daartegen niet tijdig beroep heeft ingesteld, aldus appellante.
2.4.1. Ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Luchtvaartlandsverordening mag, voor zover bij internationale overeenkomst niet anders is bepaald, het beroepsvervoer met luchtvaartuigen binnen, naar of uit de Nederlandse Antillen, of met een binnen de Nederlandse Antillen gelegen punt als tussenstation, slechts geschieden door een luchtvaartmaatschappij, aan wie daartoe bij landsbesluit, dan wel door de minister, vergunning is verleend.
Ingevolge het derde lid kan een vergunning op aanvraag worden verleend voor ten hoogste drie jaar en wordt de vergunning verleend voor geregeld en ongeregeld vervoer. De vergunning voor geregeld vervoer wordt verleend bij landsbesluit, die voor ongeregeld vervoer door de minister.
Ingevolge het zevende lid wordt van een vergunning mededeling gedaan in het blad, waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst.
Ingevolge artikel 1, eerste lid, van het Landsbesluit wordt een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van de Luchtvaartlandsverordening, door tussenkomst van de directeur ingediend bij de desbetreffende autoriteit.
Ingevolge het derde lid wordt van de in behandeling genomen aanvraag een afschrift ter inzage gelegd op een plaats en gedurende tijdstippen die door de minister worden vastgesteld en die bekend worden gemaakt in het blad, waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst.
Ingevolge het vierde lid kunnen belanghebbenden binnen dertig dagen na de mededeling, bedoeld in het derde lid, schriftelijk commentaar indienen bij de minister door tussenkomst van de directeur.
Ingevolge het zevende lid wordt, indien op de aanvraag positief wordt beslist, de daartoe strekkende beschikking gepubliceerd in het blad, waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst.
2.4.2. Het Gerecht heeft met juistheid overwogen dat uit de Luchtvaartlandsverordening, het Landsbesluit, noch enig ander wettelijk voorschrift, volgt dat de beschikkingen van 7 en 19 april 2006 niet in werking zijn getreden dan na de publicatie ervan, als bedoeld in artikel 8, zevende lid van die verordening en artikel 1, zevende lid, van het Landsbesluit.
Dat de vergunningen, anders dan zijdens de Gouverneur en de minister gesteld en door het Gerecht aangenomen, niet in elk geval ook op of omstreeks 1 juni 2006 aan Insel Air zijn verzonden, heeft appellante niet aannemelijk gemaakt. Het Gerecht heeft terecht overwogen dat de termijn voor het instellen van beroep ten tijde van de indiening door appellante van het beroepschrift op 2 oktober 2006 was verstreken.