ECLI:NL:OGHNAA:2007:BQ4462
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Raadkamer
- H.A.C. Smid
- L.J. de Kerpel-van de Poel
- F.J.P. Lock
- Rechtspraak.nl
Bevel tot bewaring en voorlopige hechtenis in strafzaak
Op 9 november 2007 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba uitspraak gedaan in de zaak van een verdachte, geboren in Venezuela en thans gedetineerd in het Huis van Bewaring op Curaçao. De zaak betreft een beroep in raadkamer tegen een beschikking van de rechter-commissaris, die op 31 oktober 2007 het verzoek van de verdachte tot opheffing van de voorlopige hechtenis had afgewezen. De verdachte heeft op 2 november 2007 hoger beroep aangetekend tegen deze beslissing.
Tijdens de behandeling op 8 november 2007 zijn de procureur-generaal, mr. A.C. van der Schans, de verdachte en zijn raadsman, mr. M.H. Römer, verschenen. De verdachte stelde dat hij onrechtmatig in voorlopige hechtenis werd gehouden, omdat de termijn van de inverzekeringstelling al was geëindigd op het moment dat het bevel tot bewaring werd gegeven. Het Hof heeft echter geoordeeld dat tegen een bevel tot bewaring geen hogere voorziening is toegelaten en dat de rechtmatigheid van de bewaring niet ter discussie kan staan, zelfs niet bij een formeel gebrek aan de beschikking.
Het Hof heeft de bezwaren van de verdachte tegen de afwijzing van het verzoek om opheffing van de voorlopige hechtenis beoordeeld aan de hand van de criteria in de artikelen 100 en 101 van het Wetboek van Strafvordering. Het Hof concludeert dat de gronden voor de voorlopige hechtenis nog steeds bestaan en wijst het beroep van de verdachte af. Deze beschikking is gegeven in aanwezigheid van de griffier.