ECLI:NL:OGHNAA:2008:BD9169
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- M. Mezas
- A. de Kerpel-van de Poel
- J. Lock
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de huurovereenkomst en schadevergoeding in verband met gebreken aan het gehuurde
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba werd behandeld, ging het om een hoger beroep van een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen. De appellant, oorspronkelijk gedaagde, had in eerste aanleg een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en schadevergoeding ingesteld wegens gebreken aan het gehuurde, waaronder wateroverlast. Het GEA had echter niet expliciet beslist op de vordering tot ontbinding, wat leidde tot een hoger beroep door de appellant. De appellant vorderde vernietiging van het vonnis en afwijzing van de vorderingen van de geïntimeerde, die in persoon procedeerde.
De procedure begon met een vonnis van het GEA op 11 juni 2007, waarna de appellant op 18 juni 2007 in hoger beroep ging. De geïntimeerde bestreed het hoger beroep en vroeg bevestiging van het vonnis. Tijdens de pleidooien werden pleitaantekeningen overgelegd door de gemachtigde van de appellant, terwijl de geïntimeerde daarvan afzag. Het Hof oordeelde dat de gebreken aan het gehuurde, zoals wateroverlast, de huurgenot van de geïntimeerde aantastten, maar dat de geïntimeerde onvoldoende bewijs had geleverd voor de door hem gestelde schade.
Het Hof concludeerde dat de vorderingen van de geïntimeerde niet konden worden toegewezen, omdat de schade niet voldoende was onderbouwd. De borgsom en advocaatkosten konden niet als schade worden aangemerkt zonder verdere motivering. Uiteindelijk werd het vonnis van het GEA vernietigd en werden de vorderingen van de geïntimeerde afgewezen, met veroordeling van de geïntimeerde in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 29 april 2008.