3.1 Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd betwist staan tussen partijen de volgende feiten vast:
a. Logos hield bij ING Bank vanaf 2002 een rekening aan, ten aanzien waarvan
[directrice van Mido Trust], directrice van Mido Trust & Management N.V. (hierna: Mido), en [advocaat in New York] zonder beperkingen tekeningsbevoegd waren. Mido, een trustkantoor, was statutair bestuurster van Logos. [advocaat in New York], advocaat te New York, is de "ultimate beneficial owner" van Logos.
Concord Trust hield eveneens bij ING Bank een rekening aan. Ook ten aanzien van deze rekening waren [directrice van Mido Trust] en [advocaat in New York] tekeningsbevoegd, al dan niet met beperkingen.
b. Art. 2 van de algemene voorwaarden van ING Bank bepaalt - kort gezegd - dat ING Bank aansprakelijk is indien een tekortkoming in de nakoming van enige verplichting jegens de cliënt te wijten is aan schuld van ING Bank.
Tussen Logos en ING Bank is blijkens een indemnity letter overeengekomen:
"The use of telex, telefax and/or telephone as means of communication for giving instructions shall be entirely for the risk of the Client, except in the case of gross negligence or wilful misconduct by the Bank."
c. Op 3 december 2003 heeft [directrice van Mido Trust] per fax een opdracht aan ING Bank verzonden tot betaling van US$ 2.200.000 van de rekening van Concord Trust. De fax is ondertekend door [directrice van Mido Trust] en bevat voorts een handtekening van [advocaat in New York], waarvan in geschil is of deze echt is.
d. Op 29 januari 2004 heeft [advocaat in New York] per fax een opdracht aan ING Bank verzonden tot betaling van US$ 5.800.000. Deze betaling is niet uitgevoerd bij gebrek aan saldo.
ING Bank heeft dit medegedeeld aan [directrice van Mido Trust], maar heeft hierover geen contact gehad met [advocaat in New York].
e. Op 27 februari 2004 zijn in opdracht van [directrice van Mido Trust] bedragen van US$ 345.650 en US$ 700.000 afgeschreven van de rekening van Logos.
f. Een schriftelijke verklaring van 2 maart 2004 van [directrice van Mido Trust] houdt in dat zij zonder toestemming gelden voor een totaalbedrag van US$ 35 miljoen heeft onttrokken van de rekeningen van de cliënten van [advocaat in New York].
g. Op 2 maart 2004 vond een bespreking plaats tussen [advocaat in New York], [directrice van Mido Trust] en (een) vertegenwoordiger(s) van ING Bank. In die bespreking heeft [advocaat in New York] de instructie gegeven
dat hij voortaan de enige tekeningsbevoegde zou zijn voor de rekeningen van onder meer Logos en Concord Trust en dat betalingsopdrachten voortaan van zijn kantoor zouden moeten komen. [advocaat in New York] heeft daarbij niet aan ING Bank kenbaar gemaakt dat [directrice van Mido Trust] gelden had onttrokken of dat hij haar daarvan verdacht. Bij brief van 4 maart 2004 uit New York heeft [advocaat in New York] bevestigd dat hij de enige tekeningsbevoegde zal zijn voor de rekeningen van onder meer Concord Trust en Logos en dat betalingsopdrachten van zijn kantoor moeten komen. Voorts heeft hij ING Bank bij die brief gevraagd te bevestigen dat [directrice van Mido Trust] documenten over de nieuwe tekeningsclausule aan ING Bank had doen toekomen. Bij handgeschreven fax van 5 maart 2004 uit New York heeft [advocaat in New York] nogmaals bevestigd dat geen afboekingen mogen plaatsvinden zonder dat hij daarvoor getekend heeft.
h. Op 12 maart 2004 is per fax een opdracht aan ING Bank verzonden tot betaling van US$ 300.000 van de rekening van Logos. In eerste instantie was deze fax slechts ondertekend door [directrice van Mido Trust]. ING Bank heeft toen telefonisch contact gehad met [directrice van Mido Trust]. Vervolgens is een nieuwe fax bij ING Bank ontvangen. Deze fax is ondertekend door [directrice van Mido Trust] en bevat voorts een handtekening van [advocaat in New York], waarvan in geschil is of deze echt is. De fax is verzonden door [directrice van Mido Trust] en bevat de van een faxmachine afkomstige afdruk "3/12/2004 11:20 ... Mido Tust & Mgt" en ook de van een faxmachine afkomstige afdruk "Braun & Goldberg" zonder datum. Op 12 maart 2004 is deze opdracht uitgevoerd.