ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG2237
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba inzake vergoeding medische kosten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, die op 5 december 2007 het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk verklaarde. [Appellant] had op 20 februari 2007 een verzoek ingediend bij het Uitvoeringsorgaan Algemene Ziektekostenverzekering voor vergoeding van de kosten van een medische behandeling. Na het uitblijven van een beschikking op dit verzoek, diende [appellant] op 22 mei 2007 een bezwaarschrift in. Het Gerecht verklaarde het beroep tegen het uitblijven van een beschikking echter niet-ontvankelijk, wat [appellant] betwistte.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba oordeelde dat het Gerecht ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk had verklaard. Het Hof stelde vast dat de brief van [appellant] van 22 mei 2007 als een bezwaarschrift tegen het uitblijven van een beschikking op het verzoek tot vergoeding van medische kosten moest worden aangemerkt. Het Hof vernietigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep gegrond. Het Hof droeg het Uitvoeringsorgaan op om binnen zes weken alsnog op het bezwaar van [appellant] te beschikken en veroordeelde het Uitvoeringsorgaan tot vergoeding van de proceskosten van [appellant].
De uitspraak van het Hof werd op 9 juni 2008 gedaan, waarbij de voorzitter en de leden van het Hof in naam der Koningin recht spraken. De zaak benadrukt het belang van een tijdige beschikking op bezwaarschriften en de rechtsbescherming van burgers in het bestuursrecht.