ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG3705
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Inbeslagneming van een barkje op basis van de AVIUD
In deze zaak gaat het om de inbeslagneming van een barkje, genaamd 'Don Manuel', door de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen op basis van artikel 121, eerste lid, van de Algemene Verordening In- Uit- en Doorvoer (AVIUD). De inbeslagneming vond plaats op 16 februari 2006, waarna de appellant, de eigenaar van het barkje, in beroep ging tegen deze beslissing. Het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, verklaarde het beroep ongegrond op 7 december 2006. Hierop heeft de appellant hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba.
De kern van het geschil betreft de vraag of het barkje terecht als vervoermiddel is aangemerkt dat kennelijk ingericht of toegerust was om goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken. De Inspecteur had sporen van drugs aangetroffen in een verborgen compartiment van het barkje, wat leidde tot de conclusie dat het barkje als vervoermiddel voor illegale activiteiten kon worden beschouwd. De appellant betoogde dat het compartiment niet verborgen was en dat het diende als ballasttank, maar het Hof oordeelde dat de Inspecteur terecht had gehandeld.
Op 29 november 2007 bevestigde het Hof de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, waarbij het hoger beroep ongegrond werd verklaard. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur op basis van de aangetroffen sporen van drugs en de algemene bekendheid dat barkjes vaak zijn uitgerust met verborgen compartimenten, de inbeslagneming rechtmatig had uitgevoerd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd in het openbaar gedaan.