ECLI:NL:OGHNAA:2008:BG5188
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schuldigverklaring en strafoplegging voor drugshandel met voorwaardelijke straf
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 18 november 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die schuldig werd bevonden aan de handel in harddrugs, specifiek het vervoeren van ongeveer 9 kilogram cocaïne van Curaçao naar Sint Maarten. De verdachte, geboren in 1981 op Curaçao en thans gedetineerd, had eerder verklaard open kaart te zullen spelen, maar ontkende op weinig geloofwaardige wijze zijn betrokkenheid bij de drugstransactie. Het Hof was onaangenaam getroffen door de processuele houding van de verdachte en oordeelde dat hij kennelijk geen spijt had van zijn daden.
De rechtbank bevestigde het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg, maar paste de opgelegde straf aan. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van 56 maanden opgelegd, waarvan 20 maanden voorwaardelijk, rekening houdend met zijn jonge leeftijd en het feit dat hij een first offender was. Het Hof hield ook rekening met de omstandigheden waaronder de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de drugshandel en de ernst van het feit. De handel in harddrugs werd als verwerpelijk beschouwd, met een grote impact op de samenleving, en de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf die ook rekening hield met de tijd die hij al in voorlopige hechtenis had doorgebracht.
Het Hof legde een proeftijd van 3 jaar op aan het voorwaardelijke strafdeel, met als doel de verdachte te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, en mr. De Boer was buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen.